BRATISLAVA – De Slowaakse hoofdstad Bratislava heeft even een koel respijt in de zomer. De temperatuur tikt amper de twintig graden aan. De Kleine Karpaten domineren het uitzicht buiten de stad. Op de oever van de Donau staan Peter Berák en Miro Luky van The Ills al te wachten. Ze laten hun mooie aloude stad zien, waar de historie om elke straathoek te vinden is. Het is ook een stad met een steeds meer ontwakende muziekscene. Een deel daarvan was met Eurosonic te zien in Groningen en dat leverde over het algemeen uit Midden-Europa tal van geweldige bands op, die op elk festival niet zouden misstaan. The Ills was daar één van. Manager Tatiana Lehocká van Real Something doet de introducties en gaat voor naar een plek om te praten. Reden daarvoor is het optreden bij Welcome to the Village in Leeuwarden, waar de band op vrijdag 19 juli zal optreden.
Als Tatiana Lehocká zich heeft geëxcuseerd en er koffie en wijn op tafel staat blijkt dat The Ills, naast bassist Peter Berák en Miro Luky op gitaar bestaat de formatie ook uit gitarist Martin ‘Iso’ Krajčír en Ľuboš Hodás op drums, uitkijken naar hun tweede bezoek aan Nederland in korte tijd. Peter Berák barst los. “Ja Welcome in the Village. Ik verwacht een geweldige stemming, totale oprechtheid en heel verschillende emoties. Ik hou erg van live concerten persoonlijk. Nergens anders vind je zo’n ervaring met een dergelijke karakteristieke en opzwepende atmosfeer. Het zal een verslaving voor je worden”, lacht de bassist. Miro Luky gaat hier dieper op in. “Tijdens elk optreden kunnen zelfs de mooiste liedjes miserabel worden gespeeld. Elk concert is voor ons weer een soort van examen voor onze consistentie en voor het plezier waarmee we ons werk spelen. Op het moment dat we een set brengen die toont hoe krachtig muziek kan zijn, dan maakt het niet uit of we voor een zaal staan met 50 of 1500 luisteraars. Het doel is dan bereikt, mensen zien die echt van onze muziek genieten, zelfs al horen ze het voor het eerst. Om even terug te komen op je vraag wat de verwachting is van Welcome to the Village, wil ik het graag omdraaien”, knipoogt de gitarist. “Wij zijn goed voorbereid en staan in de startblokken, maar wat kunnen we van jou verwachten op het festival? We kijken er naar uit de mensen voor het eerst te leren kennen.”
We duiken even in de historie. Eerst van beide gesprekspartners en van beide blijkt dat de muziek al jong erg belangrijk was. Berák neemt deze duik als eerste. “Ik kom uit een klein dorpje ergens in centraal Slowakije waar muziek een heel normaal en dagelijks onderdeel was van het normale leven. Vooral Slowaakse volksmuziek. Dat heeft een grote impact gehad op mijn beslissing om mijn leven aan de muziek te wijden. Een andere belangrijke bron van invloed waren mijn oudere vrienden. Ze lieten me luisteren naar Pink Floyd, Led Zeppelin, Metallica en de Slowaakse art rock band Collegium Musicum. Ik wist eigenlijk al heel jong dat ik muzikant wilde worden. Ik was drie toen ik dat besloot en heb dat laten zien aan mijn ouders en hun vrienden door met mijn plastic speelgoed gitaar een enorme rock show te geven op de klanken van de popmuziek van het Communistische Tsjecho-Slowakije uit de jaren 80”, lacht hij als de gedachte aan dat moment hem zichtbaar nog vertederd. Miro Luky heeft geboeid geluisterd en neemt nu het woord. “Er werd altijd voor me gezongen als kind. Daarna luisterde ik naar de Lp’s van heel verschillende bands samen met mijn vader. Ik kreeg ook al snel een gitaar en werd met vriendelijke overreding naar pianoles gestuurd. Ik ben van daaruit verder gegroeid. Ik heb nooit gedacht: ik word muzikant, het gebeurde gewoon. Ik heb dus een oude gitaar geërfd, met hele slechte snaren die bijna niet meer te stemmen was, maar mijn vader repareerde die voor me dus begon ik met spelen van allerlei liedjes en mee te zingen. Voor ik het wist zat ik als lead singer in een band.”
Dan komen we bij The Ills. Op de kwaliteiten als zanger van Luky wordt geen beroep gedaan. De Post-rock, shoegaze, progrock, experimentele formatie die zacht en subtiel, maar ook fel punkend uit de hoek kan komen is instrumentaal. Het staat een geweldige show niet in de weg. Eerste vraag is natuurlijk hoe het viertal elkaar heeft gevonden. Dat levert een vragende blik op tussen beide muzikanten. Beide hebben zich later aangesloten bij de band. Peter Berák kwam een aantal jaar geleden The Ills versterken. “Ik kwam zes jaar geleden bij de band als vervanger van de bassist die er mee was gestopt. In die tijd woonde ik met onze drummer Luboš in dezelfde flat. We hielden van bier, we hielden van dezelfde muziek en we hadden een zelfde gevoel voor humor. We speelden ook al samen in een blues-punk band en ik vond wat ze met The Ills deden erg goed en kende de andere leden van de band ook al. Het was heel vanzelfsprekend dat ik met ze begon mee te spelen. We vonden het allemaal een goed idee.” Dan valt Luky in. “Ik ben ook op die rijdende trein gesprongen. Ik had nog nooit een elektrische gitaar met amplifier of effect daarvoor bespeeld. De hoofdgitarist Iso probeerde al langer mij te overtuigen om bij de band te komen, hoewel ik mijn beperkte gitaarvermogens als probleem zag. Hij was erg obstinaat en dus heb ik uiteindelijk maar ja gezegd en besloten het te proberen.’De kennis van Miro Luky is in die periode uiteraard snel opgevijzeld.
Luky vervolgt en we krijgen het over de sound van de band. “Op het moment dat ik bij de band kwam was het vooral zaak om te leren wat onze gitarist had geschapen. Er was geen tijd om nieuwe wegen in te slaan. Op het moment dat ik mijn plek in de band had gevonden en een goed begrip had van waar The Ills voor staat kon ik ook creatief gaan bijdragen. Vaak was dat in samenwerking met Iso in het uitkiezen van effecten en wat daarbij bij de sound van de band paste. Uiteindelijk ontdekte ik mijn eigen sound en vandaar uit kon ik in de effecten nog meer speculeren.” Berák neemt het over. “Ik denk dat het cruciaal was dat we niet bleven steken in de post-rock, maar dat we ons ook verder ontwikkelden. Meer boeiende toevoegingen aan onze muziek. Verrassing en wat spannends. We houden allemaal van dezelfde muziek, maar we hebben allemaal ook wel een kant die van ons zelf is qua muziek smaak. Elk bandlid heeft een stuk gemixt en ineens ging onze muziek onverwachte richtingen uit. Uiteindelijk realiseerden we ons dat muziek voor vrijheid staat en dat we kunnen doen wat wij willen. Deze vrijheid passen we nu toe op onze muziek. Het schrijven van onze liedjes heeft heel verschillende invloeden en gaat ook steeds op een andere manier. Soms maken we een liedje tijdens een oefensessie en een andere keer knoeien we er drie of vier maand mee. Vaak is het één van onze gitaristen die met een kaal skelet van een liedje komt en dan proberen we met elkaar er iets betekenisvol van te maken. Voor onze nieuwe album ‘Disco Volante / Mt. Average’ dat net uit is hebben we een andere aanpak gekozen. We hebben de liedjes geschreven tijdens het oefenen in jamsessies, zodat de liedjes onze huidige gemoedstoestand reflecteerde. Ons doel was om een album te maken dat helemaal afweek van ons eerdere werk. Het is niet eenvoudig voor instrumentale muziek om dat te doen en we hebben er lang mee geworsteld. Uiteindelijk besloten we toch om een wat meer experimentele richting te kiezen.” Luky beaamt dat. “Het album verschilt inderdaad erg van onze voorgaande vier albums. Het belangrijkste verschil is de sound. We hebben meer dan alleen drums en gitaar gebruikt. We zijn vooral aan het experimenteren geweest en hebben ons minder gericht op het eindproduct. Het album is verdeeld in twee kanten. Het eerste deel Disco Volante is vooral mijn kijk op de muziek, terwijl Mt. Average vooral Iso’s invloeden heeft. Het schrijven van liedjes begint altijd wel een beetje thuis in onze huiskamers. Daar komen de ideeën naar voren van Iso en van mezelf. Delen van de liedjes die het begin vormen van de songs die we dan afmaken in de oefenruimte. We proberen altijd veel kleine ingevingen samen te brengen en ze zo te buigen dat ze betekenis hebben.” Dan lacht hij ineens. Heft zijn glas en merkt op: “Hoe meer wijn, hoe beter het gaat.”
De wijn is echter op en beide heren lopen nog een stuk mee door Bratislava. Spontaan vertellen ze nog wat over de stad. “In heel Slowakije heb je eigenlijk twee muziekstromingen legt Peter Berák uit. Dat is groter dan alleen Bratislava. Er is een grote commerciële muziekscene en een niet-commerciële, of te wel een alternatieve muziek scene en die is eigenlijk het meest interessant. Die beweging is niet zo heel erg groot, maar Slowakije is ook maar een klein land, dus ik denk dat het wel in balans is. Niettemin zijn er veel goede en originele en heel interessante artiesten en bands” Miro Luky wijs dan om zich heen. “Er is een muzikale scene in Bratislava die langzaam wakker wordt. Deze stad geeft veel inspiratie, het komt van overal wat mooi is of slecht, wat je verrast of wat je opvalt. Ik word zelf nooit geïnspireerd door het kijken naar andere bands. Inspiratie komt als je hersens worden geprikkeld. Alles wat je gedachtegoed stimuleert is inspiratie.” Voor het Welcome to The Village publiek is The Ills wellicht niet de eerste band die ze aanstrepen voor vrijdag 19 juli, maar het optreden zou wel eens één van de verrassingen van het Festival in Leeuwarden kunnen worden.