Pandemische beteugelingen stonden het Britse Still Corners in de weg om hun laatste album ‘The Last Exit’ in Europa te promoten. Recent stond het gezelschap alsnog in Vera in Groningen als onderdeel van een grotere toer om het publiek te wijzen op het album. Terecht, want alweer het vijfde studioalbum van de band uit Londen mag zeker die aandacht hebben. Still Corners is het project van Tessa Murray en Greg Hughes. De Britse Murray en de Amerikaan Hughes kwamen met elkaar aan de praat tijdens een treinreis in Londen. Het bleek de basis voor Still Corners en de band maakte indruk met de eerste twee albums ‘Creatures of an Hour’ in 2011 en ‘Strange Pleasures’ in 2013. Na dat overweldigende begin werd het even wat stiller rondom de band. Pas in 2016 verscheen album nummer drie ‘Dead Blue’ en in 2018 ‘Slow Air’, in wat met het laatste album ‘The Last Exit’ een trilogie is, waarbij de formatie zich laat inspireren door, zoals de Amerikanen dat zo fraai noemen, the open road. De belofte van landschappen, ontmoetingen en al het aanverwante wat zich even verderop zou kunnen aandienen. De band heeft in het verleden een keur aan mooie songs geschreven en ook zeker op het nieuwe album is dat het geval, echter met veel nummers die kwalitatief prima zijn ontbreekt nu en dan een beetje dat onderscheidende. De nummers die er echt nog even een compleet andere draai aan het geheel geven. Dat mag niemand stoppen om het album toch op de open road van de draaitafel te leggen, want het is zeker geen slecht album vol met prachtige tegen de Americana aanleunende dreampop. Met het titel nummer ‘The Last Exit’ vertrekt de reis ongehaast. Tessa Murray heeft een hele fijn stem om juist dat dromerige te vertolken met een bezwerend, haast hypnotiserend ritme. Het zijn beeldende nummers, die live worden gesteund door projecties, maar ook zonder die steun je meenemen. In het nummer verklaard ze de noodzaak om de reis aan te vangen en betuigt spijt dat ze wel moest verdwijnen. Kalm, beheerst, maar met fijne accenten. Nog kalmer met gaaf fluitje, is ‘Crying’ dat een mooie melancholie weet te vertolken. Een nummer geschreven tijdens de pandemie en een late toevoeging aan het al bijna klaar zijnde album. Tot de hoogtepunten behoort ‘White Sands’, net wat frisser en pittiger en dat werkt uitstekend. Een beeldende song en prachtig in zijn spel tussen zang en gitaar. De open road komt goed tot zijn recht door de lang aangehouden tonen van het instrumentale ‘Till We Meet Again’ met de suggestie van wind op de achtergrond in een nummer dat de tijd krijgt die sfeer neer te zetten zonder zang. Erg aansprekend is ook het prachtige Chris Isaak-achtige ‘A Kiss Before Dying’. De Amerikaanse zanger is toch een inspiratiebron voor de band. ‘Mystery Road’, ook wat meer uptempo, springt er ook uit met die hele mooie zangstem, maar lijkt wel erg op het volgende nummer ‘Static’ die beter wat meer uit elkaar geplaatst hadden kunnen worden. Via het prima ‘It’s Voodoo’ nader dan al snel het prachtige ‘Old Arcade’ waarmee Still Corners afsluiten met een hoogtepunt. Een gewoon lekker, prima album dat de aandacht zeker alsnog verdiend.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden