Skylar Gudasz stond al met menig naam op het podium. Ray Davies, Cat Power, Hiss Golden Messenger, The Mountain Goats, Sharon Van Etten en Teenage Fanclub zijn artiesten waar je, nog betrekkelijk aan het begin van je loopbaan, mee aan kunt komen. Durham, North Carolina is de thuisbasis van de Amerikaane Skylar Gudasz. In 2016 kwam haar debuut album ‘Oleander’ op de markt. Een album dat haar onder andere vergelijkingen met Joni Mitchell opleverde vanwege haar zang en de open setting van haar gitaarspel. Het vervolg is ‘Cinema’. Hiervoor hield ze strak zelf de touwjes in handen, maar liet zich bij de opnames in de April Base studios in Eau Claire, Wisconsin bijstaan door producer Brad Cook die voor zijn werk met onder andere Bon Iver, The National, The War On Drugs en Waxahatchee voor een Grammy werd genomineerd en Jeff Crawford onder andere producer voor Daughter of Swords tijdens de rest van de opnames in een landelijke omgeving in haar eigen thuisstaat. Deze aanpak gaat niet ten koste van het geheel. Het blijft een compleet pakket de 9 songs Skylar Gudasz begon al heel jong in haar muzikale omgeving als fluitiste en leerde daarna haarzelf de piano en gitaar waardoor ze een geheel eigen stijl ontwikkelde waarin Americana, folk, pop en rock hun invloed hebben. Het zijn vooral liedjes op ‘Cinema’ die over haar kijk op het leven gaan. Ruimte voor emotie, maar vaak ook compromisloos en steeds erg fraai. ‘Cinema’ begint met het langzaam aanzwellende ‘Femme Fatale’. Al snel blijkt dat het album geen grote koerswijziging van haar debuut is, maar dat het wel allemaal een tikje meer diepgang heeft en op welhaast elk punt een fraaie groei laat zien. Het openingsnummer is rustig en behoort bij de mooiste van het album. Die rust en ongehaastheid, met prachtige onderstrepingen in haar begeleidingen is ook terug te vinden in ‘Actress’, een nummer niet zonder ironie, zoals dat in meer liedjes terug komt. Helderder en vlotter is ‘Play Nice’ over hoe lieve meisjes het verste komen in de muziek. Het toont met een andere kant van de zang van Gudasz die ook zeker prettig is en het nummer heeft iets fijne rauwe kant en klinkt lekker eigenwijs. Dan zoekt ze voor het prachtige ‘Rider’ weer de kalmte op. In de nummers brengt dat een mooie contradictie tussen de rust in de zang en vaak de hardheid in de tekst. Dat werkt prachtig en geeft het album peper. Je voelt dat de zangeres met de luisteraar speelt. Mooi zijn nummers als ‘Animal’ en het langzaam aanzwellende ‘Short Staying’. Net als je denkt het is wel weer tijd voor wat uptempo werk is daar het pianoliedje ‘go Away’ dat weer wat snelheid biedt. Mooiste liedje van het album is naast ‘Play Nice’ en ‘Rider’ is het kleine ‘Have we met, Sir’ met alleen piano, is dit haast fluisterende gezongen nummer heel intiem en bij tijden erg schrijnend en gevoelig. Met ‘Waitress’ wordt dan afgesloten op een zeer geslaagd tweede album van Skylar Gudasz dat nog net een liedje als ‘Play Nice’ extra had kunnen gebruiken.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden