Sinds ‘Shot from a Cannon’, het album dat Rachel Kiel in 2017 op de markt bracht zijn we stiekem een beetje fan van deze dame uit Chapel Hill in North Carolina. Dat was haar derde album na ‘Table Manners’ (2008) en ‘Television Waltz’ (2012). Nu komt daar een prachtig vierde album bij met ‘Dream Logic’ dat wederom grossiert in heerlijke dromerige indie-pop liedjes. Een album dat nog beter en nog volwassener is dan de voorganger die Kiel op de markt bracht. In de loop der tijd is er ook een mooie ontwikkeling te zien in het werk van Rachel Kiel die zich bij elk album inspant om nieuwe elementen aan haar muziek toe te voegen en zich zo van de jonge tiener, via de folk en Americana naar de indie-pop met inhoud heeft verder geëvolueerd. Op het album laat ze zich begeleiden door drummers Daniel Faust en Laura King, cellist Leah Gibson, violist Laura Thomas, gitarist Carter Caj, Mitch Easter en Nick Jeager, Hannah Goodwin-Brown, Robert Sledge en Anne-Claire Niver, Evan Ringel op trombone en Jeff Crawford als medeproducent en net als Kiel zelf op tal van instrumenten. Het album begint inderdaad letterlijk met een droom. ‘Car Crash Dream’ begint vrolijk en luchtig met de zangeres in een volledige controle maar blijkt een nare nachtmerrie. Mooi contrast tussen de aanvankelijke onbezorgdheid en de donkere gitaar die het nadere onheil aankondigt. Een mooie balans tussen de synths en de gitaar tillen dit nummer naar een hoger niveau. Het vlotte ‘Late Night Drive’ volgt, ook een nummer waarin de suspensie wordt opgevoerd maar wat dan geen ontlading levert en in de verte wegsterft. Na het krachtige, waarschuwende en mooie ‘Watch Yourself’ neemt Kiel het helemaal terug naar het zacht vloeiende ‘Keep That in Your Pocket’. Een heerlijk rustige song en één van de mooiste op het album met een subtiele baslijn. Op haar vierde album blijft de kracht en pracht van haar stemgeluid fraai overeind, maar is ook duidelijk wederom dat ze nog steeds volop groeit als artieste. In haar muziek schuwt ze het experiment niet met mooie en verrassende percussie en een uitgekiende balans tussen elektro en akoestisch. Haar songwriting levert regelmatig pareltjes op. De fraaie ongehaastheid in ‘Favorite Work’ met steeds een fijne gelaagdheid en een tikje onvoorspelbaarheid, wat wordt gekoppeld aan maturiteit. Muzikaal blijft het wat aanschuren tegen de Americana, maar heeft toch de indie-pop de overhand. Krachtig gaat ‘I Don’t Need You’ van start, waardoor het album ook een mooie kadering heeft en ieder liedje zijn eigen identiteit behoudt. Rock komt langs in ‘Do Wat You Want’ met een lekker jaren 60 retro gevoel. Het einde van het album is prachtig met het rustige ‘Discipline’ en het erg indrukwekkende ‘Ava Gardner’ wederom een liedje over een droom met prachtig cello spel van Leah Gibson en synths van Jeff Crawford. Wederom een zeer mooi album dat hopelijk Rachel Kiel de aandacht geeft wat ze verdiend met dergelijke fraaie albums.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden