De oorsprong van The Haar klinkt als een sprookje. Twee folk muzikanten zitten in een bar als een zangeres zonder begeleiding met alleen de kracht van haar stem a capella de pub muisstil en vastgelijmd aan haar lippen krijgt. Die zangeres is Molly Donnery en die muzikanten violist Adam Summerhayes en bodhránnionist Cormac Byrne. Ze spreken met de zangeres af de volgende dag wat te gaan samenspelen en het fundament van The Haar is gelegd. Op accordion is Murray Grainger het trio nog komen versterken en het eerste album van het kwartet is vorig jaar verschenen. Een 9 tal traditionals zijn door het gezelschap onder handen genomen en met een prachtig resultaat. De band is vernoemd naar het Schotse woord Haar, een mist die over de kust naar het binnenland rolt. Een sfeervol beeld, dat de band ook in de muziek weet te scheppen. In de verte kondigt zich ‘The King’s Shilling’ aan. Fantastisch komt hier kalm overheen de stem van Molly Donnery en je begrijpt onmiddellijk, hoe ze die pub stil kreeg. Met fraaie percussie wordt deze song uitgebouwd en het tempo verhoogd naar iets prachtigs met veel urgentie en een steeds scherper randje. Ook een traditional is de emigratie song ‘The Green Fields of Canada’. Waar bij de meeste van dit soort nummers met weemoed terug wordt gekeken naar het oude land, in dit geval Ierland, wordt in dit nummer juist de toekomst met twee armen omarmt. Erg mooi is ‘Willie Taylor’ met prachtig drijvend drumwerk en een steeds toenemende prangendheid, waardoor het van een relaxt lied een steeds feller document wordt, als ook de viool van Adam Summerhayes, die ook bijdragen heeft aan een toevoeging aan de tekst. zich steeds meer roert. Na dit stormachtig eindigende nummer is het een terug keer naar de kalmte in het rustig zich ontwikkelende ‘Siúil A Rún’, Donkere drums kondigen ‘My Lagan Love’ aan dat kalm, maar zwaar op het gemoed drukt. ‘The Creggan White Hare’ gaat over een haas die de jachthonden steeds te slim af is. Als het verhaal dan eindelijk gedaan lijkt en de witte haas omsingelt is door jagers en honden, weet hij met een ultieme sprong toch weer het hazenpad te kiezen. ‘Two Sisters’ biedt wat verlichting in een wat luchtigere toon, Melancholie en weemoed voeren dan weer de boventoon in het trage ‘The Emigrant’s Farewell’, vooral bekend van Cara Dillon. Deze eerste kennismaking met The Haar, en wat voor en kennismaking, eindigt met ‘Craigie Hills’. Liedjes die de meeste folk adepten wel elders hebben gehoord, maar wat krijgen ze een prachtige uitvoering bij The Haar. Een verrukkelijke zangeres en drie gelouterde klasse muzikanten die bescheiden, maar toch indringend het podium voorbereiden voor Donnery. Een fantastisch folk album.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden