Een totale onbekende in Nederland is Sandra Monfort en misschien blijft dat ook wel zo, maar haar pas verschenen album ‘Niño Reptil Ángel’ zou de aandacht zeker verdienen. Als gitarist droeg ze bij aan tal van albums in Spanje en maakt Monfort deel uit van de formatie Marala en eerder was de Catalaanse al actief in vele andere bands of formaties. Een gedreven en gepassioneerde gitaarvirtuoos. Nu is er dan haar solo debuut, een intrigerende mix van traditionele muziek, avant-garde en elektronica. Afwisselend luister je naar een album met welhaast klassieke gitaar muziek, flamenco, folk of pop. Op het album laat Monfort zich begeleide door Cibran Seixo op onder andere viool, percussie en birimbao, Crnds op elektrische gitaar, synthesizers en mandoline en op enkele songs door zangeres Selma Bruna, fluitist Xavi Lozano op bansuri en mohoceño en Xose Lois Romero die traditionele Galicische percussie speelt. Het levert een fascinerende plaat op. Een plaat waarop Monfort zich ten overvloede als gitarist bewijst, maar ook als zangeres fier overeind blijft, een kwaliteit die ze bij Marala heeft ontwikkeld. De sfeer wordt gezet in een intro met vervormde stemmen en donkere klanken. Dat gaat over in het wondermooie en vlotte Ramo Verde, waarop ze vocaal ondersteuning krijgt van Selma Bruna. Het is een opzwepend nummer met mooie viool en een authentieke sound, althans voor een Nederlands oor, van een avond in een dorpje ergens in Catalonië. Daar wortelt deze plaat ook in. De roots van de muziek van Sandra Monfort zijn stevig verankert in de muziek van de regio. Erg mooi is ook ‘Ni Cos Ni Brida’, rustiger, fantastische ruimtelijke zang en met een diepere lading. De taal waarin Monfort zingt is niet voor iedereen te volgen, maar je voelt hoe persoonlijk de onderwerpen zijn en hoe integer de zangeres zich op dit album bloot geeft. Ze laat je toe in haar gevoelsleven. ‘Solar’ bijvoorbeeld is zo’n rustig liedje, waarin haar pijn, maar ook de troost voelbaar zijn. Ze zingt heel delicaat, soms met een lichte vervorming. Een liedje hoe iemand als hij in je leven is, het pijn doet, maar als hij er niet is, dat gemis ook groot is. Een onderwerp dat universeel is. ‘Pajarillo Verde’ wordt gekleurd door prachtig fluitwerk dat in zijn hektiek contrasteert met de lang aangehouden rustige zang. Dat werkt fantastisch en maakt dit liedje tot één van de hoogtepunten, helemaal omdat de urgentie groter en groter wordt en luisteren een noodzaak. ‘La Lebre’ is wat vlotter en lichter van toon, maar ook met een mooie ontwikkeling en ‘Resina’ is dan weer kalm. Heel fijn is het hele album de mix van traditionele instrumenten, met synths en effecten. Dit voegt de historie en de toekomst samen. Sandra Monfort plaatst zich zo in een ontwikkeling die overal in Europa zich doet voelen, waarbij de volksmuziek met moderne middelen wordt gebracht, maar met een eerbiedige knik naar het verleden. Het album sluit af met titelnummer ‘Niño Reptil Ángel’. Een rustig licht ontregelend slot aan een prachtig album. Misschien wordt Sandra Monfort hier niet bekend, maar ga toch maar luisteren naar deze prachtplaat en laat je daarbij niet misleiden door de iets minder aansprekende hoes.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden