TALLINN – De biografie die Eurosonic / Noorderslag van het Estse OOPUS is al boeiend, maar wie zich nog even verder de moeite neemt om zich te verdiepen in deze deelnemer ontdekt een keur aan aanknopingspunten voor een goed gesprek. “OOPUS is een audiovisuele folktronicagroep uit Tallinn, Estland. Ze mixen Estse traditionele muziek met analoge synths. Een danser verzorgt de live visuals die als één geheel pulseren met de muziek. De vier leden houden van zowel traditionele als elektronische dansmuziek: ze gebruiken Estse doedelzak en antieke runesongs, maar ook klassieke ‘acid-synths’ als de TR-06, TR-09 en TB-03 die je van techno naar acid voeren, en van 120bpm naar 150bpm. Hun tweede studioalbum ‘Folk On Acid’ kwam uit in de zomer van 2022.” Antieke runesongs, de combinatie van autenthieke instrumenten met techno en acid, maar ook een ander aspect trekt de aandacht. Leden van de band cureren de Folktronica Showcase-producties tijdens de Tallinn Music Week.
Wat maakt een goede showcase? Het is de eerste vraag die we stellen aan Johannes Ahun en Mari Meentalo van OOPUS. Als ervaringsdeskundigen kunnen zij wellicht hier een goed antwoord op geven. Beide kijken elkaar eens aan en formuleren dan zorgvuldig: “De echte formule voor artiesten op een showcase podium: je begint episch, dan ga je verder met je grootste hits en van daaruit ga je omhoog. Dat is ons plan!”, grijzen dan beideom dan serieus te vervolgen: “maar onze ervaring als organisator van Folktronica Showcase is dat hoe grondiger je voorafgaand aan het evenement bent, hoe soepeler de rit tijdens de showcase verloopt. Wanneer we line-ups samenstellen, letten we op hoe de energie van de avond stroomt, meestal beginnend met langzamere bpm-s tot 150+ later op de avond. Ook tijdmanagement en iedereen die zijn rol kent, is cruciaal.”
We zijn natuurlijk vooral in Tallinn om te praten over de muziek van deze Estse bezoekers aan ESNS in Groningen. We beginnen aan het begin. “Ik heb een foto van mij, misschien 3 jaar oud”,vertelt Johannes Ahun, “waarop ik voor de geluidsinstallatie van mijn vader sta te luisteren naar iets uit zijn verzameling. Ik denk dat het een Kraftwerk-cassette had kunnen zijn, aangezien we er een hadden. Van jongs af aan voelde ik een vreemde band met elektronische muziek.” Mari Meentalo kreeg ook de muziek van huis uit mee: “Ik zong met mijn moeder zodra ik wist hoe ik een geluid moest maken, sommigen zeggen dat ik zelfs begon te zingen voordat ik kon praten. Ik ging naar de muziekschool toen ik vijf jaar was, dus in die zin zijn we allebei al heel jong met muziek in aanraking gekomen. Onze andere 2 bandleden, VJ Aleksander Sprohgis en danser Raho Aadla zijn ook erg muzikaal. Aleksander speelt gitaar en Raho houdt van zingen.” Een start die een mooi vervolg kreeg en via OOPUS. Johannes Ahun vertelt hierover: “Op dit moment geloof ik dat een muziek carrière mogelijk is, maar het grootste obstakel om dit doel echt te bereiken, is om het plan heel reëel te maken. Je doelen uitspreken, opschrijven en een plan hebben! Droom groots, maar werk er ook aan om ze te bereiken met een goed plan. Argumenten ertegen zijn heel reëel: je hoort veel pijn en dat het bijna onmogelijk is om als muzikant de kost te verdienen, en dat voel ik ook.” Mari Meentalo knikt beamend: “Ik voelde eigenlijk de druk om iets “normaals” te doen als levensonderhoud, aangezien “muziek altijd je hobby kan zijn” en “het zal nooit brood op tafel brengen”. Dus na de middelbare school ging ik landschapsarchitectuur studeren, maar ik was altijd actief in het maken van muziek, optreden met bands en dergelijke. Op een gegeven moment besefte ik dat muziek eigenlijk het enige is dat ik echt wil doen en besloot ik gewoon te stoppen met mijn MA-studies. om een muziek carrière na te jagen. Het is natuurlijk financieel moeilijk geweest, maar altijd emotioneel zeer lonend. Zoals Johannes zei, het plan moet goed zijn. Als muzikant moet je denken als een ondernemer als je er je beroep van wilt maken.”
“Ik ging in 2015 Sound Engineering studeren aan de Tartu University Viljandi Culture Academy en ben afgestudeerd in 2021 en ontmoette Mari in 2016”, vertelt Johannes Ahun als we ingaan op de geschiedenis van de band OOPUS. “Ik vroeg veel vrienden van Uni om met me te komen jammen om te zien wat er zou gebeuren. Toen ik Mari ontmoette tijdens de jamsessie waren we allebei hooked en begonnen we elektronische dansmuziek te ontwikkelen in combinatie met Estse folklore. Omdat we allebei ervaring hadden in eerdere bands en als organisatoren van evenementen, begrepen we hoe belangrijk geluid en licht zijn terwijl je optreedt. Als live muzikant en geluidstechnicus kan ik het geluidsgedeelte dekken, terwijl licht de grote puzzel voor ons was. We ontmoetten Aleksander Sprohgis in 2017 en vroegen of hij wilde samenwerken. Nu werken we sinds november 2017 als band samen. Raho Aadla, onze danser, kwam in 2020 bij de band. Hij zag ons optreden in juli 2018 op het Viljandi Folk Music Festival en werd verliefd op onze creatie. Op een dag kwam hij naar onze studio om te vragen of we konden samenwerken en vanaf dat moment zijn we een groep van 4 geweest.”
Folktronica is een prachtige muziek stroming die juist ook in de Baltische landen, maar ook bijvoorbeeld Finland en Polen veel aanhang geniet. OOPUS is één van de meest in het oog springende vertegenwoordigers hiervan. “Ik zou folktronica zo omschrijven: als iemand versterking gebruikt en bijvoorbeeld een traditioneel lied zingt, is het al folktronica, want op die manier ontmoeten die twee werelden elkaar”, legt Johannes Ahun uit. “Het genre kent geen grenzen en ik heb het gevoel dat je een DJ, laptopproducer met samples, band of zo iets, kunt zijn en als ze world of traditioneel of folk combineren met elektronische apparatuur is het folktronica. In Estland is zingen de sleutel geweest voor het doorgeven van levenslessen, geschiedenis en alle verhalen die ertoe doen. Meestal zijn Estse runo-liedjes vrij lang met heel eenvoudige melodieën en meestal varieert de melodie enigszins van couplet tot couplet. De songstructuren van Runo lijken op die manier echt op elektronische dansmuziek en beide moeten mensen behoorlijk lang bezig houden. Ik heb het gevoel dat elektronische dansmuziek en oude Estse traditionele liedjes elkaar goed aanvullen en door onze muziek voel ik me erg verbonden met beiden. De grootste invloed voor de ontwikkeling voor onze eigen muziek zijn en waren mijn synthesizers. Ik had in 2016 een visioen dat uiteindelijk werkelijkheid werd in 2022 met ons album ‘Folk On Acid’. De naam is geboren tijdens de opnamesessie van ons eerste album ‘Nõidus’ wat je in het Nederlands kunt vertalen naar tovenarij, in 2018, toen onze goede vriend en opnametechnicus José Diogo Neves zei dat het klinkt als folk op acid. Destijds klonk het in onze gedachten niet precies zoals we hadden gedroomd dat het zou moeten ik had toen nog geen synths zoals TB-03’s en TR-09 enzo.” Mari Meentalo vult hierop aan: “We luisteren en analyseren ook muziek waar we van houden en proberen elementen te vinden die lijken te werken en wat niet. Ik moet hieraan toevoegen dat de muziek die we in het begin maakten een stuk langzamer was dan de nummers die we de laatste tijd hebben geproduceerd. We werken er actief aan om mensen te laten dansen en in die zin denk ik dat onze muziek en hoe het klinkt sterk is geëvolueerd. Oude Estse spelliederen, dansliederen en runo’s die we als basis van onze muziek gebruiken, zijn door de eeuwen heen getest door talloze zangers en generaties en die liedjes zijn bewaard gebleven van wie weet wanneer waarschijnlijk duizenden jaren tot het einde van de 19e en eerste helft van de 20e eeuw, toen wetenschappers en hobby-estofielen ze begonnen te verzamelen, transcriberen en opnemen. Ik hou gewoon van de alliteratie in runo-liedjes, de onderwerpen en hoe mooi de taal vloeit. Er zijn specifieke kenmerken die het tot een runo-nummer maken, behalve dat het super oud is dat van generatie op generatie is doorgegeven. Het belangrijkste is absoluut de tekst en de betekenis van het lied. Typische kenmerken voor de tekst zijn alliteratie, eindeloze rijm, assonantie en parallellisme, wat zoveel wil zeggen als het herformuleren van één gedachte door verschillende verzen, zoals “rol mee, rol lieve zon, rol nu door de wateren van de schepper, zink naar beneden door de berkenboomkronen!”, met één couplet bestaande uit 8 lettergrepen. Veel melodieën zijn recitatief, dus ze variëren meestal tussen de 3 en 5 noten. De melodieën van het runo-lied worden herhaald door een of twee coupletten, zijn diatonisch, stapsgewijs en missen chromatiek. Voor mij heeft runo het vermogen om trance-achtige toestanden op te wekken met zijn herhaling en als je luistert naar de teksten over hoe je deze levendige wereld om ons heen waarneemt en ermee communiceert, is het gewoon een nooit opdrogende bron van wijsheid, schoonheid en kracht. Het geeft me enorm veel plezier om een deel van de cultuur van Estland te delen in de vorm van folktronica. Ik denk dat folktronica traditionele muziek ook een betere kans geeft om te overleven en te gedijen, in plaats van in de originele vorm in de archieven te worden bewaard.”
We praten verder over hoe dergelijke oude invloeden als basis worden gebruikt om moderne muziek van de 21ste eeuw op een festival als Eurosonic te laten klinken. “We hebben het geluk dat we een enorm archief hebben met traditionele muziek, songteksten, verhalen, liedjes en wat nog meer”, onthult Johannes Ahun. “Er zijn meer gearchiveerde liedjes dan het aantal mensen in Estland. We houden van oude lyrische epische verhalen in de oude regionale dialecten waar verhalen erg diep zijn en vaak meer vragen dan antwoorden achterlaten die de geest echt op de beste positieve manier activeren.” Mari Meentalo luistert aandachten en pakt het dan op: “We beginnen meestal met een synthlijn of een specifieke melodielijn voor een hoofdinstrument bijvoorbeeld de doedelzak of zang en bouwen dan onze andere instrumenten eromheen. Als Johannes een idee heeft van een geweldige synth-lijn, blader ik in mijn hoofd in de archieven om een traditioneel nummer te vinden dat past bij de sfeer met zowel de tekst als de melodie. Dan jammen we er omheen en proberen gewoon alles wat we kunnen bedenken met onze instrumenten, loopers en zoeken uit wat werkt. Eigenlijk kun je de workflow zien en hoe we onze liedjes maken als je ons YouTube-kanaal bekijkt. Veel livestreams die we daar hebben, zijn gewoon nieuwe ideeën die we aan het testen zijn en sommige daarvan ontwikkelen zich tot een track en halen onze shows en releases” Ze klikt op internet een youtube video aan. “Deze specifieke runo heet The Goose Game. Het is een oud spellied opgenomen in 1936 in de Jõelähtme-parochie.”
In het werk van OOPUS spelen de synths een belangrijke rol, maar ook traditionele instrumenten, zoals bijvoorbeeld de Estse doedelzakken die zo prominent aanwezig zijn in hun sound. “De Estse doedelzak heeft een vrij zacht geluid in vergelijking met andere soorten doedelzakken, maar er wordt gezegd dat er in die tijd geen fatsoenlijk feest of een goede bruiloft kon worden gehouden zonder een doedelzakspeler. Dit instrument komt van oudsher uit de kuststreek en eilanden, omdat je riet en zeehondenmaag nodig hebt om er een te maken. Tegenwoordig wordt zeehondenmaag vervangen door coretex-stof en in plaats van riet gebruiken we koolstof, dat minder gevoelig is voor temperatuur- en vochtigheidsveranderingen. Het verbinden van verschillende instrumenten, of het nu doedelzakken, synths, gitaar, piano of wat dan ook zijn, is de intonatie, Johannes speelt bijvoorbeeld een aantal hele mooie sub-low-end drone-geluiden en ik speel mijn doedelzak er bovenop met een midden- en hoog bereik. Het klinkt geweldig!”
Dat is te beluisteren op beide albums die vorig jaar uitkwamen. Dat zijn het live audiovisuele improvisatiealbum “Inventing Lunar Cycle” en het tweede studioalbum van de band ‘Folk On Acid’. Ahun vertelt hierover: “Ons live-album kwam tot stand terwijl we een hele week op bandcamp waren. Hadden we in de nacht een jamsessie en als technicus nam ik al het materiaal op en later tijdens het luisteren vond ik het echt de moeite waard om te delen, je kunt beelden zien die we parallel aan de muziek hebben opgenomen op ons YouTube-kanaal. In 2020-2022 hebben we ons tweede studioalbum “Folk On Acid” gemaakt. In feite zijn we erin geslaagd om het album te maken waar we van droomden toen we begonnen met het opnemen van ons eerste album. Nu is het geluid, de muziek en het ontwerp er allemaal.”
“Tallinn is een kleine, maar drukke stad met een erg actieve muziekscene”, snijden we een ander onderwerp aan. “We hebben het geluk dat traditionele muziek in verschillende vormen erg populair is in Estland, maar er is ook een heel actieve metal-, funk-, jazz-, klassieke en EDM-scene. Veel coole plekken, locaties, bars, festivals om te bezoeken. Je kunt een heel goed overzicht krijgen van de scene als je naar de Tallinn Music Week komt”, maakt het duo alvast reclame voor eigen stad.
“Er zijn vier totaal verschillende achtergronden in onze band: Ik ben gediplomeerd in Estse traditionele muziek en landschapsarchitectuur, Johannes is een voormalig professioneel windsurfer en nu geluidstechnicus, Aleksander heeft een theaterachtergrond als VJ, lichttechnicus en hij heeft ook beeldhouwkunst gestudeerd , en Raho heeft MA in dans en choreografie. In onze gedachten zijn al die mediums en achtergronden essentieel om onze muziek te presenteren. En de beste manier is natuurlijk om het live mee te maken”, komen we bij de reden van het bezoek. De showcase voor Eurosonic. Johannes Ahun vervolgt: “Ik word enthousiast van geluidssystemen en ik heb het gevoel dat ik veel te vertellen heb via onze muziek. Als geluidstechnicus heb ik veel respect voor het geluid en mijn doel is om het echt meeslepend te maken met diepte, dimensie, luidheid en tegelijkertijd een aangename ervaring voor het oor te geven.” De enthousiast meeknikkende Mari Meentalo stemt hier mee in: “De sfeer die we samen met het publiek creëren is gewoon opwindend en ik ben super blij om alle bezwete gezichten en lachende gezichten te zien tijdens onze show.” We informeren naar de zakelijke doelen bij Eurosonic. “Het is onze eerste keer op Eurosonic en ook de eerste keer dat we in Nederland optreden, dus we hebben het gevoel dat we daar veel te winnen hebben. Ten eerste zijn we zeer vereerd dat we zijn geselecteerd voor het officiële programma en we zouden graag connecties maken met de lokale elektronische muziekscene in het algemeen, maar we zijn meer gericht op live festivals en evenementen. We zijn onafhankelijk sinds onze start, dus vanuit de zakelijke kant zijn we op zoek naar agenten, managers en festivals om mee samen te werken. We staan open om onze passie te delen en hopen jullie allemaal te ontmoeten op ESNS23! Neem gerust contact met ons op via social media of direct per e-mail.” Dan besluiten ze met een oproep om vooral hun showcase op 19 januari in de Rabostudio in het Forum in Groningen te bezoeken. “Kun je je voorstellen hoe de Estse doedelzak techno ontmoet? Wees welkom bij ons om live te zien hoe springlevende Estse traditionele muziek analoge synthesizers ontmoet met door beweging getriggerde beelden. We hebben deze stijl de afgelopen vijf jaar ontwikkeld en zijn echt vereerd om onze creatie aan jullie te komen presenteren.”