Dat Judy Blank een gevoelige ziel is die veel op haar schouders neemt had iedereen af kunnen leiden aan haar liedjes van haar voorgaande platen. Ze las alles, trok zich alles aan, pluisde elke recensie uit ( Hoi Judy, lang niet gezien, tot snel?) en had dan vooral oog voor wat haar raakte. Na jaren in schijnwerpers en voor een publiek en altijd en overal een mening over je, dan heb je de brede schouders van Lou Ferrigno nodig om dat te kunnen torsen, helemaal als het in het algemeen even tegen zit. Het leven is soms zwaar. Gelukkig biedt muziek ook altijd een uitweg, want op het moment dat ze spreekwoordelijk door haar geestelijke hoeven zakte en het allemaal te veel werd afgelopen zomer en de dromen even betekenis- en vooral zinloos leken, kwam haar levenslust langzaam terug. Als sneeuwklokjes die onbedwingbaar in de winter, soms door de sneeuw, toch tot bloei komen, zo waren er flarden muziek op de momenten dat ze zich op haar kwetsbaarst durfde op te stellen en toe te geven dat het niet goed met haar ging. “Lately If not been myself at all,” is de openingszin van de lange EP ‘Saddies’ met wat haar persoonlijkste en mooiste werk tot nu toe is, zonder fratsen, zonder franje en spreekwoordelijk naakt, toont ze een geweldige artieste en een erg gevoelig mens, die aan haar liedjes zich omhoog klautert en haar levenservaring met ons deelt. Dank je daarvoor Judy want aandacht voor depressie en gewoon het niet lekker in je vel zitten of zelfs burn-out is nodig, is nuttig en helpt veel mensen. ‘Saddies’ is ook een album van tegenstellingen, want hoewel de onderwerpen die Judy Blank aansnijdt zwaar zijn, zoals over mentale druk, spanningen en de angst dat je toch iets mist, wat je eigenlijk niet wil missen, klinkt het licht en optimistisch en juist daarin zit, zoals de Engelstalige het zo fraai uitdrukken, de silver lining. Er is hoop, maar je moet je er wel voor openstellen. Je kunt pas hulp aanvaarden, als je beseft dat je hulp nodig hebt. Muzikaal is het nu en dan wat verder weg van de Americana en neigt het naar pop en benoemt ze in het inleidende schrijven de invloed van Motown en dan vooral Smokey Robinson, wiens ‘Tears of a Clown’ een inspiratie is, evenals “crybabies” als Nick Drake, Christian Lee Hutson en Julia Jacklin,. Prachtig open en gevoelig is dat openingsnummer ‘Im I Mess’. Blank was altijd al een sterke zanger, maar met een volledig begrip van waar ze over zingt, krijgen de liedjes nog meer diepte. Rustiger nog gevoeliger en prachtig indrukwekkend is ‘Karaoke’, waarin ze de vraag aan de orde stelt die we eigenlijk allemaal zouden moeten beantwoorden:”Wouldn’t it be nice to do some living, before I die.” Iets vlotter is ‘The Magic’ dat langzaam ontbolstert en waarin de magie verdwijnt uit haar leven. Als je het over gloomy hebt, dan kom je uit bij The Cure, in de jaren 70 en 80 de verpersoonlijking van dat gevoel. Zeer fraai is de uitvoering van ‘Boys Don’t Cry’ die Blank te bieden heeft. Een set list favoriet met de lichte toets die Blank het meegeeft. Zwaardere piano klanken kondigen ‘Confeti’ aan dat heel fijn is en heel eerlijk en ontvankelijk, want het tot het hoogtepunt van het album maakt. Het album / Ep, met zes nummers een beetje van beide, eindigt met het meerstemmige ‘Lost at Last’. Een zwaar album, maar juist omdat het niet vrijblijvend is, dat het ons in al in zijn eerlijkheid wat te vertellen heeft, al is het maar dat we naar anderen moeten omkijken, want ook in de zon kan het donker zijn, een plaat die de moeite waard is. Een prachtige herrijzenis van Judy Blank. ( Welkom terug Judy! Pas goed op jezelf.)
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden