AMEN – Met Alamo Race Track programmeer je avontuur, spanning, dromerige rock liedjes en steek je als Bluescafë simpelweg je nek uit. De Amer in Amen werd echter voor deze moed beloond met een prachtig concert vol met intelligente liedjes en zelfs een poging tot een spontane cover van The Dutchboys, maar aangezien alleen zanger Ralph Mulder bekend was met het werk van de legendarische Drentse formatie bleef het bij een poging. Overigens kwamen in de loop van het programma met ‘Breaking the Law’ van Judas Priest en ‘Waiting around To Die’ van Townes van Sant wel twee uitstekend gekozen en veralamoracetrackte covers voorbij. De nadruk lag echter op het eigen materiaal, waarbij naast ouder werk ook veel van het nieuwe album ‘Hawks’ werd gespeeld, alles op een geweldige drooghumorischtische wijze aan één gepraat door Mulder. Een afspraak voor kerst volgend jaar met zijn aanwezige ouders, een gesprek over kippen en of ze bellen als ze gevoerd moeten worden. Alles kon. Muzikaal is Alamo Race Track een erg boeiende band. Geen recht toe, recht aan muziek, maar alle kronkels werden gevolgd. De prachtige zang van Mulder met zijn zeer karakteristieke stemgeluid is op zijn mooist als de hele band met hem meezingt. Dat bleek al in de opening met ‘The Trail’. Het begin van een erg sterke eerste set, waarin met ‘Hawks’, het rustige ‘Words’ en het bedwelmende ‘Killer Lake’, met een hoofdrol voor de xylofoon met de vaardige handen van multi-instrumentalist Leonard Lucieer. Dat constante hoge niveau kon de band niet handhaven. Zowel na de eerste pauze als na de tweede pauze had Alamo Race Track even een moment nodig om weer in het spel te komen en was het wat rommelig. ‘Records’ was daarom niet overtuigend en in ‘BCJB’ raakte de band zelfs even helemaal verdwaald. Gelukkig werd dat in de tweede set snel weer hersteld. In ‘All Engines’, een nummer waarin timing een erg belangrijke rol speelt, was de band bij de les en ook in het zeer sterke ‘Everybody Let’s Go’ overtuigde Alamo Race Track. Hoogtepunt was hierin wel het nieuwe en zeer indringende nummer ‘Bleak House’. De derde set bleef wat rommelig. Spel en zang, met name ook een prettige hoofdrol voor drummer Robin Buys die het vaak niet makkelijk werd gemaakt, maar feilloos de gitaren de maat gaf, bleven dik in orde. Naast de Townes van Sant cover was hierin The Northern Territory erg mooi, met wederom fantastische samenzang, maar het einde was plots en de intensiteit af en toe even verdwenen. Met de toegift ‘Risers’ revancheerde de band zich daar gelukkig voor. Een middag muziek waarvoor band en publiek aan het werk moeten en dat was prettig.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden