VEENDAM – De eerste stapjes van de Alabama Strings werden al zo rond 1978 gezet. Indertijd vonden de solo optredende Gerard Fühler en Marinus Snippe elkaar in hun liefde voor het werk van Hank Williams. In 1981 werd dat officieel met de Alabama Country Boys. Een Drentse formatie die zich indertijd toe is gaan leggen op country, bluegrass en aanverwante gospel uit verleden tijden. Jarenlang treedt deze formatie met succes op, maar ook met stillere perioden. Als het duo eigenlijk dreigt te verzanden voegt contrabassist Albert Stam hier een nieuw elan aan toe en stomen de Drenten weer op in de vaart der volkeren. Een goed bluegrass verhaal bevat eigenlijk altijd een overlijden. Ook, helaas, het verhaal van de Alabama Country Boys, als Marinus Snippe veel te jong sterft. Dat lijkt het einde van de band, maar als alles is bezakt en een plek gegeven gaat Gerard Fühler toch door, nu met contra-bassist Bert Hilberts als Alabama Strings, een naamsverandering uit eerbied voor Snippe, maar waar toch de connectie met Williams, geboren in Alabama, behouden blijft. Op donderdagavond half 11 ging de telefoon of ze een enkel nummertje in een show die ook op de radio wordt uitgezonden kunnen spelen. Door Covid heeft het duo slechts een paar keer in de oefenruimte de afgelopen twee jaar de snaren gestrekt, maar is het best wel roestig en weggezakt. Een enkel nummertje moet lukken, tot blijkt dat er een flink publiek zal zijn en er sprake is van een behoorlijke set. In Van Beresteyn in Veendam staat het duo dus met de nodige spanning op de bühne voor een concert in het kader van Blueprint. De opening is prima met het door Claude Boone geschreven en door Hank Williams sr uitgebrachte ‘Wedding Bells’. Een monument in de old-fashioned country en mooi tweestemmig gezongen. De eerste set is, mogelijk op adrenaline, toch uitermate prima. ‘The Bluebirds Are Singing For Me’ van Mac Wiseman en bekend van zowel The Country Gentleman als The Osborne Brothers is een erg mooie bluegrass die het tempo wat oppikt en twee mooie zanglijnen heeft en diep in de misère gaat het met ‘The Leaves Mustn’t Fall’ van Moon Mullican als een man te horen krijgt dat zijn zus nog te leven heeft tot de bomen hun bladeren verliezen en hij aan de slag gaat om het blad maar niet te laten vallen en zo het ongelijk van de dokter te bewijzen. De mooie doorleefde stemmen van het duo en het verlies wat deze muzikanten die toch de jaren van piepjong achter zich hebben gelaten zelf hebben ervaren klonk heel mooi door in dit nummer dat het tot een droef hoogtepunt maakte. De passende afsluiting van de eerste set kwam met een ander verdrietig nummer. ‘I’m So Lonesome I Could Cry’ van nogmaals Hank Williams Sr en ook uitgebracht door vele andere artiesten, waaronder Hurray for the Riff Raff en Elvis Pressley was erg fijn. Na de pauze werd het wat rommeliger, Een enkele keer moest met een subtiel schopje tegen de schenen duidelijk gemaakt worden dat de ander moest invallen. In hun prettige en goede aankondigen, maakte het duo daarvan gebruik om met een flinke dosis humor hier een voordeel van te maken. Twee prettige stemmen, een mooie trip down to memory lane wat betreft een periode in de Americana die soms wat op de achtergrond dreigt te verdwijnen, maar met het fraaie ‘Softly and Tenderly’, een gospel van Will Lamartine Thompson en onder andere gespeeld tijdens de herdenkingsdienst voor Martin Luther King Jr, het lekkere vlotte R& B nummer ‘The In-Crowd’, geschreven door Gene en Billy Page en uitgebracht door Dobie Gray en mooie afsluitende ‘A Pretty Wreath For Mother’s Grave’ van Don Reno bewees het duo dat er zeker nog toekomst is voor deze oude country songs en dat ze vaak een mooie relevantie voor vandaag de dag bevatten.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden