LEEUWARDEN – Langs de drukte van zo’n 80 historische vaartuigen die in het centrum van Leeuwarden het decor vormen van het festival Farsk komt, zeebenen meegenomen, Esther de Jong aangebeend op weg naar haar podium. “Ergens daar bij de Harmonie”, legt ze iemand uit die nog bij een andere voorstelling staat en informeert waar zij straks zal optreden. “Gewoon de kade verder aflopen.” Even later komt De Jong daar zelf ook aan, gitaar over de schouder, apparatuur in de handen installeert de singer songwriter zich op het vlot dat inderdaad naast De Harmonie ligt aan de kade, met als achtergrond het water van de Wester Stadsgracht waarop het waterplezier in vele vormen, van onhandige supper, tot in kleine zwembroek gehulde vijftigers op een jacht en de vergeefs zwaaiende rondvaartbootpassagiers in vele vormen te zien is. Wie verkoeling zocht op het water had de juiste keus gemaakt op deze hete dag. De Jong, ook op een vlot, profiteerde daar niet van en was na afloop van het concert niet rare of medium, maar well done.
Esther de Jong maakt dagboekpop, helemaal als ze alleen is, zonder steun van haar band. Kwetsbare intieme of juist scherpe venijnige liedjes en niet direct iets wat in een brandende zon met een optocht aan allerhande vaartuigen op de achtergrond vanzelfsprekend is. Dat De Jong dit dan toch weet klaar te spelen is wel een bewijs van de kracht van haar liedjes en hoe ze gegroeid is als muzikante die onder elke omstandigheid weet te overtuigen. In de afgelopen jaren leerde De Jong in verschillende hoedanigheden het vak. Aanvankelijk solo of met een metgezel, soms in een totaal afwijkende formatie of als bandlid bij een ander, maar tegenwoordig solo, maar nog vaker als band of duo. Een absolute aanrader om te gaan zien, maar spreek haar dan van te voren even aan of ze ook alsjeblieft ‘Dwalen’ wil zingen. Eén van mooiste Nederlandstalige nummers, met een prachtige tekst en een fantastische spanningsopbouw, dat deze set helaas, en geheel ten onrechte, niet op de setlist stond. Mogelijk omdat het niet op haar vorig jaar verschenen album ‘Even over Leven’ staat. Een omissie, maar het blijft prachtig wat De Jong te bieden heeft.
Op het vlot, gegeseld door zonnestralen, ving De Jong rustig aan met een; “okay, we gaan beginnen”, voor ze het kalme ‘Van Mij’ inzet. Een heel fijne song waarin ze al vragende het steeds ontregelender maakt en steeds mooier. Intens gaat ze verder in ‘Verspilde tijd’. Een nummer over een paar existentiële crisissen geleden, dat zelfs ook zijn crisis moment krijgt als een motor over de grachten knalt en even de sfeer doorbreekt, maar dan heeft dit lied je al lang weten te overtuigen. Even prachtig is ‘Nachtjapon’, waarin ze, zo onthult de zangeres vooraf, ingaat op haar muzikale reis, dat soms heel beklemmend is en dan weer heel hoopvol, wat het erg mooi maakt. Het zijn vaak juist die emoties die De Jong gebruikt, onzekerheid, hopeloosheid, boosheid, kwetsbaarheid. Ze vangt ze en deelt ze met het publiek. Een recept voor soms niet al te lichte kost, maar vaak wel bloedstollend mooi. Nu ze solo staat, waar ze meestal met band of een begeleider speelt, is er niet altijd de mogelijk om elk liedje te spelen, daarom leest ze de tekst van ‘Hier en nu ( we leven echt) voor, wat de kans geeft om je verwonderen over haar ingenieuze taalgevoel, waarmee ze haar emoties onder woorden brengt, maar je mist het gevoel dat de muziek hierbij kan oproepen. Rustig kabelend als het water achter haar is ook ‘Eindstation’ erg mooi. Een nieuwe zong geschreven met collega Fries artiest Kaspar over het einde van een relatie. Mooi is de manier waarmee De Jong contact houdt met haar publiek. Niet alleen geeft ze mensen het gevoel dat ze speciaal voor hen zingt, door ze heel rechtstreeks diep in de ogen te kijken, maar mooie inhoudelijke aankondigingen en nu en dan gewoon even in gesprek gaan zorgen voor een mooie sfeer. De avond er voor stond de dagboekenierster op het zelfde podium en toen mislukte ‘Te Laat’, nu was het een kwetsbaar hoogtepunt. ‘Haas’ staat al sinds mensenheugenis op de setlist van De Jong en terecht. Met ‘Thuis’ heeft ze een traag nummer dat warm en koud tegelijk is. In de loop van haar tussen de liedje babbels is het steeds vaker gegaan over hoe warm het is. Als ze het prachtige ‘Uitgepraat’ inzet duikt ineens de organisatie op met een parasol en stapt midden in het liedje op het podium. Beter laat dan nooit wordt De Jong schaduw geboden, het liedje krijgt er een mooie kwinkslag en hilarisch verhaal bij, dan sluit de zangeres af met ‘Alleen maar bezwaar’. Steeds prangender en bijzonder mooi met zelfs een fluitdeel. Esther de Jong weet ook nu weer te boeien, met haar prachtige doordachte liedjes, waarbij ze steeds meer en meer ook inhoudelijk grip krijgt op haar eigen schrijfsels.