SCHEEMDA – Silver Lake is een warm croissantje met verse appelsap en een gemeende knuffel als je je ogen open doet. De formatie was perfect om iedereen wakker te laten worden na de eerste dag Grasnapolsky en aan het begin van dag 2. Lief, nostalgisch, maar toch ook dwingend genoeg om je niet weer te laten omdraaien. Een rustig piano intro van ‘Play the Part’ was het geluid van de wekker, maar wat een mooi opstaan was het, want Silver Lake stond op het tweede podium, mar toonde zich hoofdpodium waardig. De formatie rondom Marleen Hoebe en Jesse Koch is nog redelijk pril. Hoebe kennen we bijvoorbeeld nog uit een formatie als Kissing Jane en stond vorig jaar nog met A. Rose op de planken. Hoebe ontmoette Jesse Koch in de kroeg, gitarist en zanger bij onder andere The Silverfaces, en klikten zowel persoonlijk als muzikaal. Het resultaat was dat midden in de covid tijd in 2021 Silver Lake werd opgericht en dus, vanzelfsprekend een hortende start kende. Het duo schrijft Art Pop samen en verzamelde een in totaal zes mens sterke band om zich te presenteren op het eerste festival van het jaar. Ze maakten daarbij een uitstekende indruk. Dat eerste zo bedaard met piano beginnende nummer bleek ook een mooie staalkaart van wat te verwachten. Twee mooie zanglijnen en een rustige uitbouw, waarbij Hoebe en Koch een fijne ondersteuning kregen. Na deze zachte touch om het publiek te wekken werd het iets robuuster met ‘Violet’. Dit nummer is de nieuwe single en komt één deze dagen uit. Het was een net wat robuustere song, maar in een mooie kadering keerde de band terug naar de rust in het volgende punt op de set list. De naam Silver Lake komt van het nummer ‘Under the Silver Lake’, hoewel het best andersom zou kunnen zijn, het eerste nummer dat door beide samen werd geschreven. In dit geval een prachtige song met mooie zang van de frontvrouw en -man, zowel in harmonie als in verschillende zanglijnen, waarna het tegen einde mooi werd gestut met stevigere klanken. Na ‘It’s Not A Win’ viel ook ‘Little Blue’op. Een erg intens zingende Marleen Hoebe verzorgde het intro met lang aangehouden tonen, voor de rest van de band bijviel. Het zijn prachtige nummers geschreven vanuit rust, maar die een bepaalde noodzaad kan krijgen in de opbouw van de nummers. Het is melancholisch met zeker ook een aai over de bol van muzikale voorgangers uit vooral de jaren 70. Mooi is de overgang van de nummers, die soms wat brutaler zijn en er een gitaar solo uitgooien en dan weer veel meer verstilt en bescheiden in hun schoonheid. Zo’n laatste introvert nummer, maar met toch veel zeggingskracht is bijvoorbeeld ‘Put Me Under’ met Hoebe in de lead zang, terwijl het driestere en zeer sterke ‘Greener Grass’ dan weer Koch in de lead zang heeft, waardoor er in de set list een fijne kadering kwam en liedjes hun identiteit behielden. Zo wordt uitstekend gebruik gemaakt van beider kwaliteiten. De band vroeg al snel aan het publiek om nader te komen. Dat was goed, maar daar had in de aankondigingen nog wel iets meer mogen proberen de toeschouwers nog meer bij de show te betrekken. Nu waren de introducties van de songs schaars en weinig inhoudelijk. Met alleen piano werd ‘Hopelessly Romantic’ in gezet waarna op een gegeven moment de band bijviel en via het mooie trage ‘Beaches’ eindigde het fel en twee stemmig in ‘DYWOT’. En heel erg lekkere manier om de festival dag te beginnen en een band vol potentie die deze dagen in het kielzog van Son Mieux op pad gaat en dan ook in De Oosterpoort in Groningen te zien zal zijn.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden