WESTEREMDEN – Tess van der Zwet, Tess van Belle of Louisville, Tess et les Moutons en nu Tess Merlot. Gewoon Tess had natuurlijk alles gevangen. Tess Merlot is echter uit de bus gekomen, om ook het internationale karakter van de zangloopbaan van de Nederlandse chansonnièrete bekrachtigen, met een naam die zowel in Frankrijk, als Australië niet de tongbrekers van Van der Zwet opleverde en aangeeft dat een wijntje zeer wel bij de muziek van Tess Merlot past. Tess van der Zwet, tevens hoofdredacteur van het Chanson Offensief, heeft hiermee aan ook wel haar plek in de Nederlandse muziekscene gevonden. Wellicht een beetje een niche, maar beter de beste in een kleine markt, dan één van de vele in een overvloedig aanbod en met het Franse chanson is eigenlijk ook helemaal niets mis. De zangeres met haar gitarist Leon Sibum openden met een aantal van de in Nederland meest bekende chansons bij haar optreden bij Roodehaan in Westeremden. ‘La Vie en Rose’ bijvoorbeeld. Geschreven en bekend van Edith Piaf, maar voor ze het zelf naar onsterfelijkheid zong, was het eerst haar vriendin Marianne Michel die het nummer uitbracht, omdat het schrijversteam van Piaf het maar zo zo vond. In de uitvoerig van Tess Merlot was het prachtig en een mooie vlotte upbeat opening, deels in het Frans, deels in Nederlandse vertaling. Tess Merlot wist met wat gebaren en gezichtsuitdrukkingen het publiek onmiddellijk te pakken en bij het lied te betrekken. ‘Mon Homme’ begon rustig en kende mooie tempowisselingen en bevestigde ook de indruk dat het belang van Leon Sibum op toneel verder ging dan de man met gitaar op de achtergrond. Zijn bijdrage aan het succes van deze middag was met uitstekend, soms krachtig, soms subtiel en ingetogen, spel groot. ‘La Montagne’ van Jean Ferrat kennen wij in Nederland vooral als ‘Het Dorp’ gezongen door Wim Zonneveld. Tot verrassing van Tess Merlot waren haar ouders aanwezig en ze droeg deze chanson met het mooie verhaal dat hij lang had gedacht dat zijn dochter dit lied voor hem geschreven had het met heel veel liefde op aan haar vader. Een ontroerend moment tijdens dit optreden waarbij de zaal even werd gereduceerd tot een vader en een dochter. Die sfeer hield Tess Merlot nog even vast door het verhaal te vertellen van ‘Göttingen’ en hoe de Joodse Barbara de oorlogsjaren ondergedoken had gezetten voor de Duitse bezetter en lang had geweigerd om in dat land op te treden, maar uiteindelijk zich in de jaren ‘6o van de vorige eeuw toch liet overhalen om de grens met die vermaledijde Duitsers toch over te gaan voor een optreden. Uiteindelijk bleek dit zo’n warm bad, dat ze als dank en vergeving dit lied schreef, dat bijzonder bijdroeg aan de relatie tussen beide landen en ook in handen van Tess Merlot een prachtig indrukwekkende uitvoering kreeg. De ban werd gebroken met het swingende ‘Mon Paris’ wat vrolijk van het podium dartelde en het met veel nadruk gebrachte ‘Emmenez-Moi’ van Charles Aznavour, waarna Tess Merlot het eerste deel afsloot met ‘Bruxelles’ van Jacques Brel. Tess Merlot is een fantastische zangeres die duidelijk helemaal haar plek heeft gevonden op het podium en in het chanson. Haar introducties zijn uitstekend en lied na lied wordt het publiek er bij betrokken, met woorden, maar nog meer met een mooie subtiele expressiviteit. Jammer is dat ze naast geen eigen werk, ook vooral haar materiaal kiest uit de oudere liedjes. Het roept de vraag op hoe het staat met de chanson anno nu. Zijn er opvolgers van Piaf en Brel? Haar setopbouw was hierbij wel uitstekend, waarbij goed werd toegewerkt naar de hoogtepunten en een fraaie afwisseling. Na de pauze keerde Tess Merlot terug met de zanger Boaz en Sibum als trio. Ook nu een fraai programma met vooral Americana klassiekers die veelal deels in het Engels door Boaz en deels in het Frans door Tess Merlot werden gezongen, zoals bijvoorbeeld ‘Seven Spanish Angels’ van Troy Seals en Eddie Setser, maar vooral bekend van het duet van Willie Nelson en Ray Charles, waarbij dan weer voor Nana Mouskouri een Franse vertaling was gemaakt. Hun twee prachtige stemmen leverden heerlijke duetten op, maar vooral in de harmonieën werd het nog eens extra mooi. Heel fijn was ook het zichtbare plezier in het samen zingen. Hoogtepunten waren nu onder andere ‘Girl From The North Country’, uit het songbook van Bob Dylan en het redelijk spontaan ingestudeerde ‘What Are You Listening to” van Chris Stapleton. Ook nu veel bekendere nummers wat goed was voor de herkenbaarheid, maar ook een deel van de spanning weghaalde. Hoe mooi zou het zijn als dit duo eens zich stort op het werk van The Birds of Chicago of The Small Glories, wat al prachtige duetten zijn die op het lijf geschreven zouden zijn van dit duo, zonder al te vaak zijn gecoverd. ‘House of The Rising Sun’, een liedje met een aloude oorsprong dat bekendheid kreeg na te zijn uitgebracht door Clarence “Tom” Ashley en Gwin Foster en opgepikt door Woody Guthrie. Kreeg een prima uitvoering gebaseerd op de versie van The Animals en John Prine’s ‘Angel of Montgomerij’ blijft een steengoed lied. Het mag verrassender, maar wat is Tess Merlot een genot van een zangeres, dat mogen, nee moeten, we koesteren. Gelukkig is Merlot een wijn die zich leent om jaren verder te laten rijpen en om nu en dan een fles open te trekken om er van te genieten.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden