BRISTOL – Deze zomer kunnen festivals overal in de wereld niet doorgaan vanwege Corona. Zo ook The Great Escape in Brighton op de Britse eilanden. We trekken de reisschoenen aan en gaan op pad om artiesten te spreken. We kloppen op deuren, gooien steentjes tegen ramen en steken het hoofd boven de heg om te informeren hoe het gaat. Svalbard is één van de bands die de festivalzomer in het water zag vallen. Hoewel de naam Arctische avonturen beloofde is het toch in het Verenigd Koninkrijk dat we zangeres en gitariste Serena Cherry van Svalbard ontmoeten. Door de Corona en de bij deze pandemie behorende veiligheidsmaatregelen doet zij op afstand het woord mede namens haar kompanen Mark Lilley, Alex Heffernan en Liam Phelan. Thuis in de oude havenstad Bristol zoeken we de band op. Er stond een mooie zomer voor de band met onder andere The Great Escape in Brighton, maar ook bijvoorbeeld Bloodstock in Derbyshire, Ressurection Fest in Spanje en Into The Grave in Leeuwarden en nog een aantal andere fraaie namen voor de formatie die The Great Escape in één woord weet te vangen. “Hardhitting”. De eerste vraag in deze pandemische tijden aan Serena Cherry: “Hoe gaat het met je?”
“Hey,” klinkt het vrolijk. “Ja, we zijn allemaal okay, bedankt voor het vragen. We zijn dankbaar dat we een dak boven ons hoofd hebben en we appreciëren enorm het werk van de National Health Service medewerkers en de mensen met vitale beroepen die op dit moment levens redden en de wereld gaande houden. Het is natuurlijk een tegenvaller dat al die mooie festivals niet doorgaan. Into The Grave keek ik erg naar uit, want Nederland is mijn favoriete land en ik had zo’n zin aan een kaassoufflé en keek uit naar het festival. Ik heb er al zoveel goede verhalen over gehoord plus Borknagar en Gloryhammer zouden ook spelen en ik verheugde me om die bands te zien optreden. Een ander festival waar ik erg naar uit keer was Bloodstock hier in Derbyshire. Ik ben al heel veel jaren een enorme fan van Bloodstock, het heeft altijd een geweldige line-up. Het is zo zonde dat dit allemaal voorlopig niet gaat gebeuren. Het betekent ook dat we gewoon geld mislopen door de shows die we niet kunnen spelen, daar ga ik niet over liegen. We hebben wel een nieuw t-shirt ontwerp uitgebracht die heel goed heeft verkocht tijdens de pandemie, dat hielp in ieder geval een beetje. We waarderen echt iedereen die in deze moeilijke tijd een LP of een T-shirt heeft aangeschaft om ons te ondersteunen.”
Dan blijkt ook de persoonlijke impact van Corona voor Serena Cherry als we vragen of deze tijd van rust ook een tijd van reflectie is over de kunst en de band. “Niet echt”, kijkt ze moeilijk en dat blijkt ook zeer terecht. “Als ik eerlijk ben, ik ben mijn baan kwijt geraakt en heb dus geen inkomen. Ik heb op dit moment andere prioriteiten dan de kunst helaas. Ik voel me ook eigenlijk elke dag minder geïnspireerd, omdat de ene dag zomaar overgaat in de andere en ik in de stress zit over geld. In mijn hart weet ik dat muziek waarschijnlijk nooit de rekeningen gaat betalen. Ik denk deze dagen dus er wel eens over om er helemaal maar mee te kappen. Wat wel mooi is dat we als band nog voor de lock-down ons derde album hebben kunnen opnemen en daar zijn we heel erg tevreden mee.”
We maken daarmee de overstap naar de muziek van Svalbard. De naar Spitsbergen vernoemde band kent veel karakteristieken als het gaat om genre aanduiding. Een blik op de Wikipedia pagina over de band leert dat ze ingedeeld kunnen worden onder de genre aanduidingen: “Alternative, crust, hardcore, metal, punk, rock en af toe post-hardcore, post-rock, post-metal, black metal en emo” Hun platenmaatschappij kenmerkt de band dan weer als “post-hardcore, crust/d-beat, post-rock en een black metal atmosfeer en intensiteit muzikaal geïnspireerd door crust, post-rock en hardcore …” Affijn hard-hitting dus, zoals The Great Escape ze noemde en ook Serena Cherry weet het wel in te korten. “We zijn allemaal metalheads en houden van metal. Ik kan me niet voorstellen dat we iets anders zouden spelen. Onze liedjes ontstaan in de oefenruimte. We raken dan geïrriteerd door elkaar”, lacht de zangeres inmiddels weer, “Liam komt dan meestal met een riff tevoorschijn, ik schrijf dan een lead gedeelte daarover heen en Mark komt met zijn drumdeel. We zijn een jam-type band en we prefereren om aan ideeën te werken en elkaar steeds dingen te sturen en met inbreng weer terug te krijgen. In onze teksten en onderwerpen zijn we meer sociologisch dan persoonlijk. We hebben liedjes over vrouwen rechten, bedrijven die je exploiteren, dierenrechten en immigratie om maar wat voorbeelden te geven. Ik deel eigenlijk nooit persoonlijke dingen met mijn publiek”, vertelt de Svalbard frontvrouw.
Dan vragen we het zelf maar en maken het heel persoonlijk. We graven in de historie van Serena Cherry. “Ik heb piano leren spelen als kind en later leren drummen. In het geheim heb ik mezelf gitaar leren spelen, want ik was bang dat mensen me zouden uitlachen. Als een oudere tiener ben ik begonnen met spelen in metal bands en hierdoor heb ik de andere leden van Svalbard leren kennen, die allemaal ook in een band speelden en dat klikte en we zijn in 2011 samen verder gegaan.” Dat heeft inmiddels in een aantal EP’s en LP’s geresulteerd, waarvan ‘It’s Hard To Have Hope’ de laatste was en nummer drie nu dus klaar is. “We willen op onze albums eigenlijk altijd heavy music met een boodschap maken en ik denk dat dit zeker is gelukt. Ons nieuwe derde album heeft als verschil met vorige albums dat we ook meer aandacht hebben voor de zangpartijen. Die zijn cleaner. Er zijn ook meer rustige delen en we benaderen de onderwerpen anders in de songteksten. Ja, er zijn absoluut een aantal verrassingen op het komende album.” Een mooie afsluiting en als we al van een afstandje beginnen met afscheid nemen komt Serena Cherry nog met een nieuwtje. Schuchter vertelt ze: “Ik heb een solo black metal album opgenomen, ik hoop dat die binnenkort uitkomt.” Hopelijk dat binnenkort betere tijden zijn waarin Svalbard weer rake klappen kan uitdelen op festivals en alsnog die kaassoufflé op het menu staat in Leeuwarden. Dan kan de kok van Into The Grave daar alvast rekening mee houden.