Foto: Richard Dumas
BRETAGNE – “Om mijn muziek beter te begrijpen, denk ik dat je naar wat traditionele “gwerz” uit Bretagne moet luisteren. Ik ben gemaakt van hetzelfde graniet!” Het is een belangrijke bijsluiter die Émilie Tiersen geeft in de aanloop van haar optreden tijdens Eurosonic en het uitkomen van de nieuwe plaat van deze, met aarzeling zo aangeduid, Française, want Bretonse zou een betere omschrijving zijn. Bretagne is echter geen land op het Groninger showcase festival en dus valt ze onder Franse vlag. “Émilie Tiersen (geboren Quinquis) ging terug naar haar roots in de Bretonse cultuur. De Franse artiest maakte twee albums als Tiny Feet en is nu, met de release van ‘Seim’, haar debuut voor Mute, bekend onder haar Bretonse naam QUINQUIS. Ze zocht contact met producer Gareth Jones (Liars, Depeche Mode, Apparat) die aanbood wat synths te spelen, maar de samenwerking groeide uit tot meer. Het resulterende album fuseert spaarzame elektronica, meeslepende atmosferen en knappe melodieën, alles gedragen door Émilies tedere doch stilletjes zwevende vocalen”, is de omschrijving van deze deelneemster aan het digitale showcase festival. Haar bijdrage staat voor vrijdag 21 januari op het programma en is dan te zien via de site van Eurosonic / Noorderslag.
Het is een frisse, maar droge winterdag als we, digitaal in de geest van het festival, Émilie Tiersen te spreken krijgen. Een afspraak die al tijden staat, maar gewoon handiger te combineren is met de vooravond van Eurosonic en de start van de perscampagne rondom haar album dat in maart zal verschijnen. Tiersen oftewel QUINQUIS neemt echter alle tijd. Met beeldende taal begint ze met een schets van haar eerste aangrijpende muzikale stapjes. “Mijn weg naar muziek is een lang verborgen pad vol rotsen geweest. Als kind bleef ik wandelen in de bossen, fietsen om vrienden of familie te bezoeken, sporten, kortom: naar buiten gaan om te ontsnappen aan huis. Wat er binnenshuis gebeurde, is altijd te heftig voor mij geweest. De enige manier waarop ik het aankon, was door mezelf onder een koptelefoon te begraven en wat muziek te spelen. Maakt niet uit wat. Het maakt niet uit hoe. Speel gewoon en bereik een andere dimensie. Ik was blij dat ik alle kapotte instrumenten kreeg aangeboden die ik bij mensen thuis ontdekte. Ik bleef ze van de prullenbak redden. Deze instrumenten bleven me in ruil daarvoor redden. In mijn familie luisterden we nauwelijks naar muziek, behalve mijn broer. Hij is degene die me meenam naar mijn eerste Astropolis-festival, degene die mijn cassettes heeft opgenomen. Ik wilde muziek leren, maar ik was begonnen met theaterlessen waar ik nieuwe vrienden ontmoette. Toen ik mijn moeder vroeg om piano te leren, zei ze dat ik moest kiezen. Ik had deze vrienden nodig en op de een of andere manier wist ik dat muziek me niet zou verlaten. Daarna ging ik steeds verder op die theaterweg. Het bracht me naar een Nationale Hogere Theaterschool. Ik was daar aan het stikken. Dus uiteindelijk kon ik geen woord meer zeggen op het podium. Ik zat vast. Op het moment dat ik terug was in mijn kleine studentenflat, bracht ik mijn hele nacht door met het herhalen van geluiden om te ontspannen. Ik moest die school nog afmaken, uit respect voor de opofferingen van mijn moeder. Ik ontmoette toen geweldige regisseurs, zoals Claude Regy, die me liet zien hoe muzikaliteit overal te vinden is. Ik nam mijn instrumenten mee op het podium en ging weer mezelf uiten. Ik liet het theater achter me, dankbaar, zonder spijt, en ik begon te accepteren dat mijn leven nog maar net was begonnen.”
Tiersen gaat verzitten, neemt een slok en vervolgt haar verhaal. “Ik had nooit gedacht dat muziek een carrière optie zou zijn. Ik had gewoon het gevoel dat ik niet anders kon. Het enige argument dat ik had was dat ik nog nooit zo gelukkig was geweest als toen ik zong. Ik ging een keer een workshop doen in de gevangenis met een paar koorddansers. Ik had eerder met een groep gevangenen gewerkt en was slechts de schakel tussen hen en de nieuw aangekomen koorddansers. Ik had niet veel te doen. De koorddansers zorgden ervoor dat elke vrouw hun dunne draad opliep. Ik heb hoogtevrees…”, verhaalt de artieste beeldend, “maar ze wilden dat ik het ook deed. Ik beefde als een kind vol angst, terwijl deze indrukwekkende vrouwen, de meesten van hen verwrongen in de maalstroom van het leven, van vreugde klommen. Ik probeerde naar boven te lopen, maar het was ondraaglijk. De koorddanser zei toen dat ik moest zingen. Dus ik deed. Ik had ineens het gevoel dat ik vloog. Ik rende bijna de structuur op. Toen ik eenmaal aankwam en stopte met zingen viel ik bijna flauw van duizeligheid. Ze hebben me neergehaald. Terug op de vloer was mijn leven voor altijd veranderd.”
“Ik begon met muziek door in jazzbars te zingen voor mijn kamergenoten en daarna loops te spelen in mijn flat, allemaal zonder één instrument in het bijzonder te beheersen”, zoomen we in op haar muziek. Hier ook de genre aanduidingen die als gidsen door muziekland de luisteraar leiden. Eurosonic deelt haar in onder rock en electronic. “Ik heb nooit een pop-manier gehad om muziek te benaderen. Dus ik heb langzaam gewerkt van de intieme muziek die je bijna voor jezelf speelt tot de muziek die je kunt delen. Het was best interessant om te beseffen hoeveel een publiek de inhoud van een creatie kan veranderen. Ik ben door verschillende deuren gegaan en ik denk dat ik nu op het moment ben waar ik in de goede gang ben. Ik weet waar ik heen wil en hoe ik dat kan realiseren. In dat proces van gehoord worden, probeer ik de meeste tijd te besteden aan het vergeten van het idee gehoord te worden. Dat zorgt ervoor dat ik me thuis voel wanneer ik me op mijn werk concentreer.”
“Ik ben geen QUINQUIS geworden. Ik ben QUINQUIS geboren”, verduidelijkt Émilie Tiersen als we opmerken dat haar transformatie naar QUINQUIS ook een behoorlijke persoonlijke reis moet zijn geweest. “Ik begreep het gewoon niet. Dus ik zou zeggen dat het precies het tegenovergestelde was: met mijn gewijzigde muzikale persoonlijkheid ging ik terug naar mijn muzikale fundament. Ik ga van een gewijzigde afbeelding naar een hoge resolutie. Zelfs als het de onvolkomenheden vertoont waarvan het origineel is gemaakt.”
“Meestal huil ik uren”, onthult de artieste als het gesprek komt op songwriting met uitermate veel leed in haar stem, “dan kijk ik naar mezelf. Ik vind mezelf belachelijk en schrijf iets op over hoe vol pijn ik ben, dan begin ik weer te huilen. Grapje,” lacht ze dan ineens voluit om dan serieus te vervolgen “Voor het aankomende album begon ik ruwe melodieën te zingen terwijl ik op tournee was met mijn man terwijl ik verhalen om me heen verzamelde die iets voor me betekenden. Verhalen die verband houden met mijn land Bretagne of het eiland Ushant waar ik woon. Ik schreef in het Bretons, de taal van Bretagne. Het was veel werk om de juiste manier te vinden om deze taal te zingen, om er opnieuw verbinding mee te maken, maar het was fascinerend om het leven dat erin zit te voelen. Ik voel me extreem verwant met het land waar ik woon. Het is een diepe verbinding. Mijn roots zijn krachtig en daar ben ik dankbaar voor. Toch voel ik me bij geen enkele muziekscene uit Bretagne betrokken, behalve degene die, denk ik, op het punt staat te ontstaan.”
De verwijzing naar haar man is gemaakt. Yann Tiersen is al sinds jaar en dag een artiest die wereldwijd tot de verbeelding spreekt. Nieuwsgierig informeren we hoe dat gaan als ze samen de afwas doen, worden dan de muzikale projecten besproken? “Als we samen de afwas zouden doen, zouden we ondertussen zeker muzieknoten vergelijken!”, barst ze in een onbedaarlijke lach uit. “De afgelopen vier jaar zaten we amper een uur per dag op meer dan 50 meter afstand van elkaar, dus we hebben zeker veel gedeeld en vergeleken. Maar altijd op een positieve manier. Dat proberen we tenminste. We kunnen dingen niet scheiden. We leven gewoon hetzelfde leven, met twee verschillende gezichtspunten. Toch zijn we even verschillend als dicht bij elkaar.” De twee zijn ook op het podium verweven, waar Emilie Tiersen altijd de bühne deelt met haar echtgenoot en deel uit maakt van zijn formatie.
Het interview valt samen met de aankondiging van het eerste album van QUINQUIS. De titel is ‘SEIM’, wat in het Nederlands als sap kan worden vertaald. ”Terwijl ze op tournee was met haar man en baby, zag Émilie haar muzikale expressie als een reis en begon ze in elke stad aan een nieuw idee te werken”, verhaalt het begeleidend schrijven. “Personages – sommige uit haar eigen leven, andere geworteld in de geschiedenis van de Bretonse cultuur – begonnen Émilie te vergezellen op deze reis en kwamen tot leven in lied ideeën. Ze ontdekte Ankou, een dienaar van de dood in de Bretonse mythologie, die op ‘Setu’ verschijnt; ze verkende Seiz Breur, een Bretonse kunstbeweging uit 1923 opgericht door een jonge vrouw in hetzelfde kleine dorp waar ze vandaan komt; ze maakte gebruik van het leven van vrienden en verkende een rijk tapijt van mensen, plaatsen, emoties en verhalen die allemaal met elkaar verbonden waren door een gedeelde gemeenplaats: Bretagne. “Ik heb de verhalen van die mensen om de mijne gelegd, zodat ik ze deze reis met mij kon laten delen.” Zodra deze ideeën begonnen te muteren in iets meer muzikaal, verbond ze zich met Gareth Jones. Aanvankelijk zou hij synth gaan spelen, maar hun samenwerking groeide uit tot iets meer samenwerking. “De plaat onthulde zichzelf in de heen-en-weer die Gareth en ik hadden”, zegt ze. “Het was echt onverwacht, want Gareth en ik zijn precies het tegenovergestelde – hij was het licht in mijn duisternis.” Het resultaat is een album dat schaarse elektronica, meeslepende sfeer en behendige melodieën combineert, gedragen door Émilie’s tedere maar rustig stijgende zang, die allemaal in het Bretons worden gezongen.” Het is de opvolger van de twee die ze op de wereld zette als Tiny Feet. Voor dit album werkte ze samen met producer Gareth Jones. “Mijn belangrijkste doel was om weer muziek te maken na de pauze die ik nam om te bevallen van een prachtige kleine jongen”, licht Tiersen nader toe. “Zijn geboorte was, zoals dat gewoonlijk gaat, ook mijn eigen wedergeboorte. Ik had al een jaar voor mijn zwangerschap besloten om de Bretonse taal te leren, dat was de moedertaal van mijn moeder. Ik heb een intensieve cursus van zes maanden gedaan om het te leren en ik wilde er heel graag liedjes mee schrijven. Ik wilde ermee leven. We hebben toen besloten om onze zoon in de Bretonse taal op te voeden. Nu is het ook zijn moedertaal. Dit album is bedoeld om te praten over eenvoud, zuiverheid, wortels, wil, hoop, lotsbestemming, magie, dode zielen en levende minderheidstalen. Toch was het nog donker. Gareth bood aan om wat synths op mijn tracks te spelen. Meer dan een eenvoudig arrangement, het was een echte muzikale dialoog die we begonnen. Daarom, aangezien “geluk pas echt is als het wordt gedeeld”, begon zo het gelukkige verhaal van een vreugdevolle samenwerking.
We sluiten af met optreden en Eurosonic. Dat is immers de voornaamste reden voor de kennismaking. “Optreden is voor mij gekoppeld aan wat ik zojuist heb geantwoord: we moeten dingen delen om ze echt te maken. Nu meer dan ooit. We moeten de energie van mensen voelen, de gevoelens van mensen, de aanraking van mensen, de geur van mensen. We moeten delen en voelen. Dat is het verschil tussen leven en dood. We moeten ons levend voelen.” Wat hoopt ze dan te bereiken, ook zakelijk, met haar deelname. Émilie Tiersen buigt zich samenzweerderig voorover: “Mijn zakelijke doel is om te doen alsof ik hier om zakelijke redenen ben.” Dan rond ze af met de oproep om toch ech haar showcase te gaan bekijken. “Je kunt een ander mens ontdekken en je mag mijn show zeker niet missen. Anders hebben we nooit de kans om elkaars universum te leren kennen”, zijn de wijze laatste worden van QUINQUIS. Vrijdag de 21ste januari is haar showcase te zien bij Eurosonic.