STEENDAM – Point Quiet is een formatie die redelijk zwart wit is, een formatie wiens kracht ook gelijk de grootste valkuil is. Waar de één in de liedjes prachtige schurende diepgang ontwaard kan een ander juist een ondragelijke inertie ervaren. Waar de één in de zang van Pascal Hallibert veel schakeringen zal horen en er van houden, treft zijn of haar buurman er juist een zandbank van vlakheid. Een band van uitersten die in Steendam op Podium Peter & Leni vooral veel liefhebbers trof van de trage liedjes die meanderen door het muzikale landschap dat Point Quiet schept vanaf het podium. Traag was de formatie niet in het beginnen. Nog voor gastheer Peter van Zeijl zijn gebruikelijke introductie kon doen sprong de formatie al uit de startblokken met het mooie ‘Ways and Needs of a Night Horse’. Ook ‘Until we Fall’ kon bekoren. Waar de meeste bands er dan voor kiezen om even een ander ritme te kiezen bleef ‘Point Quiet’ in de trage liedjes waarin Hallibert zijn stem zo tot zijn recht komt. Waar de Franse zanger van deze Nederlandse formatie met zijn zang de vaste waarde is, veranderen de instrumenten om hem heen. Soms was het heel klein met alleen gitaar en viool of dobro, soms pakte de band uit met banjo en complete blazerssectie. In enkele nummers mag de band nog wel nadenken of alle gebruikte instrumenten wel nodig zijn. Op het podium liedjes zoals ‘Alma’ nog stammende uit het verre verleden toen Point Quiet nog White Sands was genaamd en nieuwe liedjes zoals het countryachtige nummer ‘Not all Lies’, dat zich prima liet aanhoren. Een dwarsdoorsnede van de historie van de band. Vlak voor de pauze ging eindelijk het ritme omhoog het iets vlottere ‘Walk On’. Na de pauze was er meer variatie en een sterkere setopbouw. Nog steeds was het gros trage liedjes, maar nu werd dat vaker doorbroken. Met het mooie ‘Horses’ werd nog op de vertrouwde manier begonnen, maar even later had het bleugrassnummer ‘Stella’ toch een prettige heel andere klank en klonk het lekker vlot. Even later was ‘Walk on the Wild’ even een frisse wind in de droefheid van de liedjes, nu omdat Jan van Bijnen en Simone Manuputty op sprankelende wijze zongen. Het zou goed zijn als deze twee bandleden vaker een liedje voor hun rekening namen en zo tegenwicht bieden aan de droefheid in de stem van Hallibert. Een bezwaar is dat Fransman Hallibert ondanks dat hij al langere tijd in Nederland is nog dermate slecht de taal spreekt dat de conversatie met het publiek in een derde taal, het Engels, gebeurde. Daarin moet hij stappen zetten of dat onderdeel aan anderen in de band overlaten. Nu bleef het meestal bij zeer korte feitelijke aanduidingen en kregen de liedjes geen context met een fraai verhaal. Het afscheid kwam met de mooie countrysong ‘The Long Goodbye’ voor een zeer enthousiaste zaal. Direct werd de agenda gepakt voor een vervolg.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden