Foto: Isaac Ponseele
LEEUWARDEN – Achter elke Vlaamse frietkot schijnt een oefenruimte te zijn waar een getalenteerde Belgische band zijn stee heeft en om dat vooroordeel gelijk te weerleggen, de frituurbarakskes zijn al jaren langzaam aan het verdwijnen en worden steeds zeldzamer, maar de Belgische muziekscene blijft maar prachtige en verrassende acts voortbrengen. Kids with Buns bijvoorbeeld. “Cool opkomend Vlaams indieduo”, kenmerkt het festival Welcome to the Village het duo dat komende zaterdag op het festival in het hart van Leeuwarden zal optreden. “Wat een fijne aankondiging!”, kijkt Marie van Uytvanck op, die samen met Amber Piddington het hart van de band vormt. ”Kids With Buns is het pure, warme indiepopproject van Marie van Uytvanck en Amber Piddington”, gaat het festival onverdroten verder de interruptie negerend. “Denk aan een indieband met popinvloeden. Met hun muziek bezingen ze heel mooi de emoties en frustraties van het hedendaagse leven. Zo gaat ‘waiting room’ over de schijnbaar eindeloze coronaperiode met het verplichte thuiswerken en gedwongen isolatie.” Het is verleidelijk om af te spreken onder genot van een frietje het thuiswerken een verre gedachte te laten zijn, maar die verleiding wordt dapper weerstaan.
”Nederlanders zijn gewoon Vlamingen, alleen ze zijn het vergeten”, citeren we Louis Paul Boon, de Vlaamse schrijver. Kids with Buns trok dit voorjaar regelmatig Noordwaarts en had een abonnement bij de grensovergang. We beginnen het gesprek met de vraag: “De laatste maanden hebben jullie evenveel in België als Nederland opgetreden. Is er verschil tussen een Belgisch publiek en een Nederlands publiek? Marie van Uytvanck benadert het voorzichtig. “Niet perse één heel duidelijk verschil”, peinst ze. “Ik denk dat elk publiek anders is, of het nu een Belgisch of een Nederlands publiek is. Het enige wat we misschien hebben gemerkt is dat Belgen soms iets gereserveerder zijn, waar Nederlanders al sneller eens een dansje placeren.” De andere kant van het duo gaat verder over optreden. “Optreden is bijna verslavend,” benadrukt Amber Piddington, “voor mij is het altijd even remmen los en gaan. Een publiek helemaal stilkrijgen of doen klappen is een van de moooooiste gevoelens op aarde.” Haar bandgenoot knikt enthousiast “Ik hou van mensen, optreden is hetgeen dat ik het áller liefste doe. Kunnen delen met anderen waar je zolang aan gewerkt hebt. Onbeschrijflijk!” Dan specificeren we naar het optreden in Leeuwarden, wat kan het Welcome to the Village publiek dan verwachten. “Sad bangerz!”, klinkt het enthousiast en luidkeels uit de richting Amber Piddington, waarna Van Uytvanck nog even preciseert: “En de rest kunnen we eigenlijk niet goed uitleggen, dat moet je meemaken!”, besluit ze dit onderwerp met een vette knipoog als uitnodiging om in het programma van Welcome to the Village toch ook maar vooral deze act aan te kruizen.
“We hebben elkaar leren kennen op Antwerp Pride in 2018”, gaar Amber Piddington dan in op de gezamenlijke historie van de band. “Marie deed een jaar of twee later mee aan een muziekwedstrijd, tot haar kompaan op de gitaar ineens ziek werd. Ik ben dan halsoverkop ingevallen, maar de repetities gingen gewoon zó goed dat we niet meer zijn gestopt. Vroeger speelden we alle shows in duo, met twee gitaren, en schreven we onze songs ook op die manier. Al is er ondertussen een band bijgekomen, zijn die twee gitaren wel nog steeds de “backbone” van Kids With Buns. We doen nog een stap verder terug en speuren naar de eerste muzikale schreden van het stel. “Bij ons alle twee waren er geen andere muzikanten in huis, en is het eigenlijk wat toevallig gebeurd”, vervolgt Piddington. “Ik was een kind met veel te veel hobby’s en mocht daarom aanvankelijk niet ook nog eens gitaar beginnen leren. Op heel veel aandringen mocht het dan toch, en is muziek uiteindelijk de enige passie geweest die is blijven plakken.” Van Uytvanck knikt en onthult haar begin. “Mijn vader had een groot cd-rek thuis, maar niemand speelde zelf een instrument. Ik wou als kind altijd al liedjes schrijven, maar miste nog een instrument om dat mee te doen. Ik koos voor gitaar omdat ik dat cool vond toen.” De stap van hobby gitarist naar internationaal optreden is toch niet altijd vanzelfsprekend, ook nu nog niet bij Kids with Buns. “Dat is een moeilijke vraag, want wanneer noem je jezelf een artiest,” .vraagt Van Uytvanck zich zelf af om dan die vraag te beantwoorden met: “Ik denk dat het bij ons beiden nooit een bewuste keuze is geweest. We zijn er bijna toevallig ingerold en noemen Kids with Buns soms onze uit-de-hand-gelopen hobby. Een keuze die we wel hebben moeten maken was om het op professioneel niveau te gaan doen en dus onze studie en job op de tweede plaats te zetten. Die keuze hebben we ongeveer anderhalf jaar geleden, met overtuiging, gemaakt. Eigenlijk hebben we gewoon ons hart gevolgd.”
Het schrijven van liedjes was dus al vroeg een item. Het creatieve proces is heel verschillend blijkt. Marie van Uytvanck vertelt hierover: “Het is altijd anders, maar vaak gaat het wel zo dat één van ons met een idee naar de andere stapt; dat kan de basis van een nummer zijn, maar soms ook gewoon een zangmelodie, een tekst of een riffje. Dan werken we dat samen uit tot een Kids-With-Bunsnummer. Het grappige is dat we supercomplementair zijn, en dus ook best verschillend schrijven. Als we apart zouden schrijven zouden onze nummer zó ver uiteen liggen. Onze inspiratie ligt dan ook ver uiteen, Amber is een metalhead en ik ben een softie die naar kleinkunst en folk luistert.” In de liedjes zit vaak een boodschap. De band bracht songs uit over onderwerpen als seksuele intimidatie, de dieetcultuur, maar ook liedjes over eenzaamheid en het verdwijnen van sociale cohesie in de maatschappij. “Onze muziek is in eerste instantie een uitlaatklep”, kijkt Amber Piddington ineens er serieus. “De dingen die ons op het hart drukken neerpennen en in muziek gieten, is soort van therapie,”, grijnst ze dan ineens. “Maar daarnaast is het ook onwerkelijk dat zoveel mensen zich herkennen in de nummers die we schrijven. Dat is een heel grote eer, aangezien wij in onze tienerjaren soms die rolmodellen of herkenbare nummers misten als hart onder de riem.” Hierin speelt hun jeugd dus een belangrijke rol. Marie van Uytvanck knikt: “Mensen moeten weten dat Amber en ik allebei de buitenbeentjes van de middelbare school waren vroeger,”, glimlacht ze. “Ik denk dat het feit dat we queer waren in een niet zo accepterende omgeving daar sowieso een rol in heeft gespeeld. Dit is ook iets dat we allebei hebben meegemaakt en dat terwijl we elkaar nog niet kenden, dus waar we elkaar echt tegenkomen. Daar schrijf ik dan ook wel sneller over. Dus dat zit wel nog vaak in onze songs denk ik, het gevoel van onbegrepenheid of er niet helemaal bij horen.” Dan schatert ze om het serieuze moment te breken: “En o ja, misschien nog iets: we maken sad songs maar zijn allesbehalve triestige meiden. Al wordt dat wordt wel snel duidelijk als je ons live ziet.”
Hoewel Corona nog steeds als een dreigende wolk aan de horizon aanwezig is, en nog steeds individuen door de ziekte zwaar worden getroffen kan een festival als Welcome to the Village gelukkig doorgang vinden. “We hebben heel veel geluk gehad dat we veel hebben mogen spelen de afgelopen twee jaar, maar desondanks was het ontzettend stressvol en frustrerend, wat niet motiverend werkte”, beaamt Amber Piddington “We merken nu pas hoe we veel creatiever en gedrevener zijn wanneer we omringd zijn door andere muziek of muzikanten, en onze muziek weer mogen delen met mensen.” Naast delen op het podium is dat ook het geval met de prachtige eerste EP die het stel uitheeft. ‘waiting room’ is de titel en hij is kersvers. De ogen gaan glimmen als de ep ter besluit ter sprake komt. “Absoluut! Ik denk dat we allebei heel trots zijn op ons eerste kind en hebben kunnen verwezenlijken wat we voor ogen hadden”, klinkt het met een enthousiaste lach van Marie van Uytvanck, “Maar nee, serieus: 2,5 jaar geleden hadden zowel Amber als ik nog nooit op een podium gestaan noch een studio van binnen gezien. Dat we zo snel onze eigen EP zouden maken, was toen nog ondenkbaar. We hebben echt hard gewerkt en onwijs veel geleerd de afgelopen 2,5 jaar. En er valt nóg zo veel te leren en dat is misschien wel het leukste eraan. We hebben de smaak te pakken. Een album is hoogstwaarschijnlijk één van onze volgende stappen, maar dat vraagt uiteraard tijd. Maar schrijven zijn we dus wel al volop aan het doen.” besluit het duo.
Kids with Buns staat zaterdag 16 juli in Leeuwarden. Wie het optreden daar mist hoeft niet te wanhopen, want de band keert gauw terug voor een optreden bij Into The Great Wide Open op Vlieland begin september.