Loading...
Recensies 2022

Kayleigh Beard groeit in haar Grasnapolsky optreden

SCHEEMDA – Voor de pandemische tijden aanbraken was Kayleigh Beard zo’n naam waar rondom het zoemde. Een naam die steevast werd uitgesproken in samenhang met woorden als talentvol, potentie, eigen geluid en zinsneden van soortgelijke strekking. Dat was twee jaar geleden, maar potentie moet kunnen uitgroeien en talent gekoesterd en ontwikkeld en hoe doe je dat zonder optredens. Gelukkig heeft het festival Grasnapolsky in De Toekomst in Scheemda ook oog voor regionaal talent en dus was er een mooi podium voor Kayleigh Beard. Ze wordt omschreven als een one woman electro band, met haar mijmerende klanken die ze uit haar knopjes en toetsen tovert met vaak een donkere inslag. Voeg daarbij een zang die een zekere hoge ijlheid in zich heeft. Het waren de ingrediënten van haar debuut album ‘Ocean’s Pulse’ welke verscheen op een moment dat je nog kon geloven dat Corona maar een kort intermezzo in het culturele leven zou zijn in plaats van destructieve kracht die alles deed stilstaan. Gelukkig mag het weer, maar het leek alsof Kayleigh Beard toch de anderhalf meter in stand hield. Ze accepteerde een afwachtend publiek dat halverwege de zaal bleef staan. Na één of twee liedjes had ze best het publiek wat dichterbij mogen vragen. Dat had de afstand letterlijk wat verkleint en ook figuurlijk, want het is gewoon moeilijker de stemming te vinden die je wil hebben als mensen al weer halverwege een volgend optreden zijn. In het begin was het echt te merken dat Beard qua optreden wat roestig was. Het begin van ‘I Rule’ dat vlot, maar donker van start ging met zware bastonen, met daarover hoge zangnoten, was erg zoeken. In haar zang moest ze duidelijk nog even naar consistentie vinden, maar na een mooie tempo wisseling in dit nummer naar kalmer en nog donkerder viel dat al op zijn plekje. Goed waren de vaak inhoudelijke aankondigingen, zoals voor ‘Seed’, waarbij ze vertelde dat ze in tuinieren haar rust vond en haar optimisme en dat klonk door in dit nummer, ook nu met een mooie ontwikkeling van rustig naar wat meer uptempo. Een progressie in een liedje dat ook terug kwam in ‘We Dance’. Je merkte aan alles dat de zangeres zich steeds meer in haar hum begon te voelen op het podium. Het zingen was veel minder werken, het was niet meer constant kijken of ze wel het goede knopje had en als gevolg had ze meer oog voor publiek en slaagde er steeds beter in om die afstand te overbruggen. Op het moment dat ze ook zelf aan het dansen ging, was het pleit voor haar beslecht, want het publiek ging daar in mee. Dat was met ‘Taste Bud’ dat lekker catchy was en kwam na het eveneens mooie ‘Ivy’ een prima song over polarisatie en hoe Kayleigh Beard in de planten juist die stilte vond die haar in staat stelde om naar haar essentie terug te keren. Een klein uitstapje naar het Nederlands met het dromerige ‘Dooft het Vuur’ en hoe ze in hoe ze in de fik stond, maar dat kan doven door te zwemmen. Een lied met fijne intensiteit. Beard sloot haar optreden af met het bij tijden nadrukkelijke en rustig aanvangende, met zware tonen ‘Ocean’s Pulse’ dat toenemend heftig was. Kayleigh Beard heeft het stof van zich afgeschud in Scheemda en kan vooruit kijken naar het vullen van die potentie.