MEPPEL – De Henhouse Prowlers zijn graag geziene gasten in Nederland. De Amerikaanse Bluegrass formatie komt met regelmaat naar ons land. Ook deze maand staat de band uit Chicago weer op diverse Nederlandse podia voor een bijna maand durende tour. De enige Noordelijke datum is op 27 juni als er wordt opgetreden in Clouso in Meppel. Jon Goldfine, één van de ‘founding members’ van de band en zanger en basspeler spreken we thuis in Chicago over de band en hun rol als ambassadeur en uiteraard over de bluegrass.
“Mijn vader en moeder zijn muzikant, maar niet professioneel”, kijkt Jon Goldfine terug op zijn jeugd. “Ze hebben elkaar ontmoet tijdens muzieklessen op college. Mijn moeder zong bij de opera en mijn vader speelde trombone. Thuis was er altijd muziek. Op erg jonge leeftijd ben ik begonnen met pianolessen en rond mijn elfde heb ik de contrabas leren spelen. Echt serieus met de muziek bezig kwam pas veel later. Dat was zo rond 2001 en ik al aardig tegen de dertig liep. Ik speelde alle soorten muziek die je maar kan bedenken. Ik zat in rock, funk, jazz, country en nog wat andere bands. Uiteindelijk ben ik bluegrass muzikant geworden, want daarmee kon ik veel optreden en ik hou erg van het feit dat het een muzieksoort is waarbij het vertellen van verhalen centraal staat.”
Het is een aardig korte samenvatting van de muzikale geschiedenis van Goldfine pre-Henhouse Prowlers. “De Henhouse Prowlers zijn gevormd in 2004. In het begin waren het vier andere kerels, Ben Wright op de banjo en ikzelf. We speelden allemaal in verschillende bands, maar kwamen op dinsdagavonden bij elkaar in een klein cafétje in de buurt om bluegrass te spelen. Voor we het door hadden kwamen er spontaan steeds meer mensen luisteren week na week. We zijn gestopt met de andere bands en besloten om deze nieuwe band onze focus te maken. In de loop der jaren zijn er verschillende personele wisselingen geweest. Het leven gebeurt rondom je heen en sommige jongens hebben een familie gesticht of een andere loopbaan gekozen. Met nagenoeg al onze oud-leden hebben we nog steeds een hechte band.”
Bluegrass, die Amerikaanse muzieksoort die in al zijn variaties zo’n groot aantal volgers heeft in Europa. Een genre dat voor veel mensen een onweerstaanbare aantrekkingskracht heeft. Op zich geen wonder, want dit type muziek onstond na de Tweede Wereldoorlog uit de oude stringband muziek stromingen met Europese en Afro-Amerikaanse tradities. Een muziek die voor veel Europese migranten dicht bij hun gevoelens lag in het nieuwe land. “De thema’s in bluegrass zijn universeel,”gaat Jon Goldfine er dieper op in. “Overal worden mensen geconfronteerd met liefde, verlies, gebroken harten”, hij aarzel even, “de strubbelingen van het leven van alle dag en heimwee.” Het zijn de thema’s die in bluegrass terugkeren en het zo’n muzieksoort maakt waarin veel mensen zich herkennen. Muzikaal kenmerkt de bluegrass zich vaak door meerstemmige zang en solo’s van een instrument wat dan wordt doorgegeven aan het volgende instrument.
Een kenmerk van bluegrass is dat er veel klassiekers zijn die door veel bands worden gespeeld. Bij The Henhouse Prowlers ligt de nadruk op eigen werk. “Iedere songwriter schijft weer op zijn eigen manier”, vertelt Goldfine. “Ik start meestal met een beeld en afwisselend een zin of melodische hook. Wat onderwerpen betreft probeer ik me altijd in andermans schoenen te verplatsen en een verhaal uit diens perspectief te vertellen. Als band introduceert dan één van ons een nieuwe song. Als die in de smaak valt werken we er met zijn allen aan en stellen wijzigingen voor in de tekst of de melodie en de structuur van de accoorden. Komen we daar uit dan gaa we het arrangeren. Wie begint, wie doet invulling, wie heeft een solo. Plaatsen we een stilte om het interesanter te maken, hebben we een rhytmische spitsvondigheid om het lied wat pittiger te maken. Er gaat daarnaast veel tijd zitten in het arrangeren van de harmoniën.”
Het album “Still On That Ride” is net uit. “Het album bevat dertien originele nummers van ons en één cover van de Nigeriaanse hit “Chop My Money” van P Square. We wilden ons bij dit album concentreren op ons eigen materiaal en hebben allemaal liedjes bijgedragen. Het was een geweldig idee om Don Stiernberg te vragen als producer. Hij is een jazz mandoliene speler van wereldklasse en heeft een voorliefde voor traditionele bluegrass. Hij is één van die muzikanten die de hele band beter maakt.”
Jon Goldfine, Ben Wright op banjo, Aaron Dorfman op gitaar en Todd Livingstone op dobro hebben Chicago als uitvalsbasis. Een muzikale stad met veel verschillende stromingen. “Er wordt wel gezegd dat Chicago en New York de enige twee steden in de wereld zijn met een levensvatbare scene voor elke soort van internationale muziek die er maar kan bestaan. Dat kan wellicht waar zijn, want in mijn ervaring kun je inderdaad voor elke soort van muziek in Chicago terecht. Er gebeurt veel cultureel en artistiek. Chicago wordt door buitenstaanders vaak met de Blues geassocieerd, maar er is geen tekort aan wat voor muziek dan ook en de bluegrass floreert in de stad.” Een feit waaraan de band zeker ook zijn steentje aan bijdraagt, want als de band niet toert, dan staan ze regelmatig in scholen in de omgeving, waar ze in een lesprogramma hun passie, maar ook zeker de technieken, voor Americana en bluegrass doorgeven aan volgende generaties.
Een ander element is de rol van de Henhouse Prowlers in het diplomatieke verkeer. Uitgezonden door de Amerikaanse regering treden de Henhouse Prowlers op in landen waar dat niet zo vanzelfsprekend is. “De Amerikaanse regering heeft programma’s waarmee Amerikaanse muzikanten worden uitgezonden op diplomatieke toernee’s. We hadden het geluk om hierbij betrokken te worden. We hebben daardoor opgetreden in 10 Afrikaanse landen en de missie voor het elfde land staat op het programma en daarnaast in Rusland, de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedië-Arabië. De ervaring om op te treden in dergelijke landen, veel landen waar mensen toch zelden de kans krijgen om heen te gaan, en met deze mensen een muzikale band te vormen is één van de meest dankbare aspecten van ons werk die ik me voor kan stellen. Overal houden mensen van muziek en overal staan ze er voor open. Je kunt niet verwachten in Oeganda of Nigeria een bloeiende bluegrass gemeenschap aan te treffen, maar we kregen door dat als we in het optreden ook liedjes uit de Afrikaanse cultuur integreren we ook veel meer respons kregen op ons eigen werk. In Saoedië-Arabië is live muziek illigaal. We traden op in de ambasade en op verschillende consulaten. De Saoediëers in het publiek weten eigenlijk niet hoe ze moeten reageren op muziek, want ze zijn niet gewend aan concerten zoals wij. Ze houden wel erg van muziek. We hebben een plaatselijk liedje in het Arabisch geleerd. Dat brak de ban.”
Deze toernee echter geen ongewone bestemmingen voor een bluegrassband. Duitsland, Nederland en België zijn bekend terrein voor de Henhouse Prowlers. “Het wordt onze zevende Europese toernee in zes jaar. We hebben veel tijd doorgebracht in Nederland, België en Duitsland. Door de vele vrienden die we daar hebben gemaakt voelt het toch een beetje als thuis. Het is geweldig om te zien dat we jaar na jaar meer mensen trekken. Op deze toer spelen we op een aantal grotere festivals dan ooit en dat is erg opwindend. Festivals zijn een geweldige manier om met mensen in contact te komen die ons nog nooit hebben gezien. Wat ook erg leuk is dat we deze toernee voor het eerst Groot Brittanië zullen aandoen”, klink het enthousiast. Er staan mooie zaken in het vooruitzicht voor de Henhouse Prowlers.