Loading...
Albums

Caspar Auwerkerken – Abloom

 

Een naam die in Nederland voorzichtig al wat aanhang en fans begint te verzamelen is de jonge Vlaamse singer songwriter Caspar Auwerkerken. Maastricht is bijvoorbeeld een stad waar hij al enige voet aan de grond heeft, hoewel zijn muziek heel anders is dan die van walskoning van het Vrijthof. André Rieux. De man uit Hasselt kwam enkele jaren geleden voorzichtig in de schijnwerpers. Een voorprogramma plek bij het onvolprezen Portland, toeren met The Bony King Of Nowhere en langzaam je kunde scherpen aan de praktijk en een naam opbouwen om daarna door te groeien als voorprogramma naar nog grotere namen als Strand of Oaks en Meskeren Mees. In Nederland werd hij gevraagd als artist in residence voor de Muziekgieterij in Maastricht en ontving de Jan Mans Award als jong talent bij een optreden op het Bruis festival in Mestreech. Een snelle ontwikkeling voor iemand die eigenlijk drie jaar geleden nog zijn nummers zat neer te pennen op zijn slaapkamer en droomde van een groot publiek. De afgelopen tijd dropte hij al een aantal tracks als single en deze komen nu terug op zijn debuut EP ‘Abloom’ die een goede doorsnede moet zijn, aldus de artiest, van waar hij staat in het leven en in zijn muzikale loopbaan. De EP moet hem introduceren bij een groter publiek en is de voorloper van een debuutalbum dat in het najaar van 2024 het levenslicht moet zien. Voor de EP werkte hij samen met producer Orson Wouters, ook bekent als Transistorcake. Op ‘Abloom’ zijn het nog vooral de eerder uitgebrachte singles die een plekje krijgen. Zijn werk met prachtige zangstem is ondergedompeld in een flink, maar prettig bad van melancholie en gaan verder dan de typische singer songwriter. De akoestische gitaar is er absoluut, maar ook een mooi gebruik van elektronica op het openingsnummer ‘Hyacinth’, Gevoelig en traag is het een heerlijk en prima visitekaartje dat overtuigt en je rustig meeneemt in de schoonheid en de diepgang van het nummer. Het was overigens ook de eerste single die hij uitbracht en die hem in zicht bracht bij de pers en industrie. Het titelnummer ‘Abloom’ volgt en is mooi uptempo en toont aan dat Caspar Auwerkerken ook in het vlottere werk overtuigt, maar in zijn trage nummers is hij fantastisch, zoals ‘The Hunter’ bewijst. Een song met een heerlijke progressie die langzaam die dat flegma aflegt, aan tempo wint, maar vooral een indrukwekkende intensiteit ontwikkelde. Een heerlijk hoogtepunt vol met een zekere droefheid, maar ook een zekere opstandigheid tegen die droefheid. Rustig en wijdser komt ‘Untitled’ langs. Op het toneel laat Auwerkerken zich vaak vergezellen door een celliste. Op de EP komt strijkwerk eigenlijk voor het eerst echt prominenter naar voren in ‘In skies’, een mooie verhalende song, soms heerlijk klein en dromerig, vooral in de zang, maar dan ineens is de sound feller en pittiger in een sterk contrast. Hij sluit fragiel af met ‘I Tried’ waarvoor hij zich liet inspireren door een relatie die op de klippen liep en de constatering dat we eigenlijk allemaal zoeken naar geluk. Met dat laatste kan Caspar Auwerkerken helpen. Wie houdt van mooie droefheid en een stem vol emoties wordt vast heel erg gelukkig van ‘Abloom’ en het vooruitzicht dat er volgend jaar een album met nog veel meer moois zal verschijnen. Een prima en boeiende artiest, zoals onze Zuiderburen, de laatste jaren al meer fantastische jonge talenten voortbrachten.