Loading...
Recensies 2021

Beatriz Aguiar brengt haar roots tot leven in Anderen

ANDEREN – Wie de stamboom van de inmiddels in Flevoland gewortelde Uruguayaanse Beatriz Aguiar uitpluist komt al snel in Zuid-Europa terecht. Er is een tak die uitkomt in Portugal, een lijn voert naar Spanje en een andere vertakking naar Italië, waar één opa stamt van het vaste land en een ander Sicilië als geboortegrond koesterde. De zangeres en haar Zuid-Amerikaanse land heeft een enorm invloed gehad van de immigratie, waar in de cultuur ook nog Afrikaanse en andere culturen als inspiratie hebben gediend voor de huidige waarden en de culturele uitingen. Dit is het uitgangspunt voor het nieuwe project van deze zangeres, waarin ze de folklore van de muziek van haar land onder de loep neemt aan de hand van immigratie en haar roots terug volgt over zee. Hiervoor heeft ze ondersteuning van twee prima muzikanten. Gitarist Leon Mennen, oorspronkelijk uit Brabant, maar tegenwoordig verbonden aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen en uit Montevideo de ervaren percussionist Enrique Firpi. Een presentatie van het werk gaf dit trio in Nijend24 in Anderen, die hiermee, zeer terecht, afweek van de reguliere programmering en daarvoor werd beloond met de complimenten van het publiek. Rustig werd ingezet voor ‘Cancione De Noche’, wat een mooi rustig begin was van het optreden met een toenemende urgentie en stevigheid. Vlotter maar minsten even mooi was ‘La Rosa’, met een hectische percussie, welke dynamiek en spanning gaf. Na nog een rustige song was ‘Y No Se Queda’ al het eerste hoogtepunt van de avond. Een prachtige song over de veranderlijkheid in de wereld en qua ritme gebaseerd op de Chacarera die diepe indruk maakte. Het was ook één van de eerste liedjes waar dieper op werd ingegaan, zowel inhoudelijk door de zangeres zelf als muzikaal door Brabander Leon Mennen die de onmogelijkheid uitlegde om Chacarera te spelen voor iemand die is opgegroeid met de polonaise. Dat gebeurde speels en met humor, maar soms kwam er niet echt helemaal uit hoe de weemoed van de massa-emigratie en de bezoeken van Aguiar aan bijvoorbeeld Sicilië haar heel concreet beïnvloeden voor haar liedjes. ‘Sicilia’ werd bijvoorbeeld als een prachtig eiland met tragische geschiedenis omschreven, maar wat deed het bezoek nou met de zangeres. Juist voor een publiek dat de nadrukkelijke weemoed in het spel en de fantastische stem van deze zangeres proeft, maar juist nog die finesse even ontgaat is iets meer uitleg nodig en zou er ook een grotere lijn mogen zijn door het hele optreden, zoals bijvoorbeeld een Noorse band als Stampestuen die hetzelfde onderwerp heeft genomen, maar dan vanuit Noors-Noord-Amerikaans standpunt dat wel heeft. Prachtige liedjes in dit thema volgden vol met weemoed als ‘Ultramar’ en ‘Gallaecia’, oftewel het Spaanse Galicië en een mooie uitleg over de drums in de Candobe. De Candobe is een op percussie gestoelde typische Uruguayaanse versie van Latin Music en vindt zo zijn oorsprong in Afrika. Na de pauze dook het trio onmiddellijk diep de emotie in met ‘Canto De Una Voz’ en de prachtige interpretatie van de intieme en weemoedige tango ‘Volver’ van Carlos Gardel en Alfredo Le Pera, voor er een instrumentale ode werd gebracht aan de heerlijke ‘Empanada’. Jammer was dat Aguiar had besloten te gaan zitten, dit geeft met muziek die met zoveel passie en emotie wordt gebracht dat je die eigenlijk met je hele lichaam zingt onmiddellijk ook een beperking in de dynamiek en het “latje”. Na twee nummers waarbij ze eerst een lied met alleen Mennen en daarna met alleen Firzi speelde sloot het trio af met het mooie ‘Aqui Circular’ en het krachtige opzwepende ‘Tatata’. Een heerlijk optreden met nummers die staan het nieuwe album van de zangeres, de opvolger van haar eerdere platen ‘Mi Cancíon’ en ‘Nomade’. Een avond vol intimiteit, weemoed, maar ook humor en dansbare opzwepende passievolle songs, waarbij de luisteraar zich soms in Portugal waant bij de fado, dan weer in Spanje of ergens aan die Mediterrane kust, mar ook echt in Uruguay waar al die invloeden mooi worden gebruikt voor een geheel eigen muziek, die nu ook in Nederland te horen is.