Loading...
Albums

Nels Andrews – Pigeon and the Crow

Rond deze tijd zou Nels Andrews in Nederland zijn nieuwste album Pigeon and the Crow onder de aandacht brengen met een serie optredens, waaronder in het Noorden bij Muziekpodium Bakkeveen. De man uit Californië heeft daarbij door Corona forfait moeten geven wat betreft zijn fysieke reis, zijn muziek heeft zich niet laten tegenhouden en de weg naar Nederland gevonden. Gelukkig, want Andrews heeft een prima folk/ Americana album afgeleverd. Nels Andrews is duidelijk iemand die zijn tijd neemt. Ondanks dat zijn muzikale loopbaan al aardig richting de twee decennia aan het lopen is, is ‘Pigeon and the Crow’ pas zijn vierde studioalbum. Al in 2002 werd hij gevierd tijdens het prestigieuze Kerrville Folk Festival in Texas als nieuw folk talent. Talent dat gerijpt is en nu met een voortreffelijke album zijn plek in de eredivisie weet te bestendigen. Hij doet hierbij een beroep op een aantal andere topmuzikanten. Producent is de traditionele Ierse fluitiste Nuala Kennedy, Sebastian Steinberg van Iron & Wine speelt bas, drummer is Quinn die samenwerkte met Daft Punk, Kanye West en T Bone Burnett en daarnaast komen AJ Roach, Anaïs Mitchell en Anthony Da Costa voorbij. Het album gaat van start met het geweldige ‘Scrimshaw’. Het is een liedje dat wel titel deelt met het album van Andrews uit 2012, maar verder los van elkaar staat. Een prachtige rustige vertelling. Nog rustiger, maar met een flinke Ierse twist en een prachtige liedtekst is ‘Memory Compass’, met een soms erg dominante Ierse fluit, die beter tot zijn recht komt in samenhang met de cello in het fantastische titelnummer ‘Pigeon and the Crow’. In dit lied vertelt Nels Andrews het verhaal van een meisje dat vriendschap sloot met een kraai. Met ‘Scrimshaw’ één van de liedjes die er echt bovenuit steekt op dit in de breedte ook prima album. ‘Holy Water’ hoort daar ook bij, met ook nu fantastisch fluitspel als tegenhanger van de mooie verhalende zang. Het is duidelijk dat dit het album is van een man die de jeugd achter zich heeft gelaten, maar nog voldoende heeft om naar uit te kijken in het leven. ‘Holy Water’ is een tevreden lied. ‘South of San Gregorio’ is een beetje een vreemde eend in de bijt, hoewel het wel een goede afwisseling is van het tragere werk er voor. Prima zijn het verwachtingsvolle vlottere ‘Table by the Kitchen’ en de terugkeer naar de rust met ‘Lion’s Jaw’. Liedjes die goed aansluiten bij het geweldige begin, maar toch net niet dat niveau halen. Prachtig is wel ‘Welterweight’, waarin Nels Andrews uitkijkt naar de periode voor hem. Een album dat bijzonder de moeite waard is, met een ijzersterke start dat fijn op een prima niveau naar het einde wordt doorgetrokken.