Loading...
Recensies 2015

Lucy Ward schuwt het grote gebaar niet

STEENDAM – Lucy Ward is op de grootste festivals een absolute headliner op de Britse eilanden. Haar naam staat garant voor goed gevulde zalen. Opmerkelijk voor een artieste die weliswaar folk van zeer hoog niveau brengt, maar daarbij teruggrijpt, in eigen werk en covers, op de oude tradities. Het levert uitstekende albums op, maar op het podium blijkt pas echt waarom Ward zo geroemd is en ook een volle zaal trekt bij Podium Peter en Leni in Steendam. De Britse blijkt een echte entertainer die het grote gebaar niet schuwt, feilloos de emotie weet aan te boren en bij wie de aankondiging haast net zo belangwekkend is als het lied. Een artiest pur sang die haar gehoor laat lachen, zingen, feesten en huilen. Weliswaar wat gehinderd door een Duitse verkoudheid, want haar toer voerde haar eerst langs onze Oosterburen, zette Ward de avond in met veel drama. ‘The Last Pirouette’ was het eerste in de lijn van veel mooie en aansprekende liedjes. Vaak met begeleiding op gitaar, maar bijvoorbeeld oude traditionals als ‘Old Brown Hen’ en ‘Lisbon’ werden puur op de kracht van de stem van Ward gebracht zonder instrument. Voor het hoogtepunt van de avond, dat al voor de pauze kwam met ‘Lion’ pakte Lucy Ward haar concertina. Het was haar bijdrage aan de herinnering aan de Eerste Wereld Oorlog en het stilstaan bij dat feit een eeuw later. Met veel bezieling vertelde Ward het verhaal van de soldaat die voorop ging in de strijd, maar op een gegeven moment genoeg had van de strijd en als lafaard door zijn eigen makkers werd geëxecuteerd ‘at dawn’. Een thema dat de Britten de laatste jaren erg heeft bezig gehouden. Het leverde voor het festival van Glastonbury een prachtig lied op, dat gelukkig ook opgenomen is op haar nieuwe album en in Steendam werd gebracht. Het sluit aan bij de hoop van Ward die erg beïnvloed is door de jaren zestig waar de artiesten van toen hoopten dat ze met muziek de wereld konden veranderen. Een thema dat terug komt in haar lied ‘I can not Say I will not Speak’ waarmee ze haar eerste set afsloot en de afsluiting van het reguliere concert ‘For the Dead Men’. Tegen beter weten wellicht in blijft Ward hopen dat muziek de wereld beter maakt. Dat helpen we haar hopen. Naast liedjes met een boodschap bracht Ward, steeds met dat geweldige verhaal en zoals een goed verteller betaamd, met uitgebreide hand gebaren en expressieve gezichtsuitdrukkingen, ook persoonlijke liedjes als ‘Ode to Whittaker Brown’ over de geboorte van haar moeder en het tragische ‘Connie and Bud’ over mensen die het wellicht niet helemaal redden in onze maatschappij en voor haar gastheren het liefdesliedje ‘I Will’ van The Beatles. In haar toegift eindigde Lucy Ward met een boodschap van hoop. Over een duivenmelker die zijn duif naar een belangrijke wedstrijd stuurt. De weg van startpunt Rome naar de til in een arme uitzichtloze Britse wijk is echter door een storm. De duivenmelker wordt geconfronteerd met het zinloze van zijn droom. Die komen nooit uit in onze wijk vertellen zijn buurtgenoten hem. In ‘King of Rome’ lukt het echter zijn duif de weg terug te vinden, waar 1000 andere duiven de weg kwijtraken. Blijf dus dromen in deze stormachtige tijden, is de boodschap van Ward. We verliezen er misschien 1000 onderweg, maar we vinden onze weg naar huis en dat is een belangrijk signaal deze dagen.