Loading...
Recensies 2017

Aanstekelijk enthousiasme bij Battlehooch

GRONINGEN – Het was een bonte mix van mensen en stijlen dat het podium betrad van ’t Kantoor in Groningen. Een dwarsdoorsnede van San Francisco California trad op een weerkundig even bonte middag op in Groningen. Zonder soundcheck ging het gezelschap direct van start en dat was in het eerste nummer ‘Scion’ duidelijk te horen. Wat helpt dan? Uiteraard wat Rolling Stones en met ‘Jumping Jack Flash’ werd de afstemming beter en dat resulteerde in het mooie ‘Every Day’. Zoals in alles had Battlehooch een wisselende kwaliteit met erg leuke en vermakelijke liedjes en nummers die te druk waren om uit de verf te komen. De kracht van de formatie zit vooral in een wat hoger tempo en in de eigenwijze invulling van de gespeelde en verrassende covers. De eigen nummers tonen potentie, maar zijn vaak wat chaotisch en hektisch. In de muziekstijlen was het ook een eclectisch geheel met soul, blues, rock, pop en tropische invloeden. De hoog gespannen verwachtingen van de verschillende opnamen die circuleerden kon de band niet waarmaken, maar vooral na de pauze kwam de stemming er toch goed in. Al snel stond het publiek voor het podium te dansen op nummers als ‘Joke’ en ‘Hey, Yeah’ Hoogtepunt was het mooie ‘Baby Sharks’, een uitstekend nummer en op het laatst rockte de band nog even fijn op ‘Caliphate’. Zanger Pat Smith heeft een interessante stem die soms prachtig doorkwam, zoals in de cover ‘The Passenger’ van Iggy Pop en in het fraaie eigen nummer ‘Pony’, maar soms ook verdronk in de band. In de zang kreeg hij vaak versterking van AJ McKinley die ook op gitaar zich liet gelden. Opmerkelijk was ook de éénpersoonblazerssectie in Tom Hurlbut, wat hem niet weerhield om in nummers verschillende instrumenten te bespelen met fluit, klarinet, en saxofoon en vaak ook nog twee tegelijk te laten horen. Letterlijk hoog boven de rest van de band verkeerde Bassist Grant Goodrich die in zijn eigen wereld vertoefde. Multi-instrumentueel werk was er ook van Ben Juodvalkis met piano en accordeon, terwijl onopvallend Ryan Huber zijn drumwerk afleverde, maar onopvallend is degelijk en daar stond deze drummer voor. Was er voor de pauze veel ruimte voor covers met ook nog ‘Do You Love Me’ van The Contours. Na de pauze was het ‘Burning Down the House’ van de Talking Heads en als afsluiter ‘Let’s Go Crazy’ van Prince als opener en afsluiter en voor de rest veel eigen werk. Op het gebied van enthousiasme scoorde Battlehooch hoog, op andere tereinen wisselden mooie momenten met mindere zich af.