GRONINGEN – Auyon Mukharji, David Senft, Harris Paseltiner, Don Mitchell, dat zijn de vier verantwoordelijken. Gezamenlijk vormen ze de band Darlingside en lieten ze op Take Root hun toeschouwers in vervoering achter na hun optreden op de zolder van De Oosterpoort. Het is niet gebruikelijk dat op festivals toegiften worden gegeven, helemaal op een strak tijdschema als take Root organiseert, de volgende ronde band wil immers ook graag publiek voor het podium, maar het viertal kon niet naar de uitgang, want de mensen massa, althans hen die binnen de deuren van deze zaal hadden kunnen komen, weken niet uiteen en van deze muur stuiterden de heren terug op het podium en de sleutel tot ontsnapping was een toegift. Voor het zover kwam hadden de hemelse stemmen van dit vocale viertal met verve geklonken. Het viertal pakte het direct prachtig aan met ‘Singularity’. Een rustig, voornamelijk driestemmig nummer, dat onmiddellijk helemaal goed was en voor ‘Go Back’ dat hier direct op volgde klonken alle vier de stemmen om de gezamenlijk gedeelde microfoon. Dit was een wat vlotter nummer, net als ‘White Horses’, Het was mooi, het was erg mooi, maar zo bleek in ‘My Gal, My Guy’ het plafond was alleen letterlijk bereikt met deze hoog gelegen zaal en niet figuurlijk, want dit nummer was fantastisch mooi. De heren bleken ook meer kwaliteiten te hebben als alleen zingen. Alle vier waren prima musici met wisselende instrumenten, naast akoestische en elektrische gitaar onder andere viool, cello, snaredrum, wat een mooie sound gaf. Naast een muzikale show maakten de heren er ook een droogkomische comedyshow van, met aankondigingen over weg geraakte en geleende shirts. Over snacks die na twintig jaar weer eens gegeten waren en daar een vervolg op met vreemde Nederlandse gerechten en een hoofdrol voor Flipje Tiel. Hilarisch, maar daar had ook best af en toe een serieuze aankondiging met wat achtergrond over een liedje tussen door gemogen. Het mooie en bedaarde ‘Hold Your Head Up High’ werd gevolgd door ‘Extralife’ met de cello in de hoofdrol en het ook erg mooie ‘Harrison Ford’. Eigenlijk is dat van elk nummer te zeggen dat deze avond in The Attic klonk. Prachtige vierstemmige folk. In alles merk je dat het viertal perfect op elkaar is afgestemd. De stemmen kloppen, de bewegingen, iedereen weet precies wat de ander gaat doen en de liedjes zijn fantastisch met nagenoeg perfectie in de harmonieën. Zware onderwerpen worden licht in de handen van deze band. Het einde kwam met ‘The God of Loss’ en de staande ovatie gaf wel aan dat het publiek er nog lang niet genoeg van had. Het toegift ‘Blow The House Down’ gaf al wel aan hoe uitzonderlijk mooi het er op de zolder aan toe ging. Een tweede staande ovatie was dan alsnog de afsluiting.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden