Loading...
Recensies 2017

Uit je dak met Electropoëzie

GRONINGEN – Mooier gekozen kan het eerste nummer niet zijn. Hier is over nagedacht. ‘Controle, Loslaten’ is niet alleen de titel van het eerste nummer, maar vooral ook het thema van het hele optreden helemaal aan het eind zelfs tot wanhoop van de stagemanneger als hij een sprintje achter de coulissen wegtrekt, maar Hans Hoeverloo en Harmen Ridderbos (Town of Saints) al weer een laatste nummer hebben ingezet en met het op een kinderverje geënte Alfabet zo ongemerkt even een lange neus trekken. Het publiek staat aan de kant van de artiesten en heeft dan allang de controle losgelaten op de combinatie Electronische muziek uit de koker van De Ridderbaas en de teksten van Hoeverloo. Het is anders, het is absurd, onbegrijpelijk, geniaal, onsymetrische, afzichterlijk en geweldig. Het is in ieder geval compromisloos en dwingt je de controle los te laten over wat je dacht over muziek en literatuur. De beide heren, ondersteund in een enkel liedje door een fluitspelende Engel en een zingende Finse, wat niet hetzelfde is, gooien remmen los. Al snel dwaalt Hoeverloo, gekleed als begin twintigste eeuwse dichter met een boek waarin zijn geschriften door de zaal. De Ridderbaas laat na een druk op de knop de electronica het werk doen en volgt in zijn jaren 80 trainingspakjasje al snel. Het absurdische terzijde zijn het gewoon prima liedjes, maar met een act. De Ridderbaas woest dansend en Hoeverloo het grote gebaar gebruikende. Fijne nummers als ‘Olifanten’, ‘Schreeuwende Dode Rode Rozen’ en ‘Boodschappenlijstje’ laten een deel van het publiek flink meewiegen, terwijl een ander deel meer de door stomheid geslagen aanpak kiest. Blijven staan kijken doen ze echter allemaal en hoe langer het concert duurt hoe groter het percentage dansers wordt. Voor dansen leent het zich prima en al gauw blijft het podium leeg en blijven beide artiesten gewoon in het publiek, waarmee nog nadrukkelijker het ongewone en soms ongemakkelijke, Hoeverloo die je strak in de ogen kijkt als hij declameert, De Ridderbaas die al pogo-end je welhaast omver stoot, wordt benadrukt. Het lijkt lol, maar is wel degelijk bedoeld om je af en toe te laten nadenken over de cliche’s in de muziek. Is dit muziek? Is dit literatuur? Goed is het in ieder geval, hoewel het grote publiek het wel als een leuke absurditeit zal beschouwen. Dan een slaapliedje, het mooie ‘Symmetrie’, de sprintende stagemanager, gelukkig, te laat. Het Alfabet is al ingezet, met een dansende Engel en een woest swingende Finse op het podium. Electropoëzie is anders. Ga uit je dak of laat het inwerken en denk na of gewoon beide. “A, B, C, D, E, F, G, zing met onze letters mee,” nodigt Electropoëzie uit.