Loading...
Recensies 2022

Trio Açai houdt proeverij van Braziliaanse muziek

VEENHUIZEN – Hoeveel van die prachtige Braziliaans muziek heeft zijn oorsprong in de ellende van mensen. De Samba en Bossa Nova bijvoorbeeld zouden in deze vorm niet bestaan als er vanuit Afrika geen slaven naar Brazilië werden gebracht en ook nu zijn de Favela’s niet alleen een verzamelplek van de allerarmste in stedelijk Brazilië, maar ook een broeinest van muzikale ontwikkeling, waar het minder de samba is wellicht, maar funk, hiphop en dancehall die zich vast weer verbinden aan Bossa Nova en andere vormen, net zoals ooit de mars en de wals zich verbonden met de batuques, zoals alle van oorsprong Afrikaanse muziek werd genoemd. De allerarmsten in Nederland kwamen ooit terecht in pauperparadijs Veenhuizen. Tegenover Coco Maria was ooit het Derde Gesticht waar ze leefden, zwoegden en vooral stierven. Wat een prachtige locatie voor het Festival Veenhuizen om Braziliaanse muziek en Nederlandse historie te verbinden en de politieke boodschap die regelmatig in de muziek verborgen zit klinkt net zo helder in de ondergaande zon van Veenhuizen te laten klinken als in Sao Paulo of Rio. Trio Açai was door het festival naar Coco Maria gezonden voor een Braziliaans uitstapje op dit klassieke festival. De formatie bestaat uit zangeres Femke Smit, Daniel de Moraes op gitaar en Felix Hildenbrand op bas. Ze brengen een prachtige doorsnede van de Braziliaanse muziek met de prachtige zang van Femke Smit gelardeerd met kirrende geluidjes, heerlijk begeleidt door haar camarades. ‘Embola Bola’ was het rustige en relaxt begin, maar het was een nummer dat allengs swingender werd. Braziliaanse muziek, in overeenkomst met bijvoorbeeld Folkmuziek is vaak verhalend. Het kleine verhaal met een wereldwijde herkenbaarheid. In ‘Sem Compromisso’ dat als tweede nummer werd gespeeld gaat het over de jongen die met zijn meisje wil gaan dansen, maar éénmaal daar, danst ze de hele avond met ander en als hij haar dan toch vraagt, ja dan zou ze net wat gaan drinken. “Lekker dan”, klonk er wat van herkenning bij Femke Smit terwijl ze dit verhaal afrondde. Keurig, juist ook omdat het Portugees niet voor iedereen een taal is die ze spreken, introduceerde de zangeres de nummers mooi inhoudelijk. Je voelt de emotie in de muziek, maar het vergroot de herkenbaarheid. ‘Luz Negra’ gaat bijvoorbeeld over iemand die het zwaar heeft in leven en op zoek gaat naar een lotgenoot omdat hij altijd alleen is. Een heel mooi stuk met prachtige zang en een voelbare dramatiek en berusting in dit lot. Zo kwamen veel mooie stukken voorbij. Steeds gebracht met een fijne ontspannenheid, die wat in de muziek zit ingebouwd, maar nooit zonder verhaal of zelfs stijdbaarheid en uitbundigheid. Die strijdbaarheid kwam terug in bijvoorbeeld ‘O Bêbado e a Equilibrista’, een pleidooi voor vrijheid in het hart van een gevangenisdorp. Nergens klonk het misschien wel intenser dan hier op de stoep van het derde gesticht. De mooie begeleiding kwam goed tot zijn recht in ‘Dança da solidão’, een liedje van Marisa Monte. Een stuk dat A capella begon, maar waarin de gitaar van Daniel de Moraes een fijne swing bracht en de bas van Felix Hildenbrand contrasterende donkere tonen. Nu en dan ging Trio Açai zich te buiten aan setlist discussies. Dit was wat een afleidende dissonant die eigenlijk voor het optreden zou moeten worden beslecht en niet meer op de bühne. Het stond niet in de weg dat de muziek passievol en prachtig bleef. Een ballonvaarder zal gewenst hebben dat zijn ballon een anker had, terwijl hij langzaam overvoer tijdens het heerlijke Manhâ de Carnaval’ terwijl de wind hem onvermijdelijk buiten het bereik van de stem van Femke Smit voerde, net zoals even onvermijdelijk het eind van het optreden naderde, maar niet nadat met gastdrummer Daniel van Dalen, ook bekend van Fuse, Sven Hammond en Lorrèn, onder andere het swingende ‘Maria das Mercedes’ werd gespeeld. Het verhaal van een man die naar stad verhuist en een brief krijgt van zijn meisje naar haar adres en achternaam is vergeten. Afgesloten wordt met het rustige ‘Mambembe’ en komt de proeverij van de Braziliaanse muziek tot een kalm einde in de laatste zonnestralen.