GRONINGEN – Met een sjaaltje van de plaatselijke voetbalclub van de plek waar ze een avond te voren had opgetreden dook ineens Roos Rebergen op tussen het publiek. Ze slalomde om Spot gastvrouw Mo die met vorsende blik speurde waar nog stoeltjes vrij waren in de Lutherse Kerk om het toestromende publiek een plaats te geven en even snel was Rebergen, gitaar in de hand, verdwenen naar de coulissen. De stijf uitverkochte kerk had het nauwelijks door dat de hoofdrolspeelster zich al even liet zien. Hoorbaar waas wel het stemmen van Tim Vandenbergh die zijn bas warm speelde, net als Seraphine Stragier die hetzelfde deed op haar cello onder een groots verlichte kerstboom. Het waren de voorbereidingen voor het concert waar je het hele jaar al op zat te wachten, zonder dat je kon vermoeden dat het zo magistraal zou worden. Een avond die overigens eindigde in de gevangenis voor Roos Rebergen & SunSunSun Orchestra.
Zolang je zijn naam noemt is hij er nog steeds. Tom Pintens. Eén van de kernleden van de band Roosbeef wordt ernstig ziek. Aanvankelijk heeft dat vooral gevolgen voor de op dat moment aankomende toer rondom het album ‘Zomer in Nederland’. Deze moet worden aangepast omdat Pintens niet meekan, maar na de toer blijkt dat er moet nagedacht worden over een toekomst van de band zonder de Belgische muzikant. Afgelopen zomer overleed Pintens, te jong, te vroeg, maar nog bij leven spoorde hij Roos Rebergen aan om minder over die toekomst te piekeren, maar eerst eens uit te vinden wat ze zelf leuk zou vinden. Dat advies resulteert in een telefoontje naar Tim Vandenbergh, de bezieler en leiden van het SunSunSun Orchestra. Samen besluiten ze om de liedjes van Roosbeef te bestuderen en een selectie te maken om te kijken welke geschikt zijn voor een strijkgezelschap. Uiteindelijk worden er een aantal gekozen en met Jeroen Baert en Yumika Lecluyze op viool, op altviool Karel Coninx, Seraphine Stragier op cello en op toetsen, synths en fluit Antoon Offeciers. Het resultaat is een fantastisch album en vele reizen in de toerbus samen, onder andere naar Groningen om het album te komen presenteren.
Er zijn van die momenten dat in een zaal de verwachting voelbaar wordt. Vlak voor het aanvangsuur, werd het heel stil. Een laatste man of vrouw publiek werd nog door Mo naar een zitplaats gedirigeerd, waarna de formatie het teken kreeg. SunSunSun Orchestra verscheen op de bühne, op voet gevolgd voor Roos Rebergen, waarna ‘Amerika’ werd ingezet. Langzaam werd dit nummer mooier en mooier, waarna Rebergen op zij stapte en direct aansluitend ‘Bang zullen ze Leven’ declameerde. Het tempo ging omhoog voor het zeer fraaie ‘Hoe Je Leven Moet’ waarna het fenomenaal mooi werd in het intense ‘We Hadden Alles’. De stilte die daarna viel, had geen schijn van kans tegen een ovationeel applaus, waarbij je merkte dat de eigenlijk al wilde opspringen, maar Rebergen nog even hier een rem op zette door te vragen om het applaus nog even te bewaren, want ze waren maar net begonnen. Het tempo ging omhoog op het moment dat de ‘Nachtauto’ ging rijden. De keuze uit het Roosbeef archief was uitstekend waardoor er eigenlijk alleen maar de beste nummers waren geselecteerd voor dit optreden. Het was prachtig, vaak intens of urgent en steeds gedreven. De arrangementen van Tim Vandenbergh en het spel van de leden van de SunSunSun Orchestra verhief de liederen naar een nog hoger niveau. Roos Rebergen nam dat zelfs letterlijk toen ze tijdens ‘Rodeo’ een instrumentaal stuk gebruikte om even te schuilen boven op de kansel, zoals ze bij gelegenheid vaker het podium overdroeg aan haar begeleiders. Na het fellere ‘Rattekop’ en als je kritiek wil hebben op het album, het fenomenaal mooie ‘Amerika II’ dat daarop ontbreekt en wat heerlijk ijl begon met prachtige zang, kreeg het orkest zelfs even alle ruimte om een stuk te spelen dat met loop gebruik zoals dat hoort en mooie gelaagdheid kreeg. Terug na het album met ‘Dichtbij’ en aansluitend gesproken ‘Ik Zal Het Houden’. Met alleen de violen en cello zette Roosbergen ‘Sirene’ in. Prangend en met een mooie wisselwerking tussen zang en orkest was dit heerlijk nummer dat mooi werd uitgebouwd. Daarna met ‘Lithium’ even helemaal terug. Een nummer geschreven in de geest van Bob Dylan, met het orkest als koor. Daarna weer uitbundig ‘Ik Heb Je Rug’ om rustig af te sluiten met ‘Vergeten Groente’. De volle zaal hoeft niet lang te wachten op een toegift. Het gezelschap had hotelkamers geboekt in de voormalig gevangenis in Leeuwarden, waar ze voor het spokenuur binnen moesten zijn. Bij het toetje was vooral ‘Nooit Meer’ prachtig. Het definitieve einde was klein en intiem. De hele avond toonde Rebergen zich een uitstekende spreekstalmeester die nu en dan wat verder inging op een liedje, of gewoon op een prima manier het publiek aan zich wist te binden. Het laatste nummer ‘Mijn Klein Vuur’ was voor haar dochter. Dat proefde je in haar zang. Zo mooi, zo lief, zo intiem. Een prachtige afsluiting van een fenomenaal concert.