MUNNEKEZIJL – Het is dat de bordjes bij het binnenrijden je anders vertellen en dat de voertaal Nederlands is, maar als de Pine Needle Miners bluegrass zingen, dan waan je je in de Verenigde Staten en niet bij muziekcafé De Sluys in Munnekezijl. De zespersoons formatie uit Meppel brengt deze muzieksoort op hoog niveau. Muzikaal valt het mooi samen met vooral de zang van Yorick Bergsma die uitstekend de tragiek van de bluegrass in zijn stem weet te vangen, daarbij ondersteund door prima muzikanten met een fijn instrumentarium. Even blijft Petrouschka Zandvliet hier op viool bij achter, maar zodra alle technische knopjes in de juiste stand staan, laat ook deze violiste zich horen. De band speelt strak met de instrumenten die de bluegrass zijn eigen geluid geven. Een mooie contrabas waarop Peter Cruise met enthousiasme speelt. Gerhard Post die met de mandoline het spel ondersteund. Joren Hans op de banjo en Evert Jepma op gitaar. Daar waar Bergsma uitblinkt in de zang, moet hij nog groeien in zijn aankondigingen, waar hij zo nu en dan te geforceerd was en dan aan de verkeerde kant van flauw terecht kwam.
De Pine Needle Miners speelde vooral bluegrass en country klassiekers. Milwaukee, Salty Dog, een nummer van Hank Williams en twee achter elkaar van de 357 String Band, een mooie instrumental en dan de treinsong Cannonball die erg goed getroffen is en als afsluiting de klassieker Rocky Top, Tennessee van John Denver. Uitmuntend uitgevoerd, maar hoewel het niet ongewoon is in de bluegrass om de klassiekers te eren, zal de Pine Needle Miners ook met eigen werk moeten komen om zich echt te onderscheiden. Het wachten is nog even op dat liedje over plaggehutten, jenever en fatale liefdes op de Drentse hei of de Meppeler grachten. Desondanks een naam om in de gaten te houden voor de bluegrassliefhebber.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden