Kris Vesseur is al jaren één van de meest fascinerende singer-songwriters van het Noorden. Heel vaak treedt ze niet op, maar als ze dat doet is het een kwestie van goed luisteren. Haar teksten zijn fenomenaal. In haar werk put ze uit de strijd die ze dagelijks voert voor haar geestelijk welzijn. Haar gevecht tegen de waanzin en hoe ze die met creativiteit probeert te verwoorden, dresseren en waar overwinnen niet aan de orde is, lukt bezweren wellicht wel. Dit heeft bij de Assense altijd een belangrijke rol in haar werk gespeeld. Als singer-songwriter, als dichter, als theatermaakster fluistert, smeekt en dreigt ze haar demonen. Roept ze om rust en huilt om haar onrust. Dit alles balt ze nu samen in deze smeekbede niet om haar te begrijpen, maar om haar te omarmen en te accepteren. Het levert een rauw, confronterend en fraai werk op. Een plaat voor hen die niet wegkijken, maar luisteren naar een fragiel medemens die ook daar juist haar kracht uit oproept. Kris Vesseur heeft muzikaal de hulp ingeroepen van Niels van Dam op elektrische gitaar, Sebastiaan Wiering op cello en Sebastiaan Hidding op viool. Het album gaat van start met een gesproken / gezongen ‘Dagmerries’. Nadrukkelijk staat de muziek in het teken van de tekst. Dat houdt niet in dat er muzikaal niets te genieten is, want met name de strijkers, de Sebastiaans Wiering en Hidding, geven een aantal nummers een prachtig cachet en versterken het gevoel. Na de rustige, maar onheilspellende opening, krijgt een vervolg in het iets vlottere ‘Kraalziek’. Een liedje met een teder gevoel, maar ook nu bittere constateringen in een verhalend lied. Kris Vesseur is een goede en adequate zangeres. Ze werd ontdekt via mooie festivals als Zomerzinnen in Amen en Troubadour Treffen in Leeuwarden en tal van andere mooie optredens. In het theater had ze succes met het programma ‘Toen ik nog Messias’ wat het verhaal vertelt van een jonge vrouw met schizofrenie. Die ervaring komt samen in prachtige liedjes als ‘Vleugellam’, maar daarin de oproep: “vraag niet wat er is, maar omarm me.” In dit nummer dat half gedicht is, is dit een sleutelzin om het werk van Vesseur te begrijpen. Ze vraagt niet te begrijpen, wat niet te begrijpen is, maar om acceptatie. ‘Lijmresten’ is een nummer met zware tonen, waarop Vesseur een sterk gedicht of lied voordraagt. Het verschil is vaak niet zo heel groot bij haar. ‘Wat Lichter Was’ klinkt ook lichter, maar is prachtig en groeit uit tot één van de hoogtepunten van het album. Ook nu weer die tekst: “Er is genoeg van niets, neem zoveel je wilt.” Op elk punt van dit album is het noodzaak om te luisteren naar wat Kris Vesseur te vertellen heeft. Het is een open boek met verborgen passages, een schrijnende en pijnlijke ervaring die hoop geeft, het is een liefdevolle streling met een bitter randje. Het is een document van een artieste die het kruis dat ze draagt heeft omgezet tot een kracht die beluisterd mag worden. Een absolute aanrader blijkt steeds weer in nummers als ‘Zeggenschap’ of ‘Afscheidswals’. Niet de eenvoudigste luisterervaring, maar onbekommerde en onverschillige luisteraars die gemakkelijk vermaak zoeken, zullen dat ook niet vinden bij Kris Vesseur. Een enorm compliment voor deze Noordelijke artieste voor deze plaat.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden