AMEN – Gwenifer Raymond heeft wellicht nog het meeste bekendheid gekregen in deze streken door een paar optredens die ze gaf met Drente zijn eigen fingerpicker Joost Dijkema. Er zijn dan ook best overeenkomsten te constateren tussen beide in hun spel. Raymond was geïnviteerd om in De Amer te komen spelen en werd in Amen gepresenteerd samen met Cerys Hafana, ook een artieste met een eigen achtergrond in Wales. Raymond had haar optreden voor de pauze, waarna Hafana na de onderbreking zou optreden. Als gitarist heeft Gwenifer Raymond inmiddels een behoorlijke reputatie opgebouwd bij gitaristen als een virtuoos akoestische fingerpicker. De eerste rijen in De Amer vulden zich dan ook met veelal gitaristen die het oog stevig gefocust hielden op de vingers van de artieste.
Al sinds haar debuut met de EP ‘Sometimes There’s Blood’ in 2015 wordt Gwenifer Raymond geroemd als muzikante. Haar vaardigheid op de gitaar staat buiten kijf, waarbij ze zowel onder het kopje Welsh Primitive als ook Americana. In haar eerste album ‘You Never Were Much of a Dancer’ bracht ze voornamelijk de oorspronkelijke gitaarmuziek van de Verenigde Staten, American Primitive, met haar vingers tot leven. In de jaren daarna, hoewel ze woonde in Brighton is har achtergrond in Wales een veel grotere rol gaan spelen. Het heeft, vooral in de tijd van de pandemie, een steeds grotere plek in de folk, country en blues gekregen van de gitariste. Dat komt terug op haar op haar album ‘Strange Lights over Garth Mountain’ dat in 2021 verscheen en in afzondering werd opgenomen in haar woning in Brighton tijdens de Corona episode. Nu toert ze met haar recent verschenen live album ‘Live at Moth Club’ waarop ze nast veel eigen werk ook een eerbetoon brengt aan haar voorbeeld John Fahey.
Bij haar optreden in De Amer veel werk dat ook op het live album staat, maar wel uitsluitend eigen werk. Gezeten trok ze zich op het podium terug in haar eigen wereld voor ‘The Three Deaths of Red Spectre’. Een nummer met een zachte opbouw wat kalm van start ging, maar die allengs steviger werd en op deze manier steeds meer urgentie kreeg op het moment dat de gitarist al fingerpickende vaart maakte. Direct na het eerste nummer bleek duidelijk dat Raymond liever haar gitaar laat spreken dan dat ze doet aan uitgebreide aankondigingen. Traag, met één hand op haar gitaar, opende ‘Bleak Night in the Rabbit’s Wood’ zich. Vanuit dat vertrek punt versnelde Raymond en werd het steeds sneller en speelde ze met een enorme gedrevenheid. Prachtig was het middendeel van het optreden.’Marseille Bunkhouse, 3AM’ was fantastisch en heel sferisch. Gevoelig ging het van acquit. Langzaam voerde de artieste je de donkerte van de nacht in met haar spel. Even mooi was ‘BHWS Afon Tâf’ dat juist veel meer uptempo was en de vingers over de snaren zag vliegen. Prachtig om te zien dat Gwenifer Raymond geheel één wordt met haar gitaar. Het instrument lijkt onderdeel te zijn geworden van haar lichaam. Ze lijkt lichamelijk nog in De Amer maar in haar belevingswereld ver weg. Daar lijkt een kleine verstoring in te komen tijdens ‘Last Night I Heard The Dog Star Bark’ als er een vlieg op de arm van de gitariste weet te landen, maar het is slechts een kleine verstoring en de timing van Raymond blijft feilloos in dit erg mooie, maar fraaie tempowisselingen gelardeerde, stuk. Rustig bouwt de artieste dan in ‘Eulogy For Dead French Composer’ op naar een Apocalyps, waarna ze prachtig afsluit met ‘Hell For Certain’, dat stevig is en virtuoos en uiteindelijk langszaam weg sterft. Later is ze terug voor een toegift met het intense ‘Gwaed am Gwaed’ haar meest Welshe compositie van dit optreden. Vaklui laten het moeiteloos schijnen. De muziek van Gwenifer Raymond is geen allemans vriend. Het is eigenlijk om met de ogen dicht je mee te laten voeren, tenzij je uiteraard geen noot wil missen van hoe ze speelt. Statisch, instrumentaal, maar intrigerend en bij tijden fenomenaal.