Loading...
Recensies 2019

Generale repetitie van Bert Hadders en Joost Dijkema in Java

VEENDAM – Even verderop als je uit Grandcafé Java stapt in Veendam en dan richting het centrum loopt en dan links gaat ligt Theater Van Beerensteijn. Daar presenteren Bert Hadders en Joost Dijkema op 19 januari bij het begin van hun theatertour hun nieuwe album ‘Kokeleko’. Dat wordt nog krap, vertelde Bert Hadders tijdens de Blueprint Sessions in Java, want de opdracht was net de deur uit naar het buitenland voor het drukken van de CD’s. Dat zal best goed komen, zodat met kakelverse albums de presentatie gedaan kan worden, maar het duo stak ter promotie eerst al even de teen in het Veendammer badwater. Met een kort optreden gaf het duo blijk dat ze er al bijna waren. Bert Hadders, voorheen van Bert Hadders & De Nozems, had besloten om gitaarles te nemen bij Joost Dijkema, maar was al snel tot de realisatie gekomen dat hij de meester niet ging overtreffen en dus maar beter hem mee kon nemen. Bert Hadders is al jaren één van de voorlopers van het zingen in het Gronings dialect en bewakers van de erfenis van Ede Staal met wie hij nog immer in fel duel gewikkeld is om de titel wie het meest wordt gedraaid op begrafenissen. In zijn werk verwerkt hij persoonlijke zaken, maar pakt ook sociale thema’s bij de hoorns. Daarmee opende hij bijvoorbeeld in het rustige ‘Aarm & Riek’. Een mooie heesheid in zijn stem gaf het nummer karakter, maar nog mooier wordt de zang als hij wat meer kracht meegeeft, zoals in ‘Domnee’. Een erg mooi nummer, waarin Joost Dijkema niet alleen opviel met zijn bevlogen gitaarspel, maar ook met een mooie tweede stem. Van die tweede stem werd vandaag te weinig gebruik gemaakt. Het geeft net dat extra gelaagdheid en versterking in nummers. Daarna was het tijd voor even stemmen bij Dijkema, waarin Hadders ging uitleggen hoe de samenwerking tot stand was gekomen en pas toen hij daarover was uitverteld en vroeg hoever de gitarist was alsnog inging op zijn nummer ‘180 kilometer’, een fraai lied over een lange afstandsrelatie waarin Hadders zich terug vond. Juist met een veelvuldig stemmer als Joost Dijkema in de gelederen geeft dat de kans om meer achtergronden bij liedjes te vertellen en daardoor ook meer diepte mee te geven. Na de Hadders klassieker ‘Beloofde Land’, wat erg mooi was, opende het duo de tweede set met ‘Eltjo’, wederom een sociaal bewogen nummer over de omstandigheden in de jaren 20 op het Groninger platteland, maar dat was in een kort intermezzo een uur eerder nog voor de show even genoemd. Wel een fantastisch mooi nummer waarin de wanhoop van hen die voor een paar gruipstuivers hun arbeid leveren en in onmacht een leven moeten zien op te bouwen goed werd gevangen. Daarna was er ruimte voor het melancholische ‘Oog veur’n Oog’ om na een korte stempauze die stemming werd voorgezet in ‘As Mie De Schounen Binnen Versleten’, een lied geschreven door Hadders, bekend van de uitvoering van Gerry Wolthof, die nu weer door de oorspronkelijke auteur werd gecoverd. De afsluiting was prima met ‘Station van Daam’, waarin het station van Appingedam werd bezongen. Het is een fijn duo met mooie liedjes, waarbij nu en dan de afstemming nog even wat strakker kan en nog wat meer aandacht mag worden besteed aan de introducties. Hopelijk krijgt behalve de gitaar van Dijkema ook zijn stem een grotere rol, maar het zijn weer prachtige Hadderiaanse liedjes die de wereld gaan invloeien.