Loading...
Interviews 2015

Daniel Payne: ‘Alle vooroordelen wat betreft country vielen weg’

Foto David Cooper

MEPPEL – Daniel Payne werkt van uit Spanje langzaam zich in Noordelijke richting. Uiteindelijk zal hij aan het strand van Ameland zijn tournee beïndigen tijdens het Madnes Festival met daarvoor een aantal Noordelijke optredens. We spreken Payne onderweg in Frankrijk. Een gesprek over zijn muziek, voorliefde voor murderballads en de samenwerking die hij in Nederland aangaat met de Pine Needle Miners uit Drenthe. Een reis van ‘dad’s records’ naar ‘recording artist’., van Lubbock naar Ameland.

“Ik was dertien jaar oud en probeerde al de LP’s van mijn vader uit waar hij niet meer naar luisterde”, vertelt Payne. “Zo raakte in de ban van Bob Dylan, Jimi Hendrix en Jethro Tull. Ik raakte geïnterresseerd in al die geweldige muziek die je nooit op de radio hoort; ‘North Country Blues, Song From The Wood, Hear My Train A Comin’… Ik dacht niet dat een loopbaan in de muziek voor mijzelf haalbaar was. Mijn vader ging naar een concert van Bob Dylan toen ik tien was. Hij heeft me niet meegenomen; ik denk dat hij muziek voor mij ook geen optie vond.”
Dat veranderde toen Daniel Payne zijn 18de verjaardag vierde. “Mijn moeder verraste me op mijn verjaardag met een gitaar. Vanaf dat moment sloot ik mezelf op mijn kamer op met mijn gitaar en de platen van James Taylor en Bob Dylan. College was een teleurstelling. Ik ben in het eerste jaar gestopt. Ik heb overwogen om in het leger te gaan en zelfs met een recruiter gepraat, maar ook dat was niks voor mij. Ik heb een aantal jaar in het loodgietersbedrijf van mijn vader gewerkt, tot ik overal zat van was behalve mijn gitaar. In één van de trucks van het loodgietersbedrijf zat een casette met oude Merle Haggard liedjes. Daar luisterde ik de hele dag naar onder het werk. Ik was betoverd door Merle Haggard en zijn band The Strangers en dat werden mijn helden. Ik realiseerde me toen dat country muziek meer was dan gezapige softe troep, maar soul had. Ik raakte gecharmeerd van de hard binnenkomende honky tonk geluiden van de steel guitars, violen en telecasters en de verhalen van arme mensen, de zorgen van de plattelandsbevolking met zijn alcoholisme, tragedies en het harde leven dat ze lijden.”

Met alleen zijn gitaar en geen werk moet Daniel Payne een plan bedenken. Wat een paar jaar eerder nog een onmogelijkheid leek werd alsnog werkelijkheid. De muziek riep. “Ik ben naar Leveland Texas gegaan om Tim McCasland te vragen of hij mijn mentor wilde zijn. He heeft me alles geleerd over zijn ‘fingerstyle’ op gitaar. Ik heb twee jaar lang niets anders gedaan dan om te proberen om liedjes van Jerry Reed met die stijl in de vingers te krijgen. Liedjes als ‘Reedology’ en ‘The Claw’ Ik heb het hele werk van Reed leren spelen op steel string guitar. Ik was 23 en werd lid van een honky tonk band en ‘hit the road’ en ik heb andermans verwachtingen achter me gelaten. In mijn jeugd waren mijn opties het leger, college of een baan zoeken. Ik denk niet dat mijn ‘old man’ ooit verwacht heeft dat ik in staat was de vlam van de soul in andermans ziel te ontsteken. Maar dat is niet mijn probleem.”

De keuze voor country, folk en bluegrass muziek was inmiddels haast onvermijdelijk. Payne is nog steeds verknocht aan die typisch Amerikaanse muziek, die echter in Nederland ook veel aanhang geniet. “Ik ontdekte Merle Haggard en dat heeft me geholpen op weg naar de waarheid, soul en autenticiteit die country en bluegrass muziek is. Alle stereotypen en vooroordelen wat betreft deze muziek vielen weg en vanaf dat moment sta ik in direct contact met de waarheid.”

Daniel Payne is inmiddels zelf ook een actief liedjesschrijver. “Ik wacht niet op inspiratie, dat is me te veel een gok. Ik ga zitten en schrijven als ik vind dat ik nieuw material moet hebben. Als ik toch een vlaag van inspiratie krijg, dan schrijf ik het idee op en werk het vaak later uit of het nu een melodie, een stuk tekst of een flard van muziek is of iets groters als een concept voor een album. Als er geld op het spel staat en er dus druk is krijg ik veel gedaan. Ik boek dus een studio nog voor ik een noot op papier heb. Om die reden was er ook een geweldige druk op mijn schouders toen ik mijn laatste album opnam. Ik begon de liedjes te schrijven zes dagen voor de eerste opname dag. Ik schreef zelfs het laatste liedje in mijn hoofd op weg van Lubbock in Texas naar de studio in Nashville. Daar is het in acht dagen opgenomen. De hele periode van niks tot een compleet album duurde veertien dagen.” Een onderwerp dat regelmatig terug komt in de liedjes van Payne is de donkere kant van het leven. Murder ballads en ander soortige ellende zijn voor hem dankbare onderwerpen. “Voor mij is het de taak van de songwriter om te refelecteren over elke kant van het menselijk spectrum. Er is slechtheid in iedereen. Iedereen is een mix van goed en slecht. Sommige mensen slagen er in om gratieus langs die donkerte te laveren, anderen lukt dat niet, maar het is altijd in wat voor vorm dan ook bij ons. Als je niet voldoende nadenkt over die aspecten van het leven en er over reflecteert is het onmogelijk om de luisteraar een compleet beeld te geven.”

Daniel Payne woont in Lubbock als hij niet on tour is. Een stad met geschiedenis. Hoe is dat van invloed op zijn werk. “Lubbock is niet echt een stad waar mensen naar muziek komen luisteren, maar er is twee keer per jaar een liedjesschrijf wedstrijd in de Bleu Light en elke maandagavond een avond voor songwriters. De gastheer Benton Leachman grijpt in als het publiek te rumoerig wordt. Het is fijn als er in de stad een paar bars zijn die de ballen hebben om lokale musici een kans te geven en het stimuleren dat mensen komen luisteren. Ik zou het graag zien dat er meer mensen waren die niet alleen maar covers spelen, maar uit hun comfort-zone stappen en Lubbock helpen om de stad eer te doen aan zijn naam als geboorteplaats van muzikale innovators als Buddy Holly, Waylong Jennings en Joe Ely. Je kan niet op je lauweren rusten als individu of gemeenschap. Je merkt ik ben toch wat teleurgesteld over de stand van zaken in Lubbock, maar er gebeuren ook goede zaken. Het stimuleert niet, maar frustreert me wel.”

In Nederland gaat Payne het podium op met de Pine Needle Miners, de bluegrass formatie uit Meppel. En onverwachte samenwerking tussen Texas en Drenthe. “Ik heb Peter en Joren van de Pine Needle Miners vorig jaar tijdens mijn tour ontmoet in Meppel. We hebben toen samen gesproken over een samenwerking. Dat is er van gekomen, ondanks dat we wat tegenslag gehad hebben in het boeken van shows en het opzeggen van geboekte shows. We doen daarom wat minder optredens dan we gehoopt hadden. Er is toch nog zat leuks om naar vooruit te kijken. Het zijn ontzettend leuke lui en prima muzikanten en ik ben erg blij dat ze me begeleiden. Het zal wel even wennen worden en zeker zijn invloed hebben op de muziek. Ik verwacht dat ze veel solo’s spelen, maar heb geen idee of ze dat gewend zijn. Ik ben er zeker van dat ze dat ook aankunnen. Veel plezier op het podium zullen we in ieder geval hebben.”

De huidige Europese tour is een uitvloeisel van het nieuwe album van Payne dat hij komt promoten. “Tales for Undesirables” is net uit als opvolger van zijn eerdere albums ‘Ancient Tones’ en ‘In the Fertile Gardens of Freedom’. “Zodra ik een album publiceer word ik net als iedereen een luisteraar. Het album speelt niet langer in mijn gedachten, maar is van de wereld. Het interpreteren van zo’n werk is verschillend en net zo complex voor iedere verschillende luisteraar. Volgens mij is de schepper van de muziek niet te onderscheiden van de luisteraar en dus zijn ze onvergelijkbaar. Fertile Gardens was mijn tactvolle manier om de middelvinger op te steken naar veel bands in Texas die op een vreselijke manier country proberen te mixen met rock & roll. Ik zou graag juist dit willen vertellen in Texas, maar niemand vraagt me er ooit naar. ‘Ancient Tones’ is een bluegrass album met bijna uitsluitend akoestische instrumenten en een knipoog naar ‘Western Swing’. Ik heb geprobeerd te doen wat ieder weldenkend mens zou doen als hij de kans krijgt een album op te nemen met mensen als Andy Gibson, Chris Scruggs en Billy Contreras”. Nu is er dan het nieuwe album en weer een nieuwe richting. “Tales for Undesirables’ is een country-folk album. Ik heb dit album geschreven met in gedachten dat Andy’s vrienden John McTigue (drums) en Donnie Herron (viool en claw hammer banjo) die dagen in de buurt waren voor sessies en meewilden spelen op het album. Ik heb mijn folkliedjes daar naar toe geschreven. Ik ben blij met het resultaat, maar ik ben nooit helemaal comfortabel met mijn eigen werk en altijd al weer aan het verder kijken naar een volgend project.”

Langzaam baant Pane van optreden naar optreden zijn weg Noordwaarts. “Ik heb drie weken opgetreden in Spanje en ben net de grens over naar Frankrijk. We zullen zien hoe de rest van de tour gaat. Ik weet zeker dat het geweldig gaat worden in België in Café Den Bolle in Herentals. Daar is een publiek dat echt country steunt. Dit is mijn vierde Europese tour en de derde zomer achter elkaar dat ik mijn eigen liedjes zing. Europeanen letten goed op en zijn enthousiast tijdens de optredens. Iedere keer bouw ik ook weer betere relaties op met de verschillende podia en komen er meer mensen speciaal voor mijn muziek. In Spanje was ik zo gelukkig een tourmanager – Gabri Reigosa – te vinden die alles vergemakelijkte. Als je die niet hebt, moet je zelf als doen. Constant er op letten dat alles goed gaat en voortdurend bouwen aan je relaties. Het is hard werken, maar hoe langer je het doet, hoe meer je mensen tegenkomt die je graag willen helpen en je tegemoed komen. Dat is nog wel het meest geweldige deel van mijn werk. Merken dat je werk en wat je doet wordt gewaardeerd door anderen.”

Daniel Payne en de Pine Needle Miners staan op 26 juni in cafe Clouso in Meppel. Op 27 juni tracteren ze de bezoekers van De Sluys in Munnekezijl op hun muziek en op 4 juli eindigt de tour op het Madnes festival op Ameland. Wellicht dat er nog meer data in het Noorden bij komen.