Het Prins Claus Conservatorium in Groningen is, en dat is ook de taak van deze school, een broedplaats van talent. Regelmatig duiken in verschillende samenstellingen uitstekende muzikanten de oefenruimte of studio in, of ontmoeten ze elkaar op het podium. Muzikanten uit alle werelddelen komen samen en werken samen met vaak prachtige en onverwachte resultaten. Daarbij wordt de eenvoudige route vaak ontweken. Mooi is niet altijd het doel, maar muziek mag best schuren, irriteren, vertederen, verdrietig zijn of bekoren als het maar emotie bevat. Hapklare brokken zijn elders verkrijgbaar. Het album ‘Exhaled Mountains’ kent in die scene zijn oorsprong. De Rotterdamse zangeres en trompettist Austeja Žvirblytė die oorspronkelijk in Groningen studeerde en afkomstig uit Litouwen stamt en de Bulgaarse gitarist Stanimir Lambov kwamen elkaar onder andere tegen in de band experimentele improvisatie jazzband Nebula. Op een moment dat ze beide even een uitlaatklep, om de van de zwaarte van bestaan en frustraties van alledag van zich af te schudden, nodig hadden in hun leven gingen ze samen aan het improviseren. Hier werd de basis gelegd voor het album. Het werk heeft dan ook de vorm van een conversatie. Zaken waar het soms moeilijk is om over te praten kregen in de muziek een stem. Gevoelens als al dan niet gefnuikte verlangens en angsten kunnen als bergen op je levenspad staan, maar als je er over praat en het niet opkropt kunnen ze verdwijnen als een ademteug. Een goed gesprek kan opluchting en perspectief bieden. Met het materiaal zijn beide naar Jorrit Westerhof gestapt. De eclectische jazzgitarist heeft via het mixen en produceren van het album er nog extra betekenis aan toegevoegd en laat je het verhaal van meerdere kanten zien, waardoor, aldus de artiesten, het een album is geworden die ingaat op de betekenis van het bestaan en hier vragen bij stelt. Het bubbelt bij de aanvang met ‘Wait… what?’. Stromende en zoekende zoekt het zijn weg, soms al krabbelende dan ontregelend. Langzaam komen er soms gesproken woorden door, niet verstaanbaar. Dan vind het nummer zijn rust in verre gezangen of eigenlijk chanten tot het naar het einde openbarst. ‘Never-touching Atoms’ is even experimenteel en ontregelend, maar aanvankelijk net wat kalmer, maar met een gesproken verteller en repeterende klanken. ‘And the Sun Also Rises’ is een nummer met een crescendo oplopende intensiteit en Austeja Žvirblytė gebruikt in ‘Things ain’t mean nothing’ haar stem als instrument in gesprek met de gitaar van Lambov, waarbij nu de een, dan de ander de stem van rede vertolkt, maar de emoties steeds hoger oplopen. Het is een album om goed voor te gaan zitten en op je in te laten werken. Zo’n album waar je de eerste keer van denkt, waar luister ik nu naar, maar waar naarmate je vaker de plaat hoort steeds meer lijnen en bedoelingen van de makers kunt ontdekken of juist je eigen interpretatie aan kan geven. Dramatiek heeft de overhand in ‘Crumblin’. Het hoogtepunt van het album is ‘Walking Out/ Sail Away’, gesproken woord met geruis en herhalingen, het lijkt geïnspireerd door een spiritbox, zo’n apparaat waarmee paranormale onderzoekers communiceren via radiogolven met geesten die nu en dan een woord laten horen. Het is een heel sterk nummer met ook nu een toenemende urgentie. De afsluiting is ‘Would I’, een wat donkerder dreigendere compositie waar uiteindelijk de stem van Austeja Žvirblytė zorgt voor openheid en verlichting in zijn helderheid en de vragen die ze stelt. Geen allemansvriend dit album, maar een fijn experimenteel werkstuk van twee muzikanten die elkaar gevonden hebben in een goed gesprek over zware onderwerpen.
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden