AMEN – De gastvrouw van De Amer had een teleurstellende mededeling. Er werd afgeweken van het normale pauzemenu, echter de kok van het vermaarde podium had een alternatief in petto. In het geest van het programma deze middag was er Irish Stew. De Amer in Amen heeft een grote faam als blues en Americana podium, maar het team van programmeurs probeert, net als de kok, nu en dan andere smaken aan te bieden. Wat jazz, wat soul, jong talent, zelfs wat indie en rock en deze middag oprechte Ierse folk met The Kings of Connaught. Het bekendmaken van die naam resulteerde in een toevloed aan gretige bezoekers, zodanig dat het concert binnen de kortste keren was uitverkocht en ook de wachtlijst uitpuilde. De Ieren uit de omgeving Galway wilden zeker ook nog een matinee optreden verzorgen en ook dit tweede concert was binnen een week uitverkocht, net als de Irish Stew overigens, want halverwege de pauze was de pan leeg en moest ook de pan die voor de avond stond te pruttelen worden gebruikt en verdween de kok na de pauze om snel ingrediënten te halen om ook ’s avonds dit gerecht te kunnen serveren.
The Kings of Connaught bestaan uit de drie koningen Mark Costello op zang en gitaar, Liam O’Grady op zang en banjo, Thomas Ryan op fluit en mandoline en aangevuld met viool koningin Caoimhe Newell die regelmatig onderdeel uitmaakt van de band en samen met Costello ook speelt in Shoot the Waters. Oorspronkelijk was de band een zestal uit Galway welke zich in 2012 toelegden op traditionele Ierse folk. In verloop van tijd verlieten een aantal leden de band en was er het drama van het jong overlijden van voormalig bandlid Macdara Connely, zodat er een kern van drie bandleden overbleef. Er werden in de loop der jaren een tweetal albums uitgebracht en een derde, zo kondigde frontman Liam O’Grady aan is in de maak. De band is een regelmatige gast in Nederland en België mede op basis van het succes dat ze hadden met ‘The Rocky Road to Dublin’. Dit nummer werd een enorm succes op Youtube en kreeg miljoenen en miljoenen hits.
Even was het schrikken bij het begin van het optreden. ‘Whiskey in the Jar’ is een nummer dat erg veel, je kunt haast zeggen te veel, gebracht is door allerhande bands en in tal van uitvoeringen. Voor de echte fans van de traditionele Ierse folk is het echter een dankbaar weerzien met deze song en dankzij vooral de fluit van Thomas Ryan was dit een zeer acceptabele uitvoering, met de mooie rauwe zangstem van O’Grady. Dit overbekende nummer had wel een duidelijk doel als eerste op de setlist. Het is herkenbaar voor iedereen en een sfeerbrenger. Was O’Grady in het openingsnummer de leadzanger, Mark Costello was dat in het tweede nummer ‘Fiddler’s Green’ dat rustig begon en op het moment dat de leadzang weer overging naar O’Grady naadloos aansloot op ‘A Rainy Night in Soho’, van de ons vorig jaar ontvalleen Shane McGowan van The Pogues welke een wat stevigere swung had. Prachtig was ‘Hand me down my Bible’ wat lekker uptempo uitgroeide tot een hoogtepunt met een hoofdrol voor de banjo. Na nog en vast item bij elke band die Britse folk brengt met ‘The Irish Rover’, was het rustig verhalende en lekker melancholische ‘Dublin in the Rare Oul Time’, met een lekkere mandoline, weer fantastisch en het hoogtepunt voor de pauze, overigens samen met de vlotte jig ‘Farewell to Whally Range’ en de tune ‘Lonesome Boatmen’. In deze beide nummers was het vooral de wisselwerking tussen de fluiten van Thomas Ryan en de viool van Caoimhe Newell die het opstuwden naar deze pracht in bijvoorbeeld de voelbare eenzaamheid en weemoed in dat slotakkoord voor de pauze. Newell en Ryan keerden na de Irish Stew break ook als eerste terug, waarbij Ryan de gitaar pakte en vooral de viool van een uitblinkende Newell ondersteunde in het instrumentale ‘Mountains of Pomeroy’ wat verder gingen in een meer uptempo reel. Met de hele band werd het dan weer ‘The Rare Old Mountain Dew’ gebracht. Dat was tevens één van de nummers met een mooie introductie. Het gaat over een plaatselijk drankje gebrouwen van aardappels met een mooie opbouw van de spanning en met sterke zang. Meer liedjes kregen een korte maar inhoudelijke introductie in dit sterkste deel van het optreden met ‘Spencer Hill’ en ‘The Town I Loved So Well’. Dit laatste lied gaat terug op de Troubles. De stad Derry werd hier beschreven door songwriter Phil Coulter als rustig plaatsje waar het leven goed is, tot het een plek in de frontlinie wordt, maar eindigt toch met hoop. Het nummer is onder andere bekend van The Dubliners. Het publiek werd, zowel in de keuze van de nummers, in de banter op de bühne als ook in het meezingen en meeklappen mooi erbij betrokken tijdens deze denkbeeldige reis naar Galway. Fijn werd het naar het einde gebracht met een lied over veel Ierse relaties die bestaan uit man, vrouw en alcohol in ‘Banks of the Roses’ en met een fijn fluitintro van start gaande ‘Grace’. De afsluitende meezinger ‘Fields of Athenry’ werd beloond met een staande ovatie. Als toegift het mooie ‘The Rocky Road to Dublin’ dat uiteraard niet mocht ontbreken. Een mooie dwarsdoorsnede van de Ierse folk. Soms iets veilig in de keuze van de setlist, maar prachtig gebracht en The Kings of Connaught ging er met hun enthousiasme, plezier en vakmanschap bij het Amer publiek in als Irish Stew.