Loading...
EurosonicInterviews 2025

Scyler: “Ik heb nog wel secondelijm in mijn tas”

LELYSTAD – Naast het officiële Eurosonic / Noorderslag programma is er nog veel meer te genieten deze dagen in Groningen. Het programma van bijvoorbeeld Penguin Showcases in de Drie Gezusters heeft al bijna net zoveel acts als het ESNS programma, maar dan voornamelijk  Nederlandse artiesten en bands die hun kans wagen om te presenteren voor het publiek en wie weet net dat contact dat je nodig hebt voor een agent of een platendeal te ontmoeten naast nieuw publiek. Hoe belangrijk is dan een publiciteitsfoto. In een zee van mannen en vrouwen op een rij zijn er toch een aantal foto’s die er uitspringen. Fots die creativiteit verraden en het nadenken over hoe je je presenteert. Scyler is één van deze artiesten. Een opmerkelijk foto met een rockster van 150 jaar geleden uitstraling doet onmiddellijk verder klikken op de website van Penguin, dat weet te vertellen. “Folk met een vleugje ongemak en wanhoop. Dit zijn emoties waar Scyler graag een lichtje op laat schijnen in haar muziek. Sinds het begin van haar creatieve carrière, is de Nederlandse opkomende artiest ijverig om de perfecte balans te vinden tussen comfort en tegengas. Dit doet ze door het samensmelten van folk met duidelijke tegenpolen, zoals alternatieve rock. Haley Heynderickx meets Jeff Buckley. Scyler kan zichzelf beïnvloed noemen door de prachtige proza van E.M. Forster, Edgar Allan Poe en Jane Austen, al sinds dag 1 geïnspireerd zijnde door Engelse literatuur van eertijds. Deze unieke stijl gecombineerd met de etherische vocalen en teksten over pijn, en het genot daar in zien te vinden, maken het doen blijken alsof je een theatrale roman leest uit 1910, die nog net niet een bladzijde los laat. Een bundel van Edwardiaanse gedichten en versen, ieder 4.5 minuut. Lees je mee?” Op naar Lelystad voor een gesprek over muziek, film, kleding en Penguin met Scyler Eijgermans die als Scyler op vrijdag 17 januari op het Penguin podium haar showcase speelt.

Het is een dag voor in Groningen de muzikale deuren openen en vier dagen lang de ambitie en hoop welhaast letterlijk over de Grote Markt stromen en de dromen niet groot genoeg kunnen zijn. In de loop van het gesprek blijkt dat Scyler ook een connectie met deze omgeving heeft als ze alle tijd neemt en er eens goed voor gaat zitten en vertelt over haar eigen woonplaats. “Als ik heel eerlijk ben voel ik me muzikaal niet echt verbonden met Lelystad, voornamelijk omdat mijn groei altijd buiten de stad is geweest, met mensen die hier niet vandaan komen. Ik zou me heel graag meer willen verdiepen in de lokale scene, we hebben namelijk prachtige intieme podia waar ik graag zou willen staan. Sinds ik door mijn lieve partner Joris Boerma, je kent hem vast wel als Historian, veel in het Noorden ben, zie ik de charme steeds meer van lokale scenes, vergeleken met landelijke groepen. Hier kent iedereen elkaar, en dat doet mij veel goeds. Ik zou het fantastisch vinden om zo’n sfeer op te bouwen hier in de polder, en samen met een klein clubje door te groeien naar iets moois.”

Terug naar het begin. Letterlijk. Het gesprek komt op de eerste muzikale schreden van Scyler. “Ik weet niet veel meer van de eerste aanraking die ik had met muziek, het enige waar ik nog veel aan denk is dat ik sinds jongs af aan niet genoeg kon krijgen van melodietjes die “net niet mooi waren”. Hetzelfde liedje van een kinderfilm heel eigenwijs zelf op repeat zetten als het een beetje eng klonk, de telefoon van mijn moeder pakken om YouTube te openen en keer op keer hetzelfde filmpje aanzetten van een iets te valse piano, you name it. Ik denk dat dat op een gegeven moment niet genoeg was, en dat zo gevormd was in een soort drang om zelf dat soort deuntjes te maken”, vertelt ze seriues. “Na het spelen en maken van die deuntjes, wat uiteraard snel veranderde in songwriting, merkte ik een, heel cliché, nog niet eerder gevoelde euforie vanuit het maken en ook delen van deze nummers. Dat was voor mij genoeg reden om hier al mijn tijd aan te besteden, ook omdat ik hiervoor nog nooit iets had wat mij zo’n goed gevoel gaf. Het kwam mooi uit dat ik deze ontdekking had rond de periode dat ik moest kiezen voor een vervolgopleiding. Na het afronden van een zangopleiding op de Herman Brood Academie kan ik met een gerust hart zeggen dat dat de goede keuze was. Gut feeling is always right.”

Het is echter geen uitgemaakte zaak. Scyler Eijgermans schitterde eerder op het witte doek, voor ze het podium betrad. Naast mensen als Thom Hofman en Willeke van Ammelrooy schitterde ze als Amalia in ‘Beatrix, Oranje onder Vuur’ en ook in ‘Cel Blok H’ en ‘Van God Los’ was ze te zien. Een mooie voorbereiding op haar bestaan als muzikant. “Acteren heb ik al een goed decennium niet meer gedaan, maar ik heb er, naast veel plezier, zeker veel lessen uit kunnen halen. Met het benoemen van zulke sterke emoties in teksten en muziek, vind ik het belangrijk om ook over te brengen dat ik die emoties op dat moment echt voel. Een verhaaltje vertellen op de meest theatrale manier. Het helpt dan zeker dat ik al enige ervaring heb gehad in het overbrengen van gevoelens of emoties. Dit trek ik graag door op het podium.” Een mooi brugje naar songwriting, want hoe vertaal je die emoties naar een liedje. “Ik ben iemand die alles in grote en hevige mate voelt; de goede dingen en de slechte dingen. Hoewel ik nog aardig jong ben, heb ik al zeker wat hartbreuken moeten doorstaan. Ook al is liefdesverdriet het nummer één onderwerp van alle songs vandaag de dag, voel ik toch een soort taboe tegenover de pure wanhoop en angst die hier meestal mee gepaard gaat. Een menselijk gevoel lijkt mij, toch? Dit is dan ook de kern van alles wat ik maak en doe.” E.M. Forster, Edgar Allan Poe en Jane Austen worden daarbij als inspiratie bronnen genoemd in het verwoorden van van haar teksten. “De grootste reden dat ik zo gepakt ben door het werk van deze auteurs komt door de schrijfstijl”, legt Scyler uit. “Altijd heb ik al een diepe interesse gehad voor de Engelse taal, en de meest unieke, gedetailleerde, maar toch vloeiende manier zoeken van een emotie omschrijven vind ik een kunst op zich. Hierin waren deze schrijvers pioniers zoals nooit tevoren. Ik probeer dan ook standaard”, benadrukt ze, “woorden te vermijden in mijn teksten. Laten we heel eerlijk zijn: wanneer gebruikt iemand het woord “penitence” in het dagelijks leven?” Het woord is terug te vinden in haar nummer “Burden” dat ze recent schreef. “Of, soms refereer ik naar een boek of een schrijver in een tekst. Alles wat ik lees en in mij opneem wil ik delen om mijn gevoel over te brengen, of dat nou de etherische spraak is van 120 jaar geleden of de pure, slopende liefde die in het mooie werk voorkomt.”

Na de inhoud gaat het over de vorm. Folk combineren met rock of zoals ze in haar bio stelt: “Haley Heynderickx meets Jeff Buckley. “Het zoeken naar sound was een moeilijkere tocht dan ik dacht. Ik zat de eerste twee jaar van mijn tijd op de HBA in dubio over het vervolg van een solo artiest zijn; iets wat snel naar de singer-songwriter hoek leunde vanwege mijn schrijf stijl, of het starten van een band; wat ruiger en sneller. Daarmee was het nadeel dat ik bij verre niet wist waar ik moest beginnen. De songwriting sessies die ik met mijn producer Freek Thiadens regelmatig had in die tijd, hielpen mij realiseren dat ik geen keuze hoefde te maken. Ik zag de charme van contrasten in muziek, hetgeen doen wat juist niet klopt. Rock met folk, hard met zacht, mooi met lelijk. De running joke in de studio is: als het raar klinkt, vindt Scyler het leuk.”

Op je persfoto’s trek je dat door in je uitstraling alsof je een rockster bent van 150 jaar geleden…. leggen we haar voor, Scyler onderbreekt direct. “Wat een mooie beschrijving, ik voel me enorm gevleid! De inspiratie in Edwardiaanse poëzie bleef niet alleen bij het schrijfwerk; de esthetiek had mij ook meteen te pakken en ik denk niet dat ik daar ooit van terug kan komen. Dat wil ik overigens ook niet. Het idee om op te treden als een “Gibson Girl gone rogue” vond ik te goed en nieuw om los te laten. Zo goed dat ik zelf die tijd in wil duiken, en iedereen om mij heen mee wil sleuren. Tijdens mijn eerste show in Tivoli Vredenburg, waar ik mijn huidige werk voor het eerst presenteerde, droeg ik een vintage trouwjurk en heb ik corsages gehaakt voor alle bandleden om te tragen op het podium. Ook hier komt het fenomeen van ‘juxtaposition’ altijd weer een beetje terug, iets wat net niet klopt maar toch goed past. Daarnaast vind ik de mode van de jaren 1900 tot 1920 beeldschoon, en voel ik me daar het meest mijzelf in. Maar, zoals altijd: vintage fashion, not vintage values.”

“Laat ik eens terugvallen op de taboe die heerst over pure ongefilterde pijn met name het uiten daarvan”, gaat het dan over optreden in het algemeen. “Ik kom vaak tegen dat mensen snel gezien worden als teveel, te dramatisch, te heftig. Te ‘te’. Ik vind dat jammer, omdat ik het als niet anders zie dan menselijk en oprecht. Vooral dat echte wil ik laten zien in mijn werk. Dit soort emoties mogen er zijn, moeten er zelfs zijn. Ik wil mensen laten zien dat ik net zoveel voel als zij, als niet meer. Daarbij wil ik wil mensen de gevoelens laten voelen die ze echt voelen, niet een verwaterde versie omdat anderen het anders teveel vinden. Er is nooit teveel, wat mij betreft. Ik word vaak genoeg gezien als teveel, maar ik heb met veel geluk kunnen leren dat, voor de juiste mensen, het nooit teveel zal zijn. Laten de mensen die zich teveel voelen bij elkaar komen en samen teveel voelen. Hoe meer, hoe beter.” Dat komt samen op het podium als het publiek met zijn neus bovenop die emotie staat. Maakt dat optreden nou leuk of juist erg ingewikkeld? “Voor mij is moeilijk leuk. Ik geef bijna over van de plankenkoorts, nog steeds na 5 jaar in dit vak te zitten, maar het is onbeschrijfelijk zodra ik op dat podium sta. De rillingen van de zenuwen, de hartkloppingen, alles voelt toch best fijn als het een beetje eng is. Hiernaast ben ik heel stiekem toch wel een beetje verliefd op elk nummer wat ik heb geschreven, en elke keer als ik die in een live setting hoor weet ik dat ik hiervoor bestemd ben. De laatste paar shows heb ik ook veel groei gezien in mijn fanbase, mensen die de nummers echt kennen en mee zingen. Dat laat mij stralen als geen ander. Je deelt de kunst met iedereen die daar is, en zodra dat gebeurt voel ik een soort verbintenis met elke persoon in dat publiek, of dat er nou drie of 300 zijn. de diepe verbintenis met de songs in combinatie met de nog diepere verbintenis met de mensen om mij heen zijn het meest hartverwarmende fenomeen wat ik ooit tegen ben gekomen.”

Scyler gaat er nog een recht voor zitten en neemt een slok. “Mensen moeten alles van mij weten om de muziek nog beter te begrijpen. Vraag me alles wat je wil, ik ben een open boek. Als je me op het juiste moment in de dag benadert deel ik alles met je zonder dat je ook maar iets hoeft te vragen. Gelukkig kan je mijn werk ook wel begrijpen zonder dat je mij kent. Ik wil alleen nooit gezien worden als mysterieus. Ik wil dat iedereen alles weet, wat ik in het dagelijks leven doe tot wat ik diep in de nacht voel wanneer niemand er is. Ik wil al mijn verhalen delen, al mijn gevoel uiten; het is er niet één maar zijn er duizenden en als ook maar iemand geïnteresseerd genoeg is om te luisteren ben ik verkocht.”

Dan sluiten we af met praktische zaken. Een album of EP? De Penguin artieste lacht. “Ik heb geen idee. Ik plan alles graag zo ver mogelijk vooruit behalve releases. Een album zou werelds zijn, ik denk dat ik daar in de nabije toekomst me wel voor zou overgeven. Eerst maar eens even wat andere mooie releases. Een nieuwe single? Een EP, misschien? Wie weet.” Het blijkt dat Penguin en haar showcase daar wellicht een rol in speelt. Ze vertolkt duidelijke doelen voor haar show en de komst naar Groningen. “Er staan een aantal release momenten bij mij op de planning staan.” Ze grinnikt: “Ik laat niet álles voor last minute, beloofd. Ik wil tijdens deze show echt gaan netwerken. Ik ken veel muzikanten, wat alles intens goed heeft gekickstart en mij naast leuke collega’s ook veel vriendschappen heeft opgeleverd, maar nu is het tijd om wat mensen in de industrie te ontmoeten. Bij een label zitten zou hemels zijn, een bookings agency is de droom, dan kan ik me nog meer focussen op het maken van de muziek dan ik al doe. Ik wil gewoon graag samenwerken, met iedereen die zou willen. Ik ben een mensenmens en snak naar het delen van deze passie op microniveau.”

Dan besluit ze met een gloedvol betoog, waarom iedereen even het officiële ESNS programma links moet laten liggen om de Penguin Showcases op 17 januari in de Drie Gezusters aan te doen met name haar show op te zoeken. “Alles wat je niet verwacht, kan je verwachten bij mijn optreden. We zetten een folk show voor jullie neer, maar eentje zoals misschien niet de bedoeling is. Verwacht mooi maar lelijk, hard maar zacht, veel vraagtekens en heel veel gehuil. Wel zo hard en heftig als je maar zou kunnen, één mooi traantje vind ik niet genoeg. Je literaire kennis zal wat opgekrikt worden en we geven je graag aanbevelingen voor het lijmen van een gebroken hart. Ik heb nog wel secondelijm in mijn tas”, lacht ze uitbundig tot besluit.