Loading...
AlbumsPopronde

Kayleigh Beard – Ocean’s Pulse

Heel veel staat ze niet op het podium. Dat is jammer, maar hoewel de muziek van Kayleigh Beard uit Groningen niet onmiddellijk als heel toegankelijk kan worden gekenschetst, weet ze wel prachtig en gelaagd voor hen die de moeite nemen te luisteren een hele eigen wereld te ontsluiten met haar elektropop waarin diepe basklanken het een aards gevoel geven. Het is intuïtief en bij tijden prachtig sereen. Kayleigh Beard studeerde op het Frank Mohr Institute aan de Academie Minerva in Groningen. Rustig zet ze de opgedane kennis om in intrigerende muziek met een boodschap. Dat intrigerende en ongehaaste heeft Beard op haar nieuwe album ‘Ocean’s Pulse’ vanaf het begin. Letterlijk een pulse klinkt, waarop haar zang volgt, waarna dit halverwege omslaat naar drukker en intenser in dit titelnummer. Een mooie en aansprekende aanpak die uitstekend werkt met de haast gesproken zang in dit nummer. Het ritme van de onvoorspelbare oceaan wordt mooi gepakt. ‘We Dance’ volgt. Dit is ook zo’n fraai volwassen nummer met een elektro ondergrond met repetitieve patronen waarboven de zang, mooi gevarieerd van rustig en donkerder tot flink de hoogte in zijn weg weet te vinden. Die fraaie stem is een absoluut pluspunt voor Kayleigh Beard van wie we vermoeden dat ze is vernoemd naar één van de mooiste liedjes uit de popgeschiedenis, maar muzikaal daar erg ver vandaan zit. ‘We Dance’ is absoluut geen dansliedje of het moet een zeer trage wals zijn, wat niet verhinderd dat het een erg aansprekende song is. Elk nummer wordt mooi opgebouwd. Traag, ongehaast zoekt Beard op dit album haar weg, waarbij ze soms even de rem loslaat in een nummer en vooral muzikaal het laat versnellen. Het tempo, het ritme van onze planeet wil ze registreren. Dat ritme is natuurlijk erg veranderlijk en persoonlijk, maar als uitgangspunt van dit album meer dan geslaagd. Bij tijden is het erg mooi, hoewel zeker en gelukkig niet iedereen cup of tea. Een album dat zich langzaam laat kennen en steeds weer in liedjes als het prachtige ‘The Soil’ of het sterke ‘Bright Red’ een mooie sfeer laat optekenen en een nieuw stukje bloot geeft van zichzelf. Het is een zeer fraai debuut van deze Groningse die in haar arrangementen nog wat breder kan zijn, met een viooltje of cello of af en toe een rockende gitaar of pulserende percussie om nog meer accenten te geven. Dit zou ook wat meer mogelijkheden geven om die liedjes ook individueel nog net wat meer smoel te geven, maar ook nu is het album al zeer geslaagd en zit het prachtig in elkaar. Het contrast tussen muziek en zang blijft nummer na nummer een sterk punt. Groninger talent dat (hopelijk) straks in de Popronde, waarvoor ze voor de editie 2020 is geselecteerd, maar die in het voorjaar van 2021 om pandemische redenen hopelijk kan plaatsvinden, het Nederlands publiek kan betoveren met songs als het als het verrassende en mooie ‘Yellow Ways’, het stevige ‘Seeds’ of het afsluitende ‘Mother Unnature’. Een beetje zwevende, maar toch voldoende met de voeten stevig in de oceaan.