“Françoiz Breut is een zangeres en beeldend kunstenaar, die nu al 15 jaar in Brussel woont. En derhalve een goed bewaard geheim in Nederlandssprekende kringen” Daar moet toch nodig een einde aan komen, want ‘Flux Flou de la Foule’ is alweer het zevende album van deze Franse, maar België woonachtige artieste. In de Nederlandssprekende kringen is Breut wellicht nog niet ontdekt, de rest van de wereld heeft daar duidelijk minder moeite mee. Niemand minder dan de befaamde Amerikaanse Americana band Calexico pikte al een nummer op van haar debuut album voor een cover en voor haar volgende albums werkt ze samen met mensen als de Franse zanger en comedian Philippe Katerine, componist Yann Tiersen en de Belg Sacha Toorop. Haar vorige album ‘Zoo’ nam ze op bij Adrian Utley, gitarist van Portishead. Kortom Françoiz Breut is een artieste die haar sporen wel heeft verdiend. Haar loopbaan is echter bij toeval begonnen. Geboren in het Franse Cherbourg leek ze aanvankelijk succesvol illustrator te worden en dat is ook gelukt. Ze heeft de illustraties voor tal van boeken verzorgd. In het laatste decennium van de vorige eeuw had ze verkering met een Franse popster. Die vroeg haar om op een paar liedjes mee te zingen voor zijn komende album. Een paar jaar later debuteerde ze met haar eigen album ‘Françoiz Breut’. Inmiddels neer gestreken in Brussel brengt ze nu ‘Flux Flou de la Foule’. Voor het album werkte ze samen met producent Marc Melià Sobrevias die tevens synths inspeelde. Verder heeft ze de muzikale steun van Roméo Poirier welke ook synths, maar daarnaast loops, drums en percussie voor zijn rekening neemt, François Schulz die de gitaar, bas en percussie verzorgde en tenslotte ook op gitaar Nicolas Arnold. Album nummer zes begint met stadsgeluiden, het hoort als een snelweg voor muzikaal er over heen ‘Juste de Passage’ wordt ingezet en al snel zware percussie domineert. Daarover heen dan licht de zang, wat mooi samen gaat, maar tegelijkertijd ook een fraaie tegenstelling is. Een heftige sound met electro vormt het nummer verder. Muzikaal is het een soort poppy electro chansons. Eigenzinnig en erg mooi, vooral ook ‘Mes Péchés s’Accumulent’. Een heerlijk traag nummer dat prachtig binnenkomt, zelfs in het Frans gezongen. Voor ‘Une Fissure’ is een duet opgenomen met Jawhar omschreven als de Tunesische Nick Drake, maar in dit nummer hebben de stemmen geen chemie samen en valt het een beetje dood. Het is het enige nummer dat niet echt uit de verf komt. De rest van de songs op dit album zijn stuk voor stuk erg verschillend, maar toch een eenheid en erg fijn. Haar stem is bij tijden zwoel, soms een beetje prettige heesheid en eigenlijk altijd hel erg mooi. In haar teksten gaat ze op emoties en zeden en probeert daar zachtjes tot het middelpunt door te dringen, terwijl ze ook enige maatschappijkritiek niet schuwt. Felle percussie met electro kondigt ‘Dans La Ville Cannibale’, een nummer dat ontregelt en net als het openingsnummer een zware sound combineert met lichte zang. Heerlijk zwoel is ‘Vickie Qui Riait’ en ‘Métamorphose’ is rustig met muzikaal een erg mooie begeleiding. Razendsnel schiet dan ‘La Chute des Damnés’ uit de luidsprekers, met mooie strijkpartijen. Dat contrasteert weer met het trage ‘Comme Des Lapons’. Het album kent met ‘Mon Dedans vs Mon Dehors’ een fantastische afsluiter en voor dit nummer, één van de mooiste van het album, is het zeker waard om deze plaat complet af te luisteren. Nee, dit geheim was hier nog niet algemeen bekend, maar mag best onthuld worden. Voortreffelijk!
Optredens, Festivals en Podia in het Noorden