Loading...
Recensies 2021

Duo Orient schildert met bont palet prachtige werken

RODEN – Het is nog niet eenvoudig om een genre aanduiding te bedenken die past bij Duo Orient. Op het palet een steengoede klassieke zangeres van Iraanse afkomst, een veel gevraagde jazzbassist wiens wieg in Turkije stond die in een combinatie van oudere aria’s, Perzische liederen en gedichten en improvisaties in het Atelier Angelien Coco Martin in Roden tijdens de Open Atelier route in Noordenveld toch samen tot een compleet plaatje kwamen. Sopraan Anahita Malakooti en Esat Ekincioğlu op contrabas gleden voor een zeer aandachtig publiek van jazzconcert naar opera en door naar die prachtige Oosterse liederen en impressionante gedichten. Het gevarieerde palet werd in deze kunstzinnige omgeving een prachtig geheel. Een kruisbestuiving met een enorme potentie en het is te hopen dat beide muzikanten dit concept, waarmee ze nu enkele maanden door Nederland toeren waar ze elkaar hebben leren kennen op het Prins Claus Conservatorium in Groningen, uitbouwen naar een volledig programma, waarin juist nog meer de nadruk mag komen te liggen op die prachtige vaak melancholische liederen en verhalen uit hun geboorte landen. In de loop van deze periode is al behoorlijk aan de opbouw van het optreden gesleuteld. De setlist zat logischer in elkaar dan bijvoorbeeld bij hun eerste optreden samen in Groningen op het Festival The World We Live In. Rustig werd met ‘Improvisation on texture and sound’, waarin de improvisatie zo kenmerkend voor jazz werd gebruikt voor prachtige Oosterse klanken. Rustig werd het concert opgebouwd met de contra bas en klankschaal die aanvankelijk heel zacht en teder klonken, maar waar de sound langzaam en prachtig een steeds grotere urgentie mee kreeg, waarmee de nieuwsgierigheid van het publiek rustig werd gewekt. Deze improvisatie ging langzaam over in het klassieke ‘Amarilli’ van de rond 1600 in het door de De Medici geregeerde Florence prominente zanger en componist Giulio Caccini. Een naam uit de jaren waarin de opera zoals we die nu kennen vorm kreeg. Een rustige aria, met op basis van een jazz arrangement van deze compositie. Dat is de basis van alle nummers, de intrigerende arrangementen waarin jazz en klassiek elkaar ontmoeten. De keuze voor voor een groot publiek minder bekende componisten, want ook Bartolomeo Tromboncino is ondanks zijn boeiende levensverhaal geen enorm bekende naam, pakte goed uit ‘Che debb’io far’ en andere werken van Tromboncino hielden hem in de gratie bij onder andere Lucretia Borgia en dat zorgde voor milde of geen straffen als hij weer eens een moord had gepleegd. Over een rock and roll leven gesproken. Een nummer met een moderne twist, want gepassioneerd gebruikte Esat Ekincioğlu aanvankelijk zijn contra-bas als percussie instrument om daarna prachtig te vervolgen op bas om de schitterende stem van Anahita Malakooti te ondersteunen. Het zijn composities van eeuwen oud die zo verrassend modern aanvoelen. Dat ging ook op voor ‘O cessate di piagarmi’ van Alessandro Scarlatti, waarin de pijn in de stem van Malakooti voelbaar was en tastbaar in de kamer hing. Het mooiste had het duo voor het laatst bewaard. De zangeres bracht haar zelfgeschreven Perzische gedicht ‘Solitude’ voorafgegaan door improvisatie op de contra bas die haar ook tijdens het gedicht inventief bleef begeleiden en als absoluut hoogtepunt een improvisatie op een volksliedje uit Perzië dat A capella werd ingezet, maar met klankschaal en bas betoverend mooi werd. Heel benieuwd hoe en of beide aan dit project een vervolg geven. Deze staalkaart was prachtig en oogstte veel waardering, nu de volgende stap, maar dat is vast in vertrouwde handen bij deze gelouterde muzikanten.