Loading...
Recensies 2021

Terechte staande ovatie voor Them Dirty Dimes

WESTEREMDEN – Natuurlijk, je kunt gewoon niet van die retro-Americana met een glimlach houden, maar je moet wel een enorme kniesoor zijn om niet te genieten van een concert van Them Dirty Dimes. In Westeremden op het podium van Roodehaan bracht het vijftal uit Groningen een prachtige show en volgde als beloning een staande ovatie. Toch een opmerkelijke conclusie van een concert dat begint met de dood en het reguliere deel ook hier mee afsloot. Natuurlijk waren er ook best wat puntjes om op te merken. Drummer Wessel de Vries en contrabassist Anne de Vries komen er qua soleren wat bekaaid af en zanger Gijs de Groot was op ietsiepietsie tinimini momentjes vocaal niet tegen het volume van de band opgewassen, maar dat zijn zeer kleine details die we graag even onder de mat op het podium vegen. Them Dirty Dimes is een band die in enorm tempo zich ontwikkeld en een enorme uitstraling krijgt. In juni 2019 stonden ze voor het eerst op de planken en nu al is het een formatie die staat als een huis met een prachtige plaat, ‘In Gold We Trust’, die eerder dit jaar verscheen en vult het moeiteloos een setlist met eigen nummers en een enkele, goed gekozen, cover. Het concert begon met Gijs de Groot solo op het podium. Met alleen zijn akoestische gitaar zong de zanger het verhaal van een man die een afspraak heeft met de hangman en nog even zijn leven, dat straks gaat eindigen, overpeinst. Een mooi gevoelig klein begin, dat eerst nog spaarzaam werd uitgebouwd, want voor het tweede nummer was de band een duo. Gitarist en liedjesschrijver Johan Stolk, in dit geval op banjo, versterkte De Groot met het veelal tweestemmig gezongen ‘Keep it Clean’, dat net iets vlotter en robuuster was, voor de hele band op het podium kwam en de mooie ballad, welhaast een crooner, ‘From Blue to Black’ werd gespeeld en een eerste aanzet tot feestvreugde met het aanstekelijke jitterbug nummer ‘Jake Walk’ over de dagen van de drooglegging in de Verenigde Staten. Muzikaal laat de bad zich inspireren door deze dagen uit het Interbellum. Old Time Country, jitterbug, blues, jazz, soul, vleug gospel en folk wordt in een gevarieerde, maar steeds aanstekelijke mix gestoken. De nummer zijn steeds uitstekend opgebouwd. Tempowisselingen, houden het spannend en met uitstekend solo werk van Joas Zuur, die naast veel enthousiasme ook soundbepalend is met zijn trompet of, nu en dan, bugel, of Stolk op zijn gitaar. De stem van De Groot past bij dit genre. In zijn stem klinkt een zekere rust door en op momenten zijn de harmonieën, vaak met Stolk, soms met Stolk en Zuur, prachtig en geven power aan de songs. Die rust vind je ook terug in de aankondigingen. Daar werd de tijd voor genomen. Het verhaal werd verteld voor de song werd ingezet en de bandleden begrepen het belang hiervan. Een verademing, want ook op deze manier verdiep je de relatie met het publiek, dat ook regelmatig werd gevraagd bij te dragen met klappen of vinger knippen. Het werd soms een team effort zeg maar. Via de traditional ‘Wade in the Water’, het rustig beginnende maar met urgentie aanzwellende ‘Strange Sounds’, werd toegewerkt naar het hoogtepunt en de afsluiting van de set, het robuuste ‘Them Dirty Dimes’. Na de pauze kwam de formatie terug met ‘Baby in Babylon’, Het mooie ‘Fat Chance’ om een eerste hoogtepunt aan te raken na de pauze met ‘het vlotte vrolijke en grappige ‘Bold & Alone’ en het verhaal van de door de ‘Boys’, de bende van Al Capone, ontvoerde pianist Fats Waller als verrassing voor diens verjaardag in ‘The Day I Met Capone’. Daarmee was de tweede set in heel vlot tempo ook alweer bijna ten einde. Na het rustige ‘Lend me some Sugar’, het lied dat geschreven was voor 5 mei ‘Northern Gals’ dat mooi robuust de liefde van de Canadese bevrijders voor de dames in Groningen na de bevrijding in herinnering roept werd afgesloten met het bijzonder mooie ‘Passing By’ over de vergankelijkheid van het leven. Een erg korte tweede set, die werd gecompenseerd door een lang toegift, want met de door Gijs de Groot solo gebrachte Willie Nelson klassieker ‘On The Road Again’ en het zeer prettige ‘Sweet Sue’ kwam alsnog het einde met ‘Ooh-bee-doo-Bee-Doo-Bee enz’, wat vooral een vehicle is om nog even lekker los te gaan en de band voor te stellen. Die constructie met zo’n korte tweede set en lang toegift mag nog wel besproken worden in het band overleg of dat de juiste aanpak is. De staande ovatie van het uitverkochte Roodehaan was meer dan terecht. Een prachtige band die volop in ontwikkeling is en die een mooie niche in de muziek markt zich eigen heeft gemaakt en daarin, mits ze ook Europees hun vleugels gaan uitslaan, het ver kan brengen.