Loading...
Recensies 2018

Sheewawah brengt de blues naar het Reitdiep

WARFHUIZEN – In het nummer ‘Bluespolitie’, waarmee Sheewawah de tweede set opende tijdens een nummer op Roodehaan aan de oevers van het Reitdiep in Warfhuizen, zingt Jeroen Kant erover dat hij niet uit Texas komt: “Ik zing niet in het Engels, ik ben geen Amerikaan, ik doe ook niet alsof, dat voelt een beetje raar, ik hoef niemand na te apen, ik zing recht vanuit mijn hart. Het spijt mij Bluespolite, ik wist niet dat de blues van jullie was.” De blues en Nederlandstalig. Het is geen vanzelfsprekende combinatie. Jeroen Kant, Judith Renkema en drummer Gino Bombrini, op Roodehaan vervangen door drummer Martin de Ruiter, zijn deze uitdaging uitgegaan en doen iets wat weinigen hun voordeden, de blues zingen in het Nederlands. Hoewel, niet alleen de blues, want in sommige nummers was het nog wel even zoeken naar dat genre en het nummer waaraan de band zijn naam ontleent ‘Sheewawah’ heeft meer met surfrock dan met blues te maken, maar we zijn geen bluespolitie en dus vergeven we het Kant cum suis graag die er een opmerkelijke avond van maken vol mooie muziek. Jeroen Kant betrad voor de zesde keer al weer het podium van Roodehaan in diverse gedaanten. Nu dus als bluesrocker. Dat past de man die als pleitbezorger van het Nederlandstalig lied al jaren aan de weg timmert en geeft de mogelijkheid om naast de blues ook uitstapjes te maken naar zijn oude stiel de singersongwriter, naar de rock en naar de funk. ‘Vrij als een Vogel’ was dan ook de rustige opening, die in ‘Nachtegaal’ al wat steviger werd. Zijn inspiratie haalt hij niet alleen in Nederland, maar ‘Geef Me Water’ is geïnspireerd door een Texaanse woestijn. Lekker robuuste bluesrock die erg mooi werd. In ‘Alles is Op’ speelde de gitaar van Kant de hoofdrol en rockte het er lekker op los, maar misschien nog wel belangrijker waren muzikaal gezien de baslijnen van Judith Renkema. Een onopvallende bassiste die echter heel veel soul aan elk nummer meegeeft met haar spel en dat zonder poespas en erg onopvallend doet. De zang van Kant is prima en degelijk en fijn verstaanbaar met een fraai ongepolijst randje. In de eerste set was ‘Vroeger of Later’, dat wat meer ingetogen was, erg mooi, maar na het nieuwe ‘Diesel’ dat weer ferm was sloot de band af met het heel erg mooie ‘Geen Stap Meer’, ook net iets rustiger. De tweede set was swingender. ‘Schoenen te klein’ was lekker bluesy en dat werd nog overtroffen door ‘Weemoed Blues’. Dat was één van de weinige nummers die een inhoudelijke aankondiging kreeg. De Weemoed is Kants stamkroeg in Tilburg en daar valt nog wat te winnen door nummers meer duiding te geven. Na het rustigere ‘Niks Moeilijks aan’ sloot de band knallend af met ‘Sheewawah’ met een erg mooie opening van drummer Martin de Ruiter en ‘Je Weet Niet Wat Er om de Hoek Ligt’. Waren tot dan de teksten soms absurdistisch, soms prachtig, maar steeds de moeite waard, in de afsluitende nummers, beide erg sterk, was die te vatten in een herhaling van de titel. Als toegift van dit erg fraaie concert met de eigenzinnige maar erg mooie keuzen van Kant ‘Nooit meer werken voor een Baas’. Sheewawah durft keuzen te maken en krijgt terecht veel lof toegezwaaid. Dat maakten ze waar in Roodehaan met hun mooie combinatie van Nederlandstalig met blues en andere aanverwante genres.