ADUARD – De waarde van een goed netwerk is een les die Marit Nygård goed heeft geleerd uit diverse trajecten, waaronder Hit The North, die ze heeft doorlopen. Zo heeft ze via haar medemens Derk ook haar voelsprieten in de wereld van de fanfare. De fanfare Juliana uit Aduard viert deze dagen het 100-jarig bestaan met het Abdij festival in het oude kloosterdorp. Een festival met tal van collega fanfare’s, maar waar ook een plek is gereserveerd voor Marit Nygård en de Medemensen. Althans, de formatie lijkt geacht te worden een eigen podium te bouwen, want een grote stapel hout wacht op een timmerman tegenover de locatie waar de band wordt verwacht. Marit Nygård is echter niet op zoek naar een hamer en zaag, maar in de bloedhete omstandigheden zijn het pen en papier die ze nodig heeft. Van een omstander krijgt ze een pen te leen en een papiertje voor een setlist, die na discussie met de band, met unanieme stemmen wordt aangenomen. Nienke Witkamp, ook onder eigen vlag een getalenteerde singer songwriter die vorig jaar haar eigen EP ‘Dear Self’ heeft uitgebracht, zucht diep, maar richt zich op en met een welgemeend: “Ik heb er zin in”, betreedt ze het podium als de aanvangstijd daar is. Marit Nygård laat nog even op zich wachten, want ze is in een Noors gesprek terecht gekomen en je ziet aan haar het dilemma van respect voor je gesprekspartner en de onverbiddelijke klok. Ze slaagt er in zich nog net op tijd los te maken om de show te beginnen en voegt zich bij de Medemensen.
De Meppelse biologiestudente Marit Nygård begon aanvankelijk solo. Alleen is ook maar alleen en al snel kwamen er bandleden en ging het gezelschap verder als Marit Nygård en de Medemensen. In Aduard waren dat Nienke Witkamp op van alles, Daan Noordhoek, ook bekend van het geweldige en zo gemiste Delore, op drums en Derk van Wageningen, ook gewaardeerd lid van de fanfare Juliana dus, op saxofoon. Vorig jaar legde Marit Nygård haar zielenroerselen in Nederlandstalige pop vast op de EP ‘De Fakking Sukkel’ en begin van dit jaar verscheen de opvolger ‘De Eenmansorkest’. In haar liedjes vertelt de naamgeefster van de band over haar reis naar volwassenheid met de onzekerheden, twijfels en doelen die ze zich zelf stelt. Een reis vol één stap vooruit, twee stappen achteruit de afgrond in, maar ze komt altijd weer nar boven gekropen. Het gezelschap stond al op Eurosonic / Noorderslag en menig prachtig festival. Deze dagen zijn ze veelgevraagd en kan dus ook het Abdijfestival er bij worden genoteerd.
Het was duidelijk even wennen, zo voor een huis in Aduard met een behoorlijk groot publiek op straat. De band speelde onversterkt, dus was de soundcheck minimaal en dan was het ineens tijd. Plus dertig graden en vergeten om wat drinken op het podium te zetten. De bioloog in Nygård kan vast vertellen dat dat niet handig is. ‘Vlinder’ opende wat lacherig en onwennig, maar met ‘Eénmansorkest’ viel het op zijn plek, waren de zenuwen weggelachen en was er de focus. Dit nummer begint de zangeres solo op haar gitaar, dan valt Witkamp vocaal in en voegen ook de rest van de band zich bij de twee dames op de momenten dat de tekst, in een letterlijke interpretatie, daar aanleiding toegeeft dat ze eigenlijk niet langer een eenmansorkest wil zijn, maar band. Een mooie song. Een sterk punt zijn de aankondigingen. Iedereen kent wel die momenten dat de emoties en dagelijkse muizenissen overlopen in gedachten, dat het gewoon een rommeltje is, legde Nygård uit voor het serieuze en gevoelige ‘Storm in mijn Hoofd’, dat ze extra cachet gaf met mooi fluiten. ‘Tussen Kuiken en Kip’ gaat dan weer over opgroeien. Een rustig, maar heerlijk nummer met heel fijn spel op de sax van Van Wageningen en een beetje speelsheid op het klokkenspel door Witkamp. Ondertussen was het bloedheet en voorzag de organisatie het publiek keurig van water en ook Derk van Wageningen en Daan Noordhoek kregen onmiddellijk een beker op het moment dat ze voor ‘Sommige Dagen’ even van het podium afstapten. Marit Nygård en Nienke Witkamp bleven in de verschroeiende zon achter, maar kregen vanuit het publiek water aangereikt en dat was nodig ook. Het gaf ze de energie voor een sterk einde aan het optreden, want ‘Sommige Dagen’ is prachtig klein en gevoelig. Een nummer over even je moeder bellen. Met gitaar en xylofoon was erg gevoelig, intens en oprecht, waarbij Marit Nygård nog wel rekening moet houden als ze onversterkt speelt dat als ze zich afkeert van het publiek haar zang onmiddellijk wegvalt. Met band schitterde ze in het nieuwe nummer ‘De Stad’. Inmiddels wonen alle bandleden in Groningen, een stad die soms heel groot, maar ook heel pietepeuterig aan kan voelen. Een lied met een Boudewijn de Groot vibe. ‘Baldadig’ was hierna een prima slot. Inderdaad een oproep om wat baldadiger te zijn en na de gevoeligere en serieuzere liedjes een mooi moment om de toeschouwers gesterkt en vrolijk weer op pad te sturen. Onder de omstandigheden een heerlijk optreden, waarbij de band zich ook soms improviserende geweldig bewees. Aduard en de fanfare liefhebbers vonden het geweldig. Daarna was het smachtten naar water, maar het lijden niet over. Niet veel later kon de band al zeulende met de instrumenten worden gesignaleerd in de Burgemeester Seinenstraat. Artiest zijn is ook gewoon keihard werken soms.