Loading...
Albums

De Reikhals – Vier Seizoenen + twee uitstapjes

Wat een charmante plaat is het tweede album van De Reikhals ‘Vier Seizoenen + twee uitstapjes’. Mijmerende liedjes in het Nederlands met vleugjes Henny Vrienten en Boudewijn de Groot, om iets van een referentiekader te hebben, hoewel ook Rob de Nijs in sommige liedjes even om de hoek kijkt. De Reikhals is Riny Sprengers. In 2018 bracht hij zijn debuutalbum ‘Dromen, Slapen, Waken’ uit en nu is er dan de opvolger ‘Vier Seizoenen + twee uitstapjes’ . Opgenomen in de studio van Janos Koolen, die ook een keur aan instrumenten inspeelt, naast de zang en gitaar van Sprengers. Na een loopbaan als planoloog in de volkshuisvesting in steden als Rotterdam, Utrecht, Arnhem en Amsterdam, trok Riny Sprengers na zijn pensioen de jas van De Reikhals aan om zijn tweede artistieke carrière op te starten vanuit Nieuwkoop. Geen vlot en ronkend geprint persbericht, maar een handgeschreven brief is de metgezel van de CD als die op de deurmat valt. “Deze gepensioneerde man probeert als hij weer wat geld bij elkaar gesprokkeld heeft in eigen beheer ’n cd op te nemen. En omdat hij geen instrument beheerst en alleen maar droomt, slaapt en waakt huurt hij anderen in om zijn liedjes te verklanken.” Dat is uitstekend gelukt. Complimenten aan Koolen voor het verklanken, waarbij vooral zijn klarinet een heerlijk tegenwicht vormt voor de stem van De Reikhals, Het album begint, letterlijk, met een goed gevoel. Met een fluitje kuiert De Reikhals het album binnen in ‘Fluitje van een cent 1’, een nummer dat steeds meer gaat wringen en vervormen tot toch en waarschuwing dat het mooie maar voor tijdelijk is. Dat goede gevoel van het begin trekt hij door in ‘De Lente’. Een opgewekte song, met toch wat melancholie door de klarinet, die in het tweede helft van het nummer steeds meer zijn intrede doet. De teksten van De Reikhals hebben een mooie glooiende poëzie in zich. Een voorbeeld daarvan is het rustig verhalende ‘De Zomer’, dat net nog wat meer hitte mocht hebben, maar prachtig is ‘De Herfst’, dat zowel in de tekst, als ook muzikaal prachtig is. Een lied wat net wat meer ontwikkeling heeft dan de rest. De vier seizoenen worden afgesloten met het rustige ‘De Winter’, en een wat zwaarder aangezet fluitstuk in ‘Fluitje van een cent 2’ voor met het Franstalige ‘L’Homme des Elements’ met mooi accordeon spel van Koolen en het energieke ‘Fluitje van een cent 3′, waarbij De Reikhals in tempo naar de horizon rent, deze tweede leg van De Reikhals wordt besloten. De Reikhals is een zangvogel, die overal en nergens thuis is. Dat bewijst hij op deze plaat. Melancholie en optimisme in fijne liedjes. Niks mis met zo’n tweede loopbaan.