Loading...
Recensies 2018

John Hiatt krijgt een prachtig patina

GRONINGEN – Patina, dat is waar je op moet letten weet iedereen die zich bezig houdt met oudheden. Antiek moet patina hebben. John Hiatt is met 65 jaar, 3 maanden en 2 dagen oftewel 24.068 dagen, niet meer piep, maar aan enthousiasme en spel plezier is dat niet te merken als hij het podium van De Oosterpoort in Groningen opstapt samen met The Goners om met het publiek te vieren dat het dertig jaar geleden is dat zijn iconische plaat ‘SlowTurning’ het levenslicht zag. Voor dat betreden neemt hij zijn tijd. Als twintig minuten na de aanvangstijd nog slechts een roadie het podium op stapt om een dopje van een flesje te draaien of nogmaals een gitaar te checken begint het publiek met fluiten. De anticipatie is hoog als na een half uur dan toch de meesterlijke songwriter de bühne bestijgt. Direct blijkt eigenlijk, ja met het patina zit het wel goed bij John Hiatt. Vlakbij het podium waar zijn dochter Lilly Hiatt nog maar heel recent ook een meesterlijke show gaf, want de appel valt niet ver van de boom, blijkt Hiatt in vorm en vol goede zin. De in Indianapolis geboren Hiatt kreeg in Nederland bekendheid met zijn album ‘Bring In The Family’ en wist dat succes uit te breiden met ‘Slow Turning’. Een prachtig album, waar terecht bij wordt stil gestaan. Op het podium ook de fenomenale gitarist Sonny Landreth, bassist David Ransom en drummer Kenneth Blevins die ook op de oorspronkelijke plaat meespeelden. Na ‘Drive South’ de sterke opening van het album, kondigt Hiatt aan dat ze het hele album gaan spelen met een paar omwegen. Een feestje vol Americana, countryrock en aanverwante muziekstijlen. Die aankondiging maakt het gezelschap op toneel volledig waar, Mooi in volgorde volgt het ijzersterke ‘Trudy and Dave’ en voor ‘Tennessee Plates’ onthulde Hiatt dat hij misschien ook wel eens, net Trudy en Dave gestolen heeft, maar dat je moet uitkijken met een Cadillac met een nummerplaat uit Tennessee. Het inleiden van zijn nummers heeft Hiatt tot een kunst gemaakt. Met één of twee zinnen zet hij het nummer neer, vertelt iets inhoudelijks en verwerkt de titel in de aankondiging. Bijvoorbeeld voor ‘Sometimes Other Than Now’. Hij constateert dat het vrijdag de dertiende is. Vraagt het publiek of zij wel eens last hebben van een rotdag op deze ongeluksdag. Vertelt dat hij er ook nooit last van heeft en als dat zo is, dan was het ‘Sometimes Other Than Now’. Op het podium een meer dan sympathiek mens die het publiek bij herhaling voor zich inneemt, ook omdat hij nog weet dat de laatste keer in Groningen was vlak voor de opnamen van ‘Slow Turning’. Muzikaal zit het erg sterk in elkaar. Deze vier heren hoef je niks te vertellen over muziek maken. Sonny Landreth speelde met de groten als Eric Clapton, Marc Knopfler, Little Feat en ontelbare anderen als lead en slide gitarist. Kenneth Blevins is naast Goner, vooral bekend als sessiemuzikant en is te beluisteren op albums van John Prine, Sonny Landreth, Lilly Hiatt, Greg Trooper en vele vele anderen en David Ranson is ook een veteraan van vele albums als bassist voor onder andere Steve Riley, Bobby Charles en Lil’ Band O’ Gold. John Hiatt was daarnaast prachtig bij stem. Nu en dan is daar wel te horen dat het niet meer zo eenvoudig is als vroeger en de jaren gaan tellen, maar het gaf ook juist extra diepte aan liedjes. Het is daarbij prachtig om te horen hoe een liedje als ‘Georgia Rae’ over zijn dochter hem tot op de dag van vandaag diep raakt. Hierna volgt de “detour”. Hiatt kruipt achter de piano voor ‘Is Any Body There’, komt met het ritmische ‘The Tiki Bar Is Open’ en speelt het vaak gecoverde ‘Riding With The King’ voor hij terug komt op het album bij kant 2, te beginnen met ‘Ride Along’ waarbij vooral het titelnummer ‘Slow Turning’ en het prachtige ‘It’ll Come To You’ overtuigen en met het prachtige liefdesliedje ‘Feels Like Rain’ er een einde komt. Hiatt blijft staan op het podium om te genieten van het applaus. Hij houdt van Groningen en Groningen van hem. Daarna wederom gefluit, nu om een toegift af te dwingen. Dat komt er. Eerst krijgt Sonny Landreth het podium voor zijn ‘Congo Square’, daarna alleen op de piano Hiatt met zijn iconische ‘Have a Little Faith in Me’ om uit eindelijk via ‘Thing Called Love’ het publiek voor een langdurige staande ovatie na ‘Memphis in the Meantime’ op de been te krijgen. Het patina van John Hiatt is prachtig.