Loading...
Recensies 2020

Gurbe Douwstra brengt Friezen op de been tijdens Anoroc

DRACHTEN – Bedenkelijk en met enige zorg over het welzijn van gitaar keek Gurbe Douwstra naar de hemelen, waaruit tijdens het Anoroc festival toch wat water al zegenend over de aanwezigen werd uitgegoten. Op het moment dat Douwstra De Jonge Trijntje besteeg klaarde het op en al snel was het droog en sfeervol. Met de liedjes van Douwstra veranderde het licht in donker op het succesvolle festival, waarbij in Drachten het publiek langs de kade was gezeten op 1,5 meter afstand en de artiest op het skûtsje De Jonge Trijntje heen en weer voer, waar een viertal sterke mannen het vaartuig door de vaart boomden. De Fryske troebadoer had zijn podium op het voordek, waar hij met zijn gitaar zijn fraaie Fryske folk liedjes ten beste gaf. Dat begon rustig. Douwstra liet met een aan de pandemische werkelijkheid aangepast ‘Zweven’ het publiek rustig landen en wennen aan deze mooi gevonden, maar toch andere omstandigheden, waar de organisatie echt een pluim verdiende voor de manier waarop het was georganiseerd en waarbij ook werd toegezien op ieders veiligheid en, heel attent, droge stoelen. Mooi gezeten, terwijl het Skutsje langstrok was het genieten van mooie nummers als ´Thús, dat mooi was geplaats op de setlist na een nummer waarin het juist vlot ging over reizen zonder grenzen, maar met al dat reizen heb je ook een ankerpunt nodig en dat was voor Douwstra en veel mensen in het publiek Drachten. Een fijn en licht melancholisch nummer, dat ook het titelnummer is van zijn in 2010 verschenen album. Je merkt aan alles dat Gurbe Douwstra een gelouterde artiest is. Met een grap en een grol, waarbij hij niet schuwde ook zichzelf op de hak te nemen, maar ook soms mooi inhoudelijk, waarbij hij de liedjes meer lading mee gaf, bracht hij zijn werk in de inleidingen aan de man. Hij is daarnaast een prima gitarist en heeft een aangename zangstem, met een scherp randje er in en de nodige levenservaring die resoneert in zijn stembanden. Eén van die liedjes waar hij dieper op inging was ‘It aventoer’ over hoe hij als drukke jongeling door zijn ouders aan een tuigje werd gezet om zijn daadkracht te beteugelen, maar toch droomde over wat er aan de andere kant van de heg die de tuin omzoomde te beleven was, maar ook hoe Drachtster mannen als Johannes Bimbam en de olieman in zijn fantasie boemannen werden. Een lekkere vlotte song en een heerlijk nummer. Zijn aankondigingen deed hij in het Frysk, voor het grootste gros van het publiek een aanbeveling, maar een enkeling zal de taal niet machtig zijn geweest. Dat mocht de pret uiteraard niet drukken. Een nummer over de prostaat problemen bij heren op leeftijd en het veelvuldig nachtelijk toiletbezoek, hoor je immers niet bij elk concert. Gurbe Douwstra had het inmiddels pikdonker gezongen en eindigde met twee van zijn bekendste nummers ‘Cliffs of Moher’ een Ierse folks deun en het opzwepende ‘Lit jim gean Friezen’, dat hij ooit samen met de Friese rock-punkband Jitiizer uitbracht en nu als aanmoediging voor de skûtsje bomers om hem weer veilig aan vaste wal te brengen en wat een enkele rebelse Fries toch deed opstaan en meedeinen. Een geroutineerd, maar daarom niet minder fraai optreden van Gurbe Douwstra.