Loading...
Recensies 2022

Gedichten en muziek gaan fijn samen bij Sommerhus

WESTEREMDEN – Zware basklanken kondigden ‘Walk’ aan bij het concert van Sommerhus in het bloedhete Roodehaan in Westeremden. De lokroep van het zwembad was sterk, maar de heerlijke geuren uit Karin’s keuken en de belofte van mooie muziek had toch een fijn gezelschap samengebracht voor dit concert en die mensen hadden volledig gelijk. Het Rotterdamse Sommerhus bestaat uit Peter Jessen op bas en Vera Jessen Jührend op zang en gitaar met ook op het podium de nu en dan een glansrol voor zich claimende hond Jens. Over die zware bas, kwam de lichte heldere stem van de zangeres om een sterk optreden te herauten, terwijl Jens tussen beide baasjes ging staan, de zaal in ogenschouw nam en besloot dat het ook goed kwam zonder hem en een koel plekje opzocht met een schuin oog op de buurtkat. Sommerhus bestaat al een dik decennium en bracht in 2013 het album ‘Sommerhus’ uit en liet dat volgen door ‘is there such a thing as too much love?’ in 2016 en meest recent ‘Rubix’ eind vorig jaar, terwijl tussendoor ook nog de EP ‘Jozzonet’ werd uitgebracht. Sommerhus is vernoemd naar het vakantiehuis van de familie in Denemarken, een plek waar veel van de muziek wordt geschreven en dat terug komt in het mooie instrumentale ‘Denmark’ om de relatie met het land te benadrukken. Het tweestemmig gezongen ‘On Returning’ bracht het tempo wat omhoog en dit was ook het eerste nummer met als uitgangsbasis een gedicht. De dichter Kees Smit schreef de tekst voor dit nummer en het volgende nummer ‘Mist’ had lyrics van dichter Jos Knoop. Dit kwam later vaker voor. Het voordeel is dat je prachtige lyrische teksten krijgt, het nadeel dat het vaak erg korte nummers oplevert. Deze liedjes worden gegoten in fraaie Chamber Pop en folk. Het resultaat van de klassieke ondergrond van de bas en de folk van de gitaar die elkaar ontmoeten als ondergrond van fraaie teksten en heldere zang of prachtige harmonieën. Opvallend was bijvoorbeeld ‘Heavenly Eyes’, een nummer met twee mooie zanglijnen, rustig, maar de stemmen werden ook echt aan het werk gezet. De keuze van covers is altijd een heikel punt. ‘Happy Together’ was een voorbeeld van goed kiezen. Dit nummer van The Turtles was prima in lijn met eigen werk gebracht, maar door zijn karakter voegde het ook wat toe aan swingendheid. Het meer obscuurdere ‘The Collector’ van The Everly Brothers groeide zelfs uit tot één van de hoogtepunten van het optreden in zijn rust en met fraai strijkwerk op de bas en bewees dat beide een uitstekend oor hebben voor wat past bij hun eigen aanbod. In een prima opbouw kwam na deze rust het snellere en vooral hectischere ‘Rubix’ dat goed paste als opmaat naar het fantastisch mooie ‘Words’ dat ingetogen en gevoelig was. Na de pauze opende het met een tweetal songs die weer een gedicht als basis hadden voordat in ‘Unsee’ de leadzang voor het eerst echt bij Peter Jessen kwam. Na een mooi urgent en wat stevig nummer was ook ‘Raven’ met wederom twee mooie zanglijnen zeer fraai. Voor het einde nogmaals een paar covers waaronder wederom The Everly Brothers met onder andere ‘So Sad’, maar vooral de vertolking van ‘Who Knows Where The Time Goes’ van Sandy Denny sprong eruit. De liedjes werden mooi aanéén gepraat met een fijne rust en heldere visie waar het praatje heen moest. Omstebeurten vertelden beide hier iets over, over bijvoorbeeld de dichters of waar toch die liefde voor The Everly Brothers vandaan komt. Vakkundig werd de zaak beklonken. Sommerhus is zo’n band die haast onopgemerkt constant prachtige muziek aflevert. Niet heel vernieuwend en hip, maar gewoon degelijk, erg goed en erg mooi met nu en dan, ondanks de hittegolf, kippenvel.