Loading...
EurosonicInterviews 2021

BSÍ: “Bedrijf? Zakelijke kant? Nee dank u wel!”

REYKJAVIK – Vaak kun je artiesten spreken in de aanloop naar een concert, het is immers ook in hun voordeel als er reuring is om een optreden en een goed interview verkoopt zomaar een paar kaartjes extra. Soms lukt dat ook gewoon even niet, maar kan na afloop toch nog een woordje worden gewisseld. Helemaal als het dan ook nog gaat over een favoriete groente als spruitjes. Sigurlaug Thorarensen en Julius Rothlaender van het IJslandse BSÍ kwamen digitaal naar Groningen voor Eurosonic. De DIY Punk formatie heeft nog pas één EP die omschreven wordt door Eurosonic als: “Een wazig stuk glinsterende lo- fi en indie wave.” Het showcase festival constateert verder dat de EP “een hele goede kans is om hun hypnotiserende en tegelijk heel sfeervolle geluid te ontdekken.” BSÍ staat voor Brussels Sprout Intl. Er staan spruitjes op het menu.

“We zijn altijd op zoek naar goede nieuwe manieren om dit favoriete eten van ons te bereiden! Onlangs at ik een heerlijke versie van ovengebakken spruitjes met harissa, sesam, komijn en peterselie, en een tahinsaus met citroen en veganistische yoghurt” knipoogt Julius Rothlaender. Sigurlaug Thorarensen beter bekend in de band als Silla vult aan. “De bandnaam kwam op een middag vrij willekeurig naar voren tijdens het oefenen. Ik droeg een oude school sweater van mijn broer van toen wij als kinderen in Brussel woonden. Op de een of andere manier brainstormden Julius en ik onszelf naar Brussels Sprouts Intl of BSÍ. Maar BSÍ staat bij IJslanders ook bekend als het centrale busstation van Reykjavík en het is een nogal naargeestige locatie. Het paste heel goed bij de ellende die we op dat moment voelden, maar het heeft ons sindsdien veel vreugde gebracht.” Zij duikt dan in de historie van de band. “Nou, we zijn gewoon begonnen samen te spelen, gewoon voor de lol, zonder de verwachting dat het echt iets zou worden. We wilden onszelf uitdagen en dachten dat het grappig zou zijn om instrumenten te spelen waarvan we niet wisten hoe ze moesten spelen. Dus Julius pakte een bas en ik ging voor een drumstel zitten. En op de een of andere manier zijn we erin geslaagd om een ​​paar nummers samen te schrijven, wat een beetje magisch was als we eraan terugdenken. En voilá, hier zijn we dan!”

Een terechte constatering, maar we willen toch nog wat dieper graven in de historie van beide leden van BSÍ en informeren naar de herkomst van hun muzikale interesse. Dames gaan voor en dus pakt Silla Thorarensen dit onderwerp eerst op. “ Ja absoluut is dit van huis uit meegegeven, mijn ouders moedigden me aan om opgroeien met een instrument te oefenen. Ik kreeg toen beetje bij beetje meer interesse in muziek. Muziek is altijd een vrij groot deel van mijn leven geweest, in verschillende vormen, en veel komt van mijn vader en broer, die in de muziek werken. Maar het was pas vrij laat dat ik mijn eigen muziek begon te maken.” Het manlijke deel van de band pakt dan op. “Mijn weg naar muziek begon erg laat. Pas toen ik vijftien of zestien was, raakte ik voor het eerst echt een instrument aan. Mijn vader speelde drums en zat in een band toen hij jong was, en mijn stiefvader speelde gitaar, dus ze hielpen en moedigden me aan toen ik uiteindelijk mijn eerste stapjes zette. Ik weet niet zeker hoeveel een beslissing het is of was, maar het is ook vaak gewoon een uitdagende reis geweest,” beschrijft Julius Rothlaender dan de volgende stap naar een professionele loopbaan als muzikant. “waarbij je twijfels aan je eigen vaardigheden moest verwerken en je een bedrieger voelde. Maar verhuizen naar IJsland, herontdekken en focussen op het plezier dat het is om muziek te maken en niet te veel nadenken over hoe ik mezelf moet verklaren of definiëren heeft absoluut geholpen.” Silla Thorarensen knikt: “Ja, dat klopt helemaal, ik ben het hierover volledig eens met Julius. Ik herinner me dat ik er als kind van droomde om zangeres te worden. Ik hield van zingen, maar tegelijkertijd was ik er erg onzeker over. Het is eigenlijk grappig om terug te denken aan deze kinderdromen en het is duidelijk dat mijn ideeën over muziek zijn totaal anders waren dan wat ik nu ervaar. Ik moet zeggen, toen ik een kind was, had ik nooit gedacht dat ik zou gaan drummen als beroep.”

We laten de geschiedenis voor nu rusten en focussen op de muziek van BSÍ, “alsof Riott Girls het busstation van Reykjavik over genomen hebben”, lezen we de beschrijving van het duo zelf. Julius Rothlaender legt verder uit: “Onze sound is vrijwel precies wat er met ons gebeurde toen we voor het eerst een oefenruimte binnenkwamen met het idee instrumenten te bespelen die we niet konden bespelen. Ik probeerde de basgitaar terwijl ik verbaasd was over hoe goed Silla het beheerste om tegelijkertijd te drummen en te zingen. Dat was het startpunt en vanaf daar zijn het eigenlijk gewoon onze eigen beperkingen geweest, onze ideeën en de liedjes die we bedachten die de richting aangaf, waardoor we extra elementen, wat oude synths en experimenteren met samples moesten toevoegen. Niets is echter in steen gebeiteld, voor ons tweede album zouden we het allemaal kunnen veranderen en zouden we de trompet en de cello kunnen gaan leren”, klinkt het grinnikent. Silla Thorarensen vervolgt: “Songwriting? Het hangt er echt van af. Meestal beginnen we met iets samen te jammen op bas en drums en als we er op grooven, proberen we een aantal andere elementen te vinden om aan die sfeer toe te voegen, zang of keyboard of wat dan ook. De onderwerpen slaan soms gewoon helemaal nergens op en soms heeft het meer betekenis. Meestal krijgen de niet-zinvolle teksten later in het proces een soort betekenis voor ons. Voor ons aanstaande album werkten we toe naar meer concrete onderwerpen, waarvan ik me realiseerde dat het voor mij vaak een grotere uitdaging was, tekstueel gezien, dan zonder beperkingen. Maar ik vind het leuk dat we geen gangbare methode hebben om te schrijven, omdat er geen verkeerde of juiste manier is om een ​​nummer te schrijven.” Julius Rothlaender gooit dan zijn hart open en bekent: “Het belangrijkste aan BSÍ voor mij persoonlijk is hoe dierbaar het voor mij is, het is zo leuk om deze band te vormen samen met Silla, er is niets beters dan muziek maken en in een band zitten met je beste vriend!” De aangesprokene knikt meer dan enthousiast haar instemming. “Ik ben het er volkomen mee eens! BSÍ gaat gewoon over genieten van het gezelschap van mijn beste vriend en hier en daar wat liedjes maken, terwijl we snoep eten en een hartelijk gesprek voeren over onze beste en slechtste tijden in het leven. Het is gewoon een bonus als andere mensen het leuk vinden wat we doen!”

Reykjavik is de stad van waaruit BSÍ opereert. Sinds The Sugarcubes en Björk zijn er een constante stroom van acts uit de stad en IJsland in geheel die soms via Eurosonic door groeien naar naam en faam in Europa en ook wereldwijd. “De DIY of DIT-grassroots-scene hier in Reykjavík is de afgelopen jaren echt tot bloei gekomen, vooral rond het post-dreifing-collectief, en ook het R6013 podium welke onze vriend Ægir runt. Er zijn genoeg geweldige bands in Reykjavík, vooral in de post-dreifing-gemeenschap, ze zijn allemaal jonger dan wij, maar we kijken erg naar hen op en zijn geïnspireerd door geweldige bands zoals Gróa, Skoffín, K.óla, Korter í flog, Supersport !, side project, Flaaryr, asdfhg, Spaðabani, We Are Not Romantic, en vele anderen”, stelt het duo.

De EP van BSÍ dateert van 2018. We informeren of er al plannen zijn voor nieuw plaatwerk. Silla Thorarensen veert op: “Ja, we hebben aan nieuw materiaal gewerkt en we zijn erg opgetogen om te kunnen zeggen dat we in het voorjaar onze eerste LP uitbrengen. We hebben in dit proces met zulke geweldige mensen gewerkt en kijken ernaar uit om met nog veel meer fantastische lui samen te werken. We zijn van plan een paar singles met muziekvideo’s uit te brengen als teaser voor het album. Het album is behoorlijk onconventioneel, maar we hebben gespeeld met het idee van een dubbele EP, aangezien de twee kanten van de LP duidelijk van elkaar verschillen. We kunnen niet wachten om te zien hoe dat uitpakt!”

Dan besluiten we met een terugblik op Eurosonic. “Live spelen is misschien wel het meest essentiële voor ons als band, spelen voor mensen, delen, vieren dat we tijd samen door kunnen brengen. Er is een persoonlijk en gemeenschappelijk element in optredens dat we tijdens deze hele pandemie zo vaak hebben gemist. Je kunt je niet voorstellen hoe opgewonden we zijn om weer echte concerten te mogen spelen!” Is dat wat ze ook aan de zakelijke kant van Eurosonic hopen te bereiken? “Bedrijf? Zakelijke kant? Nee, dank u wel!” Twee verontwaardigde gezichten keuren de vraag en gedachte af. Gelukkig is het enthousiasme snel terug. “We zijn niet echt van plan om iemand te verbazen met onze showcase, denk ik. We hopen gewoon dat de muziekwereld ons leuk zal vinden zoals we zijn. De locatie, R6013, die we hebben gekozen om op te nemen voor deze digitale showcase is ons erg dierbaar, maar het is waarschijnlijk de kleinste maar tegelijkertijd de beste en meest bijzondere concert locatie ter wereld. Het is de thuisbasis van de underground muziekscene in Reykjavík, en ook de plaats waar BSÍ BSÍ werd”, besluiten Sigurlaug Thorarensen en Julius Rothlaender. De showcase is via de website van Eurosonic terug te kijken.